Direct naar artikelinhoud

Eindspel om Syrië krijgt vorm

Het internationaal overleg rond Syrië heeft een kleine, maar belangrijke doorbraak bereikt. Voor het eerst schuift Iran vrijdag mee aan de onderhandelingstafel. Tegelijk plannen de Amerikanen gerichte raids in Syrië. 'Maar zo zal IS niet verslagen worden', zeggen analisten.

De komst van Iraans minister van Buitenlandse Zaken, Mohammad Javad Zarif, naar Wenen is een opsteker voor VS-buitenlandminister John Kerry en zijn Russische collega Sergei Lavrov. Beiden willen immers gesprekken over een duurzaam bestand op de rails zetten.

Iran speelde de voorbije jaren een sturende rol in het Syrische conflict door zijn militaire steun met wapens en manschappen aan het regime van Bashar al-Assad. Samen met Russische luchtsteun rukten honderden Iraanse strijdkrachten recent mee op met Syrische regeringstroepen in het dichtbevolkte westen van het land. Daardoor sloegen tienduizenden mensen op de vlucht. Op vraag van Iran vechten ook strijders van de Libanese sjiitische militie Hezbollah - door Teheran gefinancierd - mee met Assad tegen soennitische rebellen, die door Saudi-Arabië en Qatar worden bewapend.

Het is nog veel te vroeg om victorie te kraaien, maar een voorzichtig 'begin van het eindspel' kan deze bijeenkomst van de VS, Rusland, Saudi-Arabië, Turkije en dus Iran wel worden genoemd. "Je kunt geen akkoord maken over Syrië zonder Iran", zegt defensie-expert Sven Biscop van het Egmont Instituut voor Internationale Relaties. Ook conflictresolutie-expert Erwin van Veen van het Nederlandse Clingendael Instituut noemt het betekenisvol dat voor het eerst alle partijen samenzitten die de diverse milities wapens leveren. "Als deze vijf een vredesakkoord overeenkomen, stopt de toevloed van wapens naar de strijdende partijen."

De prioriteit vrijdag wordt volgens Van Veen het afspreken van vertrouwenwekkende maatregelen, want nu kunnen de gesprekspartners nog steeds elkaars bloed drinken. "Een goed plan zou het afspreken van een 'road map' zijn, waarin tijdstippen en thema's van volgende overleggen al worden afgesproken. Ze kunnen ook werkgroepen oprichten. Op die manier blijft er momentum in het overleg, ondanks dat concrete resultaten nog op zich kunnen laten wachten."

Mag Assad blijven?

Het grootste struikelblok in het overleg wordt de vraag of president Assad, verdacht van oorlogsmisdaden, tijdelijk mag aanblijven of niet. Biscop vreest dat overleg met hem onontbeerlijk wordt. "We kunnen dit moreel betreuren, maar een vredescompromis moet je sluiten tussen de actoren die macht hebben. Door de Russische bombardementen heeft Assad weer een status verworven. Moskou slaagde in zijn opzet: er moet met hem worden gepraat."

Een snelle pacificatie van Syrië acht Van Veen vrijwel onhaalbaar. "Ook als de vijf actoren een allesomvattend akkoord vinden, over bijvoorbeeld de onvermijdelijke federalisering van het land, zal het véél tijd kosten om alle vechtende clubs op het strijdtoneel op één lijn te krijgen."

Zelfs dan zullen er altijd radicale groepen zijn die willen doorvechten. "Er zal in elk vredesakkoord een militair vermogen moeten worden gecreëerd om extremistische groepen te bestrijden", zegt hij. "Bij beperkte tegenstand kun je terugvallen op Arabische VN-blauwhelmen, bijvoorbeeld. Bij de noodzaak aan een geharnaster optreden zal er toch een robuustere multinationale interventie nodig blijven die de troepen van het transitie regime steunt."

Wie ongeacht het vredesoverleg zal blijven strijden is IS. Onder zware druk van de Republikeinse oppositie kondigde Washington aan om IS feller te bestrijden. Defensieminister Ashton Carter zei in een Senaatshoorzitting dat 'hit & run'-aanvallen door special forces op IS-doelwitten in Syrië mogelijk worden, naar analogie met de actie waarbij vorige week in Irak tientallen Koerden werden bevrijd.

De analisten twijfelen of deze koerswijziging een groot verschil gaat uitmaken. Biscop: "Men kan IS nu slechts indammen. Pas na een raamakkoord over de opmaak van het toekomstige Syrië kan men overleggen en richting geven aan een militaire strategie."

Van Veen: "De luchtcampagne tegen IS sorteert nu weinig effect. Men kiest daarom voor de meest marginale opschaling van de campagne in de vorm van speldeprikken door special forces. Dat is handig om enkele individuen of kritieke infrastructuur uit te schakelen, maar dient niet het einddoel: de IS-gebieden heroveren. Dat vereist meer militaire inzet vooraf, en inclusief bestuur en bescherming voor inwoners van IS-bezette gebieden achteraf."