Direct naar artikelinhoud

'De ideale spreiding is niet voorhanden'

Europa heeft eindelijk een spreidingsplan voor vluchtelingen klaar, maar het akkoord roept enorm veel vragen op. De kans dat we met dit plan de vluchtelingencrisis oplossen, is dan ook klein. Vijf pertinente vragen over hoe het nu verder moet.

1

In twee jaar tijden moeten 25 lidstaten 160.000 vluchtelingen opvangen. De realiteit is dat er zich dit jaar alleen al in Europa minstens een half miljoen asielzoekers in Europa zullen aandienen. Hoe gaat men die kloof tussen het spreidingsplan en de realiteit op het terrein overbruggen?

Hendrik Vos (Universiteit Gent): "Tja, dat wordt improviseren, vrees ik. Om het heel cynisch te stellen: de Europese leiders hopen erop dat de winter snel zal intreden, waardoor minder vluchtelingen de reis naar Europa zullen ondernemen. Tegelijk gaan ze ervan uit dat de maatregelen van de Hongaarse premier Viktor Orban - de prikkeldraad, de inzet van gewapende militairen - een ontradend effect zullen hebben, waardoor vluchtelingen twee keer zullen nadenken vooraleer ze naar Europa komen."

Thorfinnur Omarsson (woordvoerder van de European Council on Refugees and Exiles (ECRE)): "De kloof tussen het nieuwe akkoord en de realiteit is inderdaad erg groot. Het gaat hier duidelijk om een tussentijdse noodbeslissing en niet om een duurzame oplossing. De VN-vluchtelingenorganisatie heeft een veel realistischer plan, dat uitgaat van 200.000 vluchtelingen op één jaar. Je kunt natuurlijk een aantal maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat vluchtelingen beter worden opgevangen in hun regio. Door geld vrij te maken voor opvang in Turkije hopen Europese leiders bijvoorbeeld de instroom te beperken. Afwachten of dat zal lukken."

2

Bedoeling is dat bij de toewijzing van vluchtelingen aan ontvangstlanden rekening wordt gehouden met criteria als taal en culturele banden. Hoe zal dat in de praktijk werken?

Voor een aantal landen zoals Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk zijn deze criteria gemakkelijk toe te passen. Behoorlijk wat vluchtelingen spreken de taal van een van die grote landen. Maar voor kleinere landen als Letland, Polen en Slowakije is het veel minder duidelijk hoe die criteria zullen werken.

Omarsson: "Daarover heerst nog veel onduidelijkheid, en het is een van de redenen waarom voor de uitvoering van het spreidingsplan twee jaar werd uitgetrokken. Het is een behoorlijk tijdrovend werk om voor elke vluchtelingen te onderzoeken naar welk land hij of zij het best gestuurd wordt."

Vos: "Het zal niet mogelijk zijn om voor elke vluchtelingen een ideale oplossing te vinden. Sommigen zullen het geluk hebben om in Duitsland te belanden, anderen zullen verplicht worden om zich in Letland of Estland te vestigen."

3

Welke garanties zijn er opdat een vluchteling ook daadwerkelijk in het land zal blijven dat hem of haar werd toegewezen?

Een asielzoeker die naar Letland moet, zal enkel aanspraak kunnen maken op het Letse socialezekerheidssysteem. Als die persoon toch naar Duitsland verhuist, heeft hij geen recht op steun en moet Duitsland de vluchteling in kwestie terug naar Letland sturen. Hiervoor zal onder meer gebruik gemaakt worden van een systeem van vingerafdrukken.

Vos: "Als die vluchteling een job vindt in Duitsland heeft hij wel het recht om te verhuizen."

Omarsson: "Dat lijkt me geen probleem, eerder een duurzame oplossing. Uiteindelijk is het toch de bedoeling dat zoveel mogelijk vluchtelingen een job krijgen, waardoor ze onafhankelijk worden van financiële ondersteuning."

4

Aanvankelijk was het de bedoeling dat 54.000 vluchtelingen die zich in Hongarije bevinden over de rest van Europa zouden worden verspreid worden. Maar Hongarije verzet zich tegen het akkoord, waardoor dat land extra vluchtelingen zal moeten opnemen en waardoor plotseling onduidelijk wordt wat er met de 54.000 vluchtelingen van Hongarije moet gebeuren.

Vos: "Hoe realistisch is dat cijfer 54.000 nog? Aan de ene kant van de grens houdt Viktor Orban de vluchtelingen tegen met prikkeldraad, en aan de andere kant van het land laat hij de vluchtelingen doorstromen naar Oostenrijk en Duitsland. De vraag die moet gesteld worden, is of die 54.000 ondertussen al geen fictie is geworden. Niemand die erop kan antwoorden." Meerdere bronnen gaan ervan uit dat Orban zijn vluchtelingenprobleem ondertussen al geëxporteerd heeft.

5

Slowakije, Tsjechië, Hongarije en Roemenië verzetten zich tegen het spreidingsplan, maar moeten het van Europa toch uitvoeren. Zal dat laatste ook daadwerkelijk gebeuren?

De kans is reëel dat deze landen het akkoord uiteindelijk schoorvoetend of gedeeltelijk zullen uitvoeren. Anders zouden ze behoorlijk wat krediet verliezen binnen de Europese Unie, en dat kan hen in andere dossiers zuur opbreken. Maar als ze zich blijvend verzetten, hebben de andere lidstaten weinig hefbomen om het spreidingsplan op te leggen.

Theoretisch kan tegen weerbarstige lidstaten klacht ingediend worden bij het Europees Hof van Justitie, dat een boete kan opleggen. Maar dat is een drastische en zeer tijdrovende maatregelen die zo goed als zeker niet zal toegepast worden. Een andere mogelijke sanctie is dat de niet-solidaire landen minder financiële steun krijgen van Europa.

Vos: "Maar ook dit is geen eenvoudige oplossing omdat de Europese meerjarenbegroting ondertussen al is goedgekeurd. Je kunt die landen natuurlijk ook uit Schengen stoten. Ook dat is een erg verregaande maatregel, maar misschien is dit wel het enige drukkingsmiddel. De landen waarover het hier gaat, wilden enorm graag deel uitmaken van Schengen."