Direct naar artikelinhoud

minister vanhengel meer dan ooit overtuigd van nieuw sportstadion op heizel

Vanhengel: 'Geef me een jaar om iedereen te overtuigen en tegen 2012 wil ik dat het stadion er staat'

'Zoals Stade de France, maar kleiner'

Guy Vanhengel, Brussels minister van Financiën en Begroting (VLD) én sportliefhebber, droomt van een nieuwe, nationale sporttempel. Hij trok met een vijftigkoppige delegatie op werkbezoek naar het Stade de France in Parijs.

Parijs

Van onze verslaggever

Kurt Boes

Was de realiteit niet zo schrijnend, een mens zou er eens goed mee lachen. Zes jaar na Euro 2000 troonde Vanhengel zijn gevolg mee naar Parijs om een modern stadion te aanschouwen. Het Stade de France werd nochtans opgetrokken voor het WK voetbal 1998, twee jaar vóór het EK in België. Vandaag heeft ons land en zijn Europese hoofdstad geen enkel stadion dat de internationale norm haalt. Onlangs nog kreeg het Koning Boudewijnstadion een negatief veiligheidsrapport. "Wij zijn krabbers", zegt Vanhengel.

Voor Vanhengel, ook verantwoordelijk voor het imago van Brussel in het buitenland, is de situatie onaanvaardbaar. Hij probeert al een tijd decision makers te overtuigen. Nu vond hij de tijd rijp om het vuur op te poken. "Timing is in zulke dossiers belangrijk", zegt hij. "Straks zijn het gemeenteraadsverkiezingen en zodra de nieuwe gemeenteraad in Brussel zetelt, wil ik volle kracht vooruit. De stad Brussel is als eigenaar van de Heizelgronden een eerste partner. Als je die over de streep wilt trekken, moet je ervoor zorgen dat de vertegenwoordigers vóór de volgende verkiezingen ook de vruchten kunnen plukken van de realisatie van een nieuwe sporttempel. Na dit bezoek weet ik wel zeker dat we een gelijkaardig stadion met 50.000 of 60.000 zitplaatsen moeten bouwen. Het Stade de France leert ons dat zo'n investering best rendabel kan zijn."

De bouw van dat stadion kostte dik 400 miljoen euro. De Franse staat was goed voor 47 procent van dat bedrag. De rest werd samengebracht door Bouygues en Vinci, twee industriële reuzen die samen het 'Consortium Stade de France' vormen. Vanaf de eerste dag was er kritiek. De staat had zich laten rollen door het consortium, zo wees een rapport van het Franse rekenhof uit. Vooreerst bleek het bestek volledig op maat van het consortium geschreven. Daarnaast stond er een clausule in het contract die de staat ertoe verplichtte om het consortium jaarlijks 7,5 miljoen euro boete te betalen als geen enkele eersteklassevoetbalploeg mét internationale uitstraling het stadion als uitvalsbasis zou gebruiken. En dat tot het einde van de concessie in 2025. Maar Paris Saint-Germain, de grootste ploeg in Parijs, haalde zijn neus op. Une petite bêtise die de Franse staat 225 miljoen euro zal kosten. Meer dan ze in de bouw geïnvesteerd heeft. Het consortium daarentegen zal tegen 2015 wellicht break-even draaien.

Zover wil Vanhengel het niet laten komen. "Sowieso mag de overheid niet meer dan 20 procent financieren", zegt hij. "De rest moet van privéondernemingen komen. De overheid, de stad Brussel, levert tenslotte al de grond, en op de Heizelvlakte is die goud waard. De grond waarop het Stade de France gezet is, was eigendom van Gaz de France. Bovendien was die ernstig vervuild, en heeft de overheid zwaar moeten investeren in mobiliteit. Ze heeft 5.000 parkeerplaatsen moeten aanleggen, terwijl wij er nu al 13.000 hebben. Bovendien ligt de site dicht bij de ring én het stadscentrum en zijn er metro-, bus- en tramverbindingen."

Niet iedereen deelt Vanhengels enthousiasme. Dat er iets moet gebeuren, akkoord, maar moeten we een nieuw stadion bouwen? En moet dat per se op de Heizel? Voor Bertin Mampaka, Brussels schepen van Sport, kan een renovatie van het Boudewijnstadion misschien volstaan. Ook Pascal Smet, Brussels minister van Openbare Werken, stelt zich vragen bij een nieuwe sporttempel. "Ik ben niet tegen, maar wil eerst een haalbaarheids- en mobiliteitsstudie. En kan een nieuwe sporttempel niet in Schaarbeek op de braakliggende terreinen van het vormingsstation? Dat zou een prima katalysator zijn voor de nieuwe wijk die we daar willen creëren. Dat terrein ligt ook dicht bij de ring, we kunnen het ontsluiten via het voorstadsnet en er zal straks een spoorverbinding met Zaventem zijn."

Vanhengel blijft voorstander van de Heizelvlakte maar sluit de optie Schaarbeek niet a priori uit. "Al is dat terrein niet beschikbaar voor 2010." Van een volgende renovatie wil Vanhengel echter niet weten. "We moeten af van die 'sparadrap-politiek'. Het heeft geen zin om pleisters te blijven plakken. Het Stade de France haalt een kwart van zijn opbrengst uit de verhuur van loges terwijl er in het Boudewijnstadion geen loge te vinden is."

Vanhengel is zich bewust van de moeilijke politieke situatie in België. "Maar geef me één à anderhalf jaar om iedereen te overtuigen. En tegen 2010-2012 wil ik dat het stadion er staat."