Direct naar artikelinhoud

Gokken en wafels vreten

Acht zomerfestivals bezoeken, verkleed als kat, en kijken wat er gebeurt. Dat was het idee. Dit is het relaas. Vandaag: Leffingeleuren.

Het was alweer een maand geleden dat ik er nog eens had bijgelopen als Jani Kazaltzis' ergste nachtmerrie - of toch beroepshalve. En dus ging ik nog eens bij mijn oom langs, om in die nogal apart ingerichte kelder van hem op zoek te gaan naar dat maskertje waarmee ik een hele zomer de festivals had aangedaan. Leffingeleuren zou mijn laatste opdracht worden. Daarna zou ik weer in de anonimiteit verdwijnen, me terugtrekken in mijn crypte, en me wijden aan mijn excentrieke uitspattingen.

Maar eerst zou ik dus gehoor geven aan de lokroep van de kathedraal van het Noorden, waarrond de festiviteiten plaatsvonden. Het was de eerste keer dat ik Leffingeleuren bezocht, dus ik wist niet goed wat ik moest verwachten. Bovendien had ik vernomen dat het festival zich net had heruitgevonden. Het had een paar minder geslaagde edities achter de rug omdat ons klimaat de onhebbelijke gewoonte heeft telkens wanneer iemand glimlacht in dit land, die persoon een paar liter water over de kop te gooien. Het fenomeen verklaart meteen ook het electorale succes van bepaalde politieke partijen.

Klein en eigenzinnig

Ik heb het wel voor kleinschaligheid. Beter klein en eigenzinnig, dan groot en mainstream. Dat geldt voor festivals evenzeer als voor het liefdesspel. Dus toen ik een landzaat vroeg naar de belangrijkste troeven van Leffingeleuren en het antwoord 'wafels' was, wist ik: dit is een festival naar mijn hart. Op andere festivals wordt weleens gepocht met de locatie, een speciale headliner of de aanwezigheid van een reuzenrad, maar zelden met iets wat iemand met 30 euro en een elektrozaak in de buurt in een wip op zijn bord kan hebben liggen. Het is een blijk van nuchterheid en appreciatie voor de kleine dingen in het leven, en dat kan ik wel smaken. Zeker met wat suiker erbovenop.

Toen ik de dames in het wafelkraam vroeg of ik hen even mocht helpen, werd daar niet onnozel over gedaan. Ik werd in een schort gehesen, keek de allergiedemonen in de ogen door een paar latexhandschoenen aan te trekken (die oom is aangetrouwd) en deelde wafels uit dat het een lieve lust was. En geen mens die vreemd opkeek. Alweer die nuchterheid, heerlijk!

Wat ook zo leuk is aan kleinere festivals: de backstage. Bij grote festivals wordt zoiets speciaals opgebouwd en ingericht, bij kleinere aangelegenheden improviseert men. Deze keer was de backstage een schooltje. Een artiestenreceptie in een kleuterklasje, een perszaal met klimrekken aan de muren, urinoirs op kniehoogte. Met de heren van Isbells een gehaktbal naar binnen werken op een speelplaats. Luxe baart zelden een goede anekdote. Je wilt geen verhaal horen over Lemmy in een hippe Londense club, je wilt hem zien op een braderie in de Kempen. Dán wordt het legendarisch. De dag voor ik er kwam, stond Terakaft op de affiche. Malinese Toearegs. Om ter onverstaanbaarst discuteren met de vent achter de barbecue over de braadwijze van een chipolata. Ik had het graag gezien.

Leffingeleuren creëert ook graag ruimte voor straattheater. Wat met zich meebracht dat ik, dankzij een assertievere fotograaf dan ikzelf, plots figureerde in The Human Jackpot. Ik was de 'arm' en een van de drie factoren die bepaalden of iemand had gewonnen in zo'n gokautomaat zoals je ze ziet in Las Vegas. Kinderen werden door een announcer aangezet tot een gokverslaving. Hoogst amusant, al was het maar omdat Willy Alberti ons leerde dat de glimlach van een kind je doet beseffen dat je leeft. Dat, of je duimen laten breken door een louche bookmaker aan wie je je schuld niet kunt betalen.

Bullshit

Ik begon aan deze zomer met gemengde gevoelens. Ik ben geen olijkerd die wildvreemden aanspreekt en even wil laten zien hoe lollig hij wel is. Ik ben niet lollig, ik ben een lul. Maar ik moet bekennen dat ik achteraf blij ben dat ik heb toegezegd. Ik stond op de voorpagina van het programmaboekje van Rock Werchter, heb grote videoschermen gesierd op Dour, deed een halfnaakt bommetje in het vipzwembad op Tomorrowland en zat een uur lang onder een doek op het podium van Pukkelpop. We worden elke dag weer overspoeld met bullshit in deze wereld, en ik heb er een bescheiden steentje toe bijgedragen. Waarvoor mijn dank/excuses.