Direct naar artikelinhoud

Eindelijk gerechtigheid voor de Belgische natuurkunde

François Englert heeft deze Nobelprijs meer dan verdiend

De Belg Englert deelt met de Brit Higgs de Nobelprijs voor natuurkunde. Zonder twijfel zal dit in België weer even het communautaire stof doen neerdalen. We voelen ons allen weer Belg en erkennen met graagte onze hoofdstad, want Englert studeerde aan de Université Libre de Bruxelles, op een boogscheut van zijn geboorteplaats Etterbeek . Maar wat levert een Nobelprijs meer op dan een samenhorigheidsgevoel onder de landgenoten?

Nobelprijzen zijn de Oscars van de wetenschap. In zekere zin is het een populariteitspoll onder de wetenschapsmensen. Nobelprijzen worden dan ook wel eens onterecht toegekend of niet onder voldoende rechthebbenden verdeeld. Er is natuurlijk de restrictie dat een prijs niet aan meer dan drie mensen mag gegeven worden die allen in leven moeten zijn op het moment van de aankondiging. Vaak zijn er erg veel mensen afhankelijk dan wel onafhankelijk van elkaar bij een ontdekking betrokken. Het is dan een kwestie met niet te veel te zijn of te hopen dat er iemand doodvalt.

Of iemand een prijs ontvangt hangt ook weer af van de technologische vooruitgang: geen deeltjesversnellers, geen Higgsboson. Hadden ze er in het CERN geen vaart achter gezet met de ontdekking van het Higgsboson, dan hadden Higgs en Englert het kunnen schudden. Bij dit alles spelen economische factoren een bijzondere rol: als de Europese instituten er niet zoveel geld tegenaan hadden gegooid, zou het Higgsdeeltje niet tijdens het leven van de voorspellers zijn ontdekt - in dat geval, geen prijs voor Englert.

Gigantische hoge energieën

Englert heeft deze Nobelprijs meer dan verdiend. Ik moet even in detail gaan om duidelijk te maken waarom. In de helft van vorige eeuw raakt het theoretische model dat het gedrag van subatomaire deeltjes verklaart in de knel omdat het voorspelt dat sommige partikels geen massa hebben terwijl uit experimenten het tegendeel blijkt.

Higgs denkt een oplossing gevonden te hebben en dient een artikel in bij het wetenschappelijk tijdschriftPhysical Review Letters. Zoals dat dan gaat in de wetenschappelijk wereld nemen collega's het artikel grondig door, het zogenaamde peerreviewproces dat enkele maanden in beslag neemt. Onafhankelijk van Higgs en tijdens de revisie van Higgs' artikel dient Englert samen met de Amerikaan Brout een artikel in bij hetzelfde tijdschrift: daarin stellen ze niet alleen een vergelijkbaar antwoord voor op de vraag hoe materie aan massa komt, maar geven ze ook aan wat de gevolgen zijn van het massamechanisme, met name het bestaan van een deeltje. Ook hun artikel gaat in review.

Intussen heeft Higgs zijn artikel aangepast met de gedachte dat het mechanisme dat massa verleent aan de deeltjes zelf deeltjes veroorzaakt. Zulke zogenaamde bosonen zouden in principe kunnen bestaan en in het leven worden geroepen bij gigantische hoge energieën. Energieën die vorig jaar konden worden opgewekt in het CERN. Tijdens de tweede review van het artikel van Higgs publiceren Brout en Englert hun artikel. Wie uiteindelijk eerst was, maakt nu niet meer uit - Higgs en Englert ontvangen beiden de prijs.

Georges Lemaître

Krijgen de theoretici die een waarneming voorspellen altijd de erkenning van het Nobelcomité? Penzias en Wilson ontvingen de Nobelprijs (1978) voor hun toevallige ontdekking van de kosmische achtergrondstraling. Robert Dicke en Jim Peebles waren wel doelbewust naar de achtergrondstraling op zoek, maar kregen de prijs niet. Eigenlijk had hij naar de Belg Georges Lemaître moeten gaan, want die had de oerknaltheorie bedacht én de achtergrondstraling aangegeven als te zoeken bewijs. Maar Lemaître overleed in 1966. Dat Englert de prijs heeft gekregen, is zonder meer een overwinning van de Belgische theoretische natuurkunde en daarom een kleine rechtzetting voor de Belg Lemaître.

Dit moet ik toch ook even kwijt - als wetenschapsfilosoof. Er zijn disciplines waarbinnen geen Nobelprijs te verkrijgen valt, waaronder wiskunde en filosofie. Wiskundigen halen via natuurkunde en economie hun slag thuis. Filosofen kunnen er weliswaar aanspraak op maken via een achterpoortje - de Nobelprijs voor literatuur heet dat dan - maar als ze dan laureaat zijn, vertikken ze het de prijs op te halen: Jean-Paul Sartre wou hem niet hebben om dat hij zich dan zou conformeren tot het wetenschappelijke establishment (al zou hij wel gevraagd hebben het geld te mogen houden). Waarom filosofen en wiskundigen geen nobelprijs krijgen, is nog steeds een onderwerp van discussie; ik houd het er op dat Alfred Nobel wellicht niet van Pythagoras wou weten.