Direct naar artikelinhoud

Hoge inflatie in Europa en VS

De Europese Commissie waarschuwt voor een inflatiespiraal. De inflatie in de eurozone is opgelopen tot 3,1 procent. Dat is het hoogste cijfer sinds mei 2001 en maar net onder het record. België doet het met 2,9 procent iets beter.

De Tijd

BRUSSEL l Ook in de VS stijgt de inflatie hoger dan verwacht. Een belangrijk deel van de verklaring ligt bij de prijsstijgingen van brandstof en voedsel.

Toch is ook de kerninflatie (het cijfer zonder de prijzen voor brandstof en voedsel) gestegen tot 2,3 procent. Met dergelijke cijfers zijn renteverlagingen door de ECB niet te verwachten. De meeste economen gaan wel uit van een status-quo tot eind 2008. De Commissie zegt te hopen dat het inflatiecijfer tegen midden 2008 terugkeert naar "normale niveaus".

De inflatie in de eurozone bedroeg in november niet 3,0 procent, zoals de EU-Commissie eerder had voorspeld, maar 3,1 procent.

België doet het met een inflatie van 2,9 procent beter dan het Europese gemiddelde. Dat wordt vooral opgetrokken door Spanje (4,1 procent) en Duitsland (3,3 procent). Slovenië kampt met de hoogste inflatie (5,7 procent). Dat leidt bij de Europese instellingen tot groot ongenoegen. Het land is pas toegetreden tot de eurozone en laat na zijn inflatieplichten na te leven. De jaren voor de toetreding waren de prijsstijgingen wel onder controle, nu ontsporen vooral de lonen. Door een gebrek aan concurrentie blijven de prijzen van veel producten en diensten bovendien hoog. Europese bronnen stellen dat Slovenië een slecht voorbeeld stelt voor andere kandidaat-eurolanden.

De euro heeft gisteren een zware klap gekregen. De eenheidsmunt zakte met ruim 1 procent tot 1,444 dollar. De munt boekte het grootste dagverlies in meer dan twee jaar. De euro noteert bijna 4 procent lager dan zijn recordkoers van 1,497 dollar, die dateert van 23 november. Veel economen verwachten dat de euro in de komende maanden verder daalt.

Ook de Verenigde Staten kampen met prijsstijgingen. De hoger dan verwachte inflatie en industriële productie in de VS verminderen de kans op bijkomende renteverlagingen van de Amerikaanse centrale bank (Fed).

De Amerikaanse consumptieprijzen stegen in november met 0,8 procent tegenover oktober. De prijzen zonder voeding en energie stegen met 0,4 in plaats van de verwachte 0,3 procent. De sterke prijsstijgingen deden de inflatie versnellen van 3,5 tot 4,3 procent en de kerninflatie van 2,2 tot 2,3 procent.

Bovendien blijkt dat de Amerikaanse industrie beter presteert dan verwacht. De industriële productie groeide met 0,3 procent in plaats van de verwachte 0,2 procent. De inflatie- en productiecijfers bevestigen dat zowel de inflatie als de economische groei in de Verenigde Staten hoger is dan verwacht. Ook de recente cijfers over de producentenprijzen en kleinhandelsomzet wijzen in die richting.

De obligatie- en aandelenmarkten reageerden rustiger op de tegenvallende inflatiecijfers. De Amerikaanse tienjaarsrente steeg eerst fors, maar viel later gedeeltelijk terug. Uiteindelijk steeg de lange rente in de Verenigde Staten en Europa met enkele basispunten.

De Europese beurzen daalden lichtjes na de cijfers. Maar ze sloten hoger dankzij de goede prestaties van de energie- en nutsbedrijven en de banken.