Direct naar artikelinhoud

'Het Woodstock van Wallonië' en andere mythes

Dour is een dot van een festival. Toch blijft het verbazen hoeveel clichés, halve waarheden en vooroordelen de ronde blijven doen. Om alle grauwsprekers de mond te snoeren, maar ook de waarheid geen geweld aan te doen: een onderzoek.

Kwantiteit boven kwaliteit

U bent zo'n besluiteloze slapjanus als wij? Dan komt de keuzestress op elk groot festival u vast wel bekend voor. Dour maakt het zeker niet minder moeilijk. Vijf dagen lang komen zo'n driehonderd acts voorbij, op een handvol verschillende podia die kriskras over het terrein verspreid liggen. Je holt jezelf makkelijk voorbij, wat trouwens ook écht geen zicht is in de gemoedelijke parallelle wereld die Dour is. Wie wint dan eigenlijk iets bij die overdaad? De multiculturele logés van Dour, die twijfelen tussen hiphop, elektronica, dance en rock.

Sigur Rós en Underworld zijn zowat de bekendste namen op de affiche, maar op Dour telt vooral de schoonheid van de ontdekking. "Wereldberoemde headliners strikken is niet onze grootste bekommernis", zegt Marc Steens, die de pr verzorgt voor Dour. "Daar zijn andere Belgische festivals sterk genoeg in. Liever zetten we in de tentjes Le Labo en La Cubanisto in op jonge beloftes en beginnende dance-acts."

Ook slopen ze graag de taalbarrière. Bijna twee derde van het publiek is Franstalig, maar toch speelde De Jeugd van Tegenwoordig ooit voor uitgelaten francofoon publiek, en dit jaar mag Kenji Minogue zich in de Borinage roeren.

Ondanks een sterke en avontuurlijke affiche blijft evenwel één bezwaar gelden: vijf dagen zorgt onvermijdelijk voor een uitputtingsslag, zelfs voor de doorgewinterde festivalfan. Hoe plezierig is dat? "Het publiek vraagt daar nochtans zélf om",maakt Steens zich sterk. "Vroeger was het altijd al groot feest op de camping, de avond voor het festival begon. Toegegeven: we merken dat het feest op zondagmiddag altijd wat trager op gang komt."

Dour is een drugshol

Wanneer het festival op zijn laatste benen loopt, merk je evenwel ook dat het publiek zich steeds losser gaat gedragen. Dat valt volgens Steens toe te schrijven aan de festivalroes: op dag drie stoor je je niet langer aan die modderige schoenen of je zweterige kleren.

De Dour-roes kun je evenwel ook op een andere manier verzekeren. Géén leugen: op weinig festivals zijn drugs zo zichtbaar als hier. Alleen in het Schipperskwartier of Pete Doherty's endeldarm kijk je aan tegen een groter bacchanaal. Dat valt bedrieglijk eenvoudig te verklaren. In Vlaanderen wordt veel strenger opgetreden in de openbare ruimte. Dat betekent echter niet meteen dat er minder wordt geslikt, gesnoven en geïnhaleerd.

"Overal vind je drugs", weet een notoire festivalganger en recreatieve gebruiker. "Wie er wil, zal er vinden en gebruiken." Dit jaar heeft hij zowel Dour als Tomorrowland op zijn lijstje staan, maar om begrijpelijke reden wil hij alleen anoniem getuigen. "Eigenlijk is Dour een veel minder gevaarlijk festival door die tolerante houding. Op een technofestival in Gent zie je al eens iemand crashen, nadat ze pas op de dansvloer staan. Dat komt omdat ze aan de zware controles proberen te ontglippen en hun pillen thuis in één klap inslikken. Op Dour hoef je niet zo'n idioot te zijn."

Bij de festivalorganisatie zelf klinkt het dat ze gebruik ontmoedigen, maar ook niet hypocriet willen zijn. "Een volwassen beleid is beter dan repressief optreden. Daarom rekenen we al jaren op de hulp van Modus Vivendi. Dat is een vzw die aan drugspreventie doet. Vroeger testten ze drugs ook op veiligheid. Alleen weet ik niet of dat nu nog gebeurt: toen de media lucht kregen van die acties, heeft de publieke opinie zich heel erg tegen ons gekeerd."

Een simpele vergelijking: in Dour werden het voorbije jaar iets meer dan 250 processen-verbaal voor drugsbezit opgemaakt. Daarnaast werden 36 dealers bij de kraag gevat. Tomorrowland noteerde vorig jaar 235 pv's in zijn eerste weekend en 309 in het tweede. Toen werden 34 drugsdealers gearresteerd.

Dour is een smerig Sodom en Gomorra

Alsof het niet volstaat dat de Borinage meestal wordt versleten voor een uitgewoonde, grauwe mijnwerkersstreek, werd de Machine à Feu in Dour negen jaar geleden bekend als vunzig en chaotisch hol van Pluto.

"Dit festival stinkt naar stront en azijn... Wat is hier gebeurd?" De verbijstering bij The Rapture was groot toen de punkfunkateers toen op een van de podia verschenen. Hevige regenval had het terrein na een dag herschapen tot een poel van modder, afval en uitwerpselen. Door een tekort aan toiletten, deden zo'n dertigduizend bezoekers hun gevoeg dan maar op de grond.

De organisatie trok toen aan de noodrem. Een jaar later, bij de twintigste verjaardag van het festival, zorgden ze in de eerste plaats voor genoeg toiletten: "Ons eigen mooiste verjaardagsgeschenk", noemde organisator Carlo Di Antonio dat in 2008. Verder werd het Croix Verte in het leven geroepen: het Groene Kruis, dat eerste hulp biedt bij het proper houden van het terrein. Om de dertig meter staan er dit jaar ook vuilnisbakken. Je moet al een erg luie, vunzige donder zijn om nu nog te sluikstorten.

Alles kan en alles mag

"Dour is het Woodstock van Wallonië", merk je op verschillende fora. Om die reden vinden elk jaar meer Vlamingen en calvinistische Nederlanders de weg naar de Borinage: op geen enkel ander festival blijk je zo snel vrienden te maken. Het ruige getto-imago dat Dour meedraagt, is dan ook hopeloos achterhaald.

Aan het begin van deze eeuw ondervond het festival nogal wat last met jongerenbendes uit Noord-Frankrijk, die amok maakten op de camping, of de meisjes lastigvielen. Daar kwam verandering in toen de organisatie ervoor zorgde dat je alleen met een dagticket en campingkaart toegang kreeg. "Die kost bleken herrieschoppers er niet voor over te hebben", zei Steens daar al eerder over.