Direct naar artikelinhoud

JohnJohn

Een baby zich zien ontpoppen tot een kind is alsof je prent per prent naar een tekenfilm kijkt

Ze kijkt je aan. En blijft kijken. Mijn god, wat kan ze al genuanceerd en gecompliceerd naar je kijken. Geïnteresseerd en lichtjes geamuseerd, assertief en met open geest. Of is het toch maar jouw verbeelding die die gewenste volwassen eigenschappen transfereert naar die twee amandelvormige, donkere ogen? Dan opent ze haar mond. Een fractie vertraagd zegt ze: "p". Dan nog eens: "p". Twee geritmeerde ademstoten, meer niet: "p..p.." Maar ze kijkt je aan; en blijft kijken. Door haar blik klinkt het nog meer als die voor haar (weet zij veel) en jouw historische allereerste "papa".

Haar ogen doen haar eerste woord bijna even mooi klinken als het zo charmant kundig ingestudeerde "kusje hier en een kusje daar" uit de nieuwjaarsbrief van haar broer. (En dan is ze je moe en rolt zich met de behendigheid van een krijgskunstenaar in één beweging op haar buik terwijl de luier nog maar half om is, en volgt er enkel nog een beschuldigend boze huilbui als je haar weer op haar plek probeert te draaien. Weg betovering.)

Een baby zich zien ontpoppen tot een kind is alsof je prent per prent naar een tekenfilm kijkt. Vanop een afstand lijkt het alsof de bewegingen en evoluties in elkaar overvloeien, maar groter worden gaat in werkelijkheid in schokken. Wat er nooit eerder was, is er in het volgende prentje plots wel, alsof het er altijd geweest is. Die ontwikkeling gaat niet geleidelijk, maar komt altijd plots, vanuit het niets.

Zoals toen ze dat vreemde geluid uitstootte, tussen een trotse lach en beverige angst. Haar moeder keek op en sprak de ook alweer historische woorden: "Kijk, Missy staat recht". Daar stond ze dan, met haar handen steun zoekend op een speelgoedbak van haar broer, die meteen als een overijverige ambulancier kwam aangesneld. Laat haar maar, John John.

Het is een bron van blijvende fascinatie. Dat er in zulke kleine hoofdjes hersenen zitten, waaruit dus opeens het commando vertrekt om lippen en tong in precies die stand te zetten dat er een "p", een "ma" of een "lala" gevormd wordt, of om dat althans eens te proberen. Of om die benen onderaan dat lichaam een keer te gebruiken om op te gaan staan, zoals al die grotere mensen doen - en dan te blijven staan.

Het houdt nooit op, dat is het mooie van opgroeien. Op de bank ligt een bijna vier jaar groter lijfje dat allang niet meer de behoefte voelt om de eigen kracht te testen door voortdurend te willen opstaan. Je zoon luistert voor de derde opeenvolgende keer naar zijn lievelingsplaatje (dat gelukkig van behoorlijk opvoedkundige kwaliteit is). Plots, even plots als zijn zus ging staan, begint hij mee te zingen. Strofes en refreinen, alles uit het hoofd, met een tel vertraging zingt hij mee met het origineel. Een angeliek, zij het niet geheel toonvaste knapenkoorstemmetje schettert door het huis. Een kleine première voor de wereld, maar in jouw oren klinkt het toch alsof planeten en sterren op een andere lijn zijn gaan staan.