Direct naar artikelinhoud

Controle over kerncentrale kwijt

De problemen concentreren zich rond reactor 3, waarvan het omhulsel mogelijk lekt, en reactorgebouw 4, waar verhitte, gebruikte, brandstofstaven tot twee keer toe brand veroorzaakten.

De dramatische gebeurtenissen rond Fukushima Daiichi Eenheid 3 and Eenheid 4 evolueerden gisteren sneller dan de reactie van de Japanse autoriteiten. Kort nadat de Japanse defensieminister Toshimi Kitazawa aankondigde dat blushelikopters zeewater zouden lozen op reactoren 3 en 4 kwam al het bericht dat de toestellen onverrichter zake naar hun basis terugkeerden omdat het stralingsniveau te hoog was. Het bluswerk hangt nu voorlopig af van een waterkanonvoertuig van de politie dat vanop de grond wordt ontplooid.

Vandaag komt Yukiya Amano, het hoofd van het Internationaal Atoomagentschap aan in Japan voor spoedoverleg. Hij zei al dat de situatie “heel ernstig” was en bevestigde dat er schade was aan de kern van de reactoren 1,2 en 3.

De Japanse regering had al gezegd dat van reactor 3 “mogelijk” het omhulsel van het reactorhart beschadigd was. Als dat zo is dreigt radioactiviteit rechtstreeks in de atmosfeer terecht te komen omdat ook het buitengebouw beschadigd is. De straling liep daar gisterenochtend zo hoog op dat de vijftig reddingswerkers zich zelfs tijdelijk moesten terugtrekken. Ook blushelikopters moesten hun werk staken omdat de radioactieve straling te hoog werd.

Een bijzonder probleem vormen de opgebruikte brandstofstaven die in koelbaden bewaard worden in reactoren. Als zij door het uitvallen van het koelsysteem in aanraking komen met zuurstof kunnen ze vuur vatten, en de rookontwikkeling daarvan is uiterst radioactief. Wellicht lag hun hitte aan de basis van de twee branden die tot dusver al in eenheid 4 woedden.

Nucleaire wetenschappers waarschuwen dat er meer radioactief materiaal ligt opgeslagen in deze koelbaden dan in de reactorharten. Er is bij brand ook een grotere kans van stralingsverspreiding omdat zij niet beschermd zijn door een omhulsel zoals de reactoren. “Als het bad met gebruikte brandstofstaven in brand staat zijn de kansen dat de radioactiviteit zich naar het publiek kan verspreiden veel groter”, verklaarde David Lochbaum, een kernwetenschapper van de Union of Concerned Scientists. Hij stelde dat het reactorhart van eenheid 4 vorig jaar neergelaten werd in het bad met gebruikte brandstofstaven. “Daar ligt het meeste radioactieve materiaal omdat er minstens één reactorhart ligt opgeslagen naast wat er al van vroeger lag, en het ligt in een gebouw dat nu een groot gat heeft in de zijmuur”, zei hij.

Ontwerpfouten

Intussen verklaarde Tokyo Electric Power Co (Tepco), de uitbater van de rampreactoren, dat de stroomtoevoer naar de Daiichi-kerncentrale bijna hersteld was. Met een nieuwe elektriciteitskabel kunnen de elektrische koelpompen van de centrale opnieuw gebruikt worden om de kernreactoren af te koelen. Wanneer de kabel precies klaar zou zijn, was niet duidelijk.

Deze ‘ramp in de ramp’ had nochtans voorkomen kunnen worden als men had geluisterd naar de aanbevelingen van meerdere internationale rapporten. In een rapport van de Amerikaanse National Academies of Science uit 2005 werd gewaarschuwd dat een stralingslek van gebruikte brandstof een radioactieve wolk kan veroorzaken die honderden kilometers ver kan reizen en op termijn tot 6.000 extra kankerdoden kan leiden. In de vroege jaren negentig pleitten andere nucleaire wetenschappers, waaronder Lochbaum, al om opgebruikte kernbrandstof ‘droog’ op te slaan in een omgeving die ver van de reactoren ligt.

Het ontwerp van de reactoren in Fukushima gaat terug tot de jaren zestig, toen ze werden gebouwd door General Electric. Het Amerikaanse bedrijf kwam volgens The New York Times in 1972 al onder vuur genomen door veiligheidsexperten van de Amerikaanse Atomic Energy Commission die het reactortype, Mark 1, veroordeelden omwille van “onaanvaardbare veiligheidsrisico’s”.