Direct naar artikelinhoud

Boonen kan zijn wil nog niet opdringen

Slechts een paar tientallen meters kwam Tom Boonen te kort om in Meerbeke mee te sprinten voor de overwinning. Uiteindelijk moest Vlaanderens grootste publiekslieveling zich met de vierde plaats verzoenen. ‘In de finale moest ik me beperken tot volgen’, bekende hij. ‘En toch, ook al zat ik op mijn tandvlees, een derde overwinning zat er in.’

Ook Boonen beleefde naar eigen zeggen ‘een hele rare’ Ronde van Vlaanderen. “Tot drie keer toe dacht ik dat de beslissing gevallen was. Telkens liep het weer samen. ‘Van waar blijven ze komen?’, stelde ik me een paar keer de vraag. Tja, een combinatie van het goede weer en een sterk deelnemersveld, zeker. Ook wat mezelf betreft dacht ik tot twee keer toe dat het over en out was. Maar een eind na de Bosberg kwam ik toch weer vooraan aansluiten en zat het er plots opnieuw in. In de laatste kilometer reageerde ik achter het trio Chavanel-Nuyens-Cancellara nog op een uitval van Flecha om ‘de boel’ stil te leggen. Maar ik zag achter mij een gat vallen en zette dan maar door. Ei zo na sprintte ik nog mee voor de overwinning. Maar ik moet toegeven, het beste was er dan al lang af. Eigenlijk was het licht al uitgegaan op de Valkenberg (op 33 kilometer van de finish, red.). Niet vergeten dat ik ook al een pak pijlen verschoten had om het peloton in bedwang te houden toen ploegmakker Chavanel alleen voorop reed.”

Anderzijds zat Boonen daardoor lange tijd in een luxesituatie. Al na de Oude Kwaremont wist hij Chavanel voorop. Hijzelf kon in een uitgedund peloton nog rekenen op de steun van Steegmans en Devenyns. Op de Leberg nam hij dan zelf het initiatief, met... Cancellara in het wiel. “De Zwitser nam over en trok fors door. Indrukwekkend, hoe Fabian door die bewuste bocht ging. Ik denk dat hij lijm aan zijn tubes had, want ik ging bijna uit de bocht, terwijl ik minder hard reed dan hem. Hij sloeg een kloof van vijftien meter die ik niet meer dicht kreeg. Op dat moment vreesde ik dat we hem niet meer zouden terugzien. Tot we op de Muur plots weer in zijn spoor zaten. Dat Cancellara toch geen superman is? Ha, dat wist ik al lang hoor. Ik koers al vijftien jaar met hem samen. Veertig kilometer op kop rijden in de Ronde is ook allesbehalve evident.”

‘Chavanel sterkste in koers’

Op de Bosberg moest Boonen echter opnieuw passen. “Kijk, ik wist dat ik dit nog niet aankon. Oké, ik won Gent-Wevelgem, maar ook daar was ik in de bergzone niet top. Woensdag tijdens de parcoursverkenning ging het een stuk beter. En na vandaag voel ik me weer coureur (grijnst). Maar ik ben nog niet bij machte om mijn wil op te dringen. Zoveel is duidelijk. Ik moest rekenen op mijn sprint.” Chavanel tweede, Boonen vierde. “Dat zijn twee kutplaatsen, natuurlijk. Zeker omdat Sylvain vandaag de sterkste man in koers was. Beter dan Cancellara, ja. Daarom ook dat we konden gokken op hem. En als ik de sprint terugzie, ben ik er van overtuigd dat de overwinning er in zat. Spijtig.”

Straks volgt Parijs-Roubaix. Krijgen we daar wel de beste Boonen te zien? “Het gaat crescendo met de conditie. Laat ons hopen dat ik volgende zondag nog dat tikkeltje sterker ben...”