Direct naar artikelinhoud

'Zo ziet het er dus uit na de apocalyps'

'Alles is onder controle.' Dat zinnetje kan hij, 's werelds meest radioactieve mens, niet meer horen. Naoto Matsumura (55) woont al drie jaar als enige vlak bij de ontplofte kerncentrale van Fukushima. Wellicht wordt hij ziek. Tot die tijd blijft hij waar hij is geboren. 'Alleen zo kan ik Japan en de wereld een spiegel voorhouden.'

iktiktik. Tik. Tik-tik. Tikketikketik. Het hortende signaal van de geigerteller is het enige geluid op de weg van het stadje Tomioka naar de boerderij van Naoto Matsumura. In Tomioka zelf is het zo mogelijk nog stiller. Niemand woont hier nog sinds op 11 maart 2011 een driedubbele ramp de noordoostelijke Japanse provincie Fukushima trof. Een zeebeving voor de kust, een tsunami en een kernramp op een twintigtal kilometer hiervandaan veegden de levens van zowat 200.000 mensen weg.

Drie jaar later zijn de paniek en vernieling nog tastbaar. Een huis dat integraal naar het midden van de hoofdweg is 'geschoven'. Auto-wrakken. Het ene na het andere pand in duigen. Overal puin. Flessen, boeken, een piano, kappersgereedschap, speelgoed. Uit een gebroken raam bungelt een felgekleurde klok. De wijzers staan op kwart voor drie. Het tijdstip waarop de aarde onverbiddelijk beefde. In de kapotte hoofdstraat springen de verkeerslichten op groen en dan weer op rood. Altijd maar weer. Maar hier laat geen levende ziel zich nog zien.

Behalve de patrouilles met agenten die van achter hun masker speuren naar tekenen van criminaliteit. Net na de ramp sloegen dievenbendes toe. Het is echter een raadsel wat er hier nog te mispeuteren valt. Tomioka staat, net als die andere stadjes in de geëvacueerde zone op twintig kilometer rond de centrale, nog wel op de kaart, maar dat is het dan ook. Verder bestaat dit gebied niet meer, al is de overheid de evacuatiezone vandaag aan het inkrimpen omdat het gevaar deels geweken zou zijn.

Verdacht sujet

Af en toe komt Naoto met zijn hond dwalen door Tomioka. Alsof hij het verleden wil terugvinden. "Maar het is veel te stil. Het went niet", zegt hij. Hij zegt het ook tegen de agenten, die hem maar een verdacht sujet vinden. Ze zijn piepjong en niet van hier. De overheid laat jonge agenten uit het hele land om beurten rondjes draaien in 'De Zone'. Vanwege het stralingsgevaar. De man met zijn hond die beweert dat hij hier vlakbij op zijn boerderij woont, onderwerpen ze aan een verhoor waarbij Samuel Beckett de vingers zou aflikken:

"Dus u komt hier soms?"

"Ja, ik woon hier."

"Dat kan niet. Niemand woont hier."

"Oké. Dan woon ik hier niet."

"Wat is uw adres?"

Hij geeft zijn adres.

"Waarom bent u hier?"

"Omdat ik hier woon. Ik maak een avondwandeling met mijn hond."

"Maar het is hier gevaarlijk. Weet u dat niet?"

"Ik heb altijd op de radio gehoord dat het allemaal niet zo erg meer is. Onder controle. Dat zeggen ze toch in Tokio?"

"U woont hier alleen?"

"Ik dacht dat ik hier niet woonde?"

"Trekt u met anderen op?"

Naoto kijkt om zich heen. "Komt u veel volk tegen op de patrouille? Hier woont toch niemand?"

"U bent een activist. Die zijn altijd met meerderen. Waar zijn de anderen?"

"(grimmig) Ik ben alleen, meneer. De anderen zijn dood of weg. Door de kernramp. Weet u dat niet?"

Naoto Matsumura is steevast minzaam. Maar hij is ook woedend. Rookt als een ketter, houdt van grappen en grollen. En van zijn dieren. De natuur. Die is prachtig. Naar het schijnt zelfs prachtiger dan ooit.

Op weg naar zijn huis, op twaalf kilometer van de verwoeste centrale, wordt de stilte niet enkel meer door het steeds zenuwachtiger gekraak van de geigerteller verstoord. Gezoem, geritsel en gefluit weerklinken in luide echo's. Overal priemen planten weelderig over hekken. Van achter een verroeste witte BMW komt een struisvogel piepen. Op het pad naar het huis trippelen schattige kittens. Radioactieve abrikozen ploffen van de bomen. Een half verwilderde pony huppelt blij door wat vroeger een rijstveld was. "Zo ziet het eruit na de apocalyps. Welkom in het verloren land!", zegt Naoto.

Hij is blij met het bezoek. Al is het niet zo dat hij nooit een levende ziel ziet. Sinds de dood van zijn moeder woont zijn vader hier weer. "Hij voelt zich hier veel beter dan in een vreemde stad." Zwijgzaam schuifelt de oude man over het terrein, dat bezaaid ligt met gereedschap en veevoeder. De koeien, de struisvogel die ooit op een struisvogelkwekerij woonde en de katten zijn het andere gezelschap van Naoto. En sinds hij een stem krijgt in het buitenland is er wel vaker bezoek. Zelfs de vrouw van premier Abe kwam langs. Maar niemand blijft lang, vanwege de straling. "Ik ga ook elke week naar mijn favoriete eettent en heb vrienden buiten de zone. Ik ben geen gevangene."

Wat is hij dan wel? Een suïcidale koppigaard? Een masochist? Een held? Niets van dat alles. "Dit was niet de bedoeling", zegt Naoto traag, terwijl we op de grond rond zijn eettafeltje zitten. "In het begin voelde ik me vooral zo vreselijk verlaten. Het woord 'eenzaamheid' dekt de lading niet. Maar het is nu zo gelopen en ik kan niet anders dan hier uiteindelijk sterven."

En dan, alsof hij bang is dat de sfeer te somber wordt: "Eerst gaan we eten!" Noedels uit de microwave. Sinds drie maanden is er elektriciteit. In de ruim twee jaar daarvoor was het behelpen met kaarsen. Sympathisanten zetten regelmatig voorverpakt eten af en soms gaat Naoto winkelen buiten 'De Zone'. Zoals vroeger.

Hoewel. Niets is nog zoals vroeger. Mensen uit Fukushima worden gemeden als de pest, ook in de winkel. Het foute idee leeft dat ze gevaarlijk zijn. Van auto's met de Fukushima-nummerplaat worden de ruiten ingegooid. Winkeliers weigeren 'bestraalden'. Op hun nieuwe school worden de kinderen van Fukushima gepest. Naoto is ondertussen een beetje bekend en dat helpt. Maar hij weet maar al te goed hoe zwaar het is alles te verliezen en dan ook nog eens nergens meer welkom te zijn.

Meer zelfs, die menselijke wreedheid ligt aan de basis van wat hem overkomen is. Niemand wilde de Matsumura's opvangen nadat ook zij op de vlucht waren geslagen. Op dat moment leefde de gescheiden vader van twee volwassen kinderen na jaren in de stad opnieuw in zijn eigen streek. Hij werkte in de bouwsector en woonde op de boerderij bij zijn ouders, rijstboeren. "Ik moet in de natuur zijn. De bergen, de oceaan. Elk weekend ging ik vissen. En ik was dol op de wilde paddenstoelen. Die zijn nu zeer radioactief. Ik eet enkel nog voorverpakt voedsel en mis de smaak. Dus ruik ik dan maar af en toe aan de paddenstoelen. Het was hier een klein paradijs. Dat is allemaal weg."

Slordig

In de dagen na 11 maart 2011 wist Naoto sneller dan veel anderen wat er op het spel stond. "Ik was toen aan het werk op een werf. Wegwerk-zaamheden. Jaren heb ik een bedrijf gehad in metaalconstructies en nadat het failliet was gegaan, bleef ik in die sector werken. Tussen-door hielp ik op de rijstvelden.

"Toen de aardbeving en tsunami toesloegen, dacht ik aan een opdracht die ik eind jaren '60 deed voor de Tokyo Electric Power Company (Tepco, dat de centrale beheert, BDB). In die periode zag ik dat de Dai-ichi-centrale slordig in el- kaar gezet is. Het leek wel alsof iedereen meer bezig was met de hoge lonen in de nucleaire in-dustrie dan met een degelijk bouwwerk zetten."

In de jaren daarna stond hij echter niet meer stil bij de risico's. "Je geloofde de overheid. 'Japanse technologie, die doorstaat alles.' Ongelooflijk dat wij dat geslikt hebben. Nooit dacht ik eraan. Tot na de driedubbele ramp van '3/11'. 'Alles is onder controle', zeiden de verantwoordelijken ook toen. (kwaad)Ik kan dat zinnetje niet meer horen. Alles was níét onder controle. Mensen zijn naar plekken gestuurd waar er méér nucleaire neerslag viel, want die neerslag valt niet in mooie gelijkmatige zones. De evacuatiezone had minstens zestig tot tachtig kilometer rond de centrale moeten zijn, en geen twintig. Maar Japan verhoogde gewoon de in-ternationale veiligheidslimiet. Makkelijk, niet?"

IJsmuur

Ook na drie jaar is niet alles onder controle. Tienduizenden mensen zijn hun leven kwijt. Japan weet geen weg met het nucleaire afval. Nog altijd lekken dagelijks vele liters radioactief water de zee in, wat de overheid nu met een ijsmuur een halt wil toeroepen. De radioactiviteit zit nog voor decennia in de bodem, het water, de planten en dieren. Op het moment dat 'de poorten van de hel opengingen', dacht Naoto echter vooral dat hij meteen en daar, op de werf, zou sterven. Gebouwen zwiepten als graan in een storm. Maar na uren in doodsangst, zich vastklampend aan wat hij maar vond, slaagde hij er-in om via bergwegen thuis te raken. Zijn ouders zaten bibberend maar ongedeerd in de kasten.

Gedurende de volgende dagen hoorden de Matsumura's de waterstofgasexplosies. Naoto: "Ik kwam mijn neef, die bij Tepco werkte en hiernaast woonde, tegen, en hij zei dat we ons geen zorgen hoefden te maken. Hij was wel zelf met zijn gezin aan het inpakken. Typisch. Ook politie en medewerkers van Tepco, die hadden gezegd dat er zeker geen explosies zouden zijn, pakten hun biezen terwijl ze ons zeiden dat alles oké was. Aanvankelijk hadden enkelen zelfs beweerd dat het een aanslag was. Omdat 'een Japanse kerncentrale niet ontploft.' Maar de specialisten wisten zeer goed hoe gevaarlijk het was. Ze zaten niet meer in met hun job en vluchtten naar Tokio."

Na de vierde explosie trokken ook de Matsumura's weg. Ze klopten aan bij een familielid in het zuiden. Tot hun ontzetting waren ze niet welkom. 'Besmettelijk'. Tante smeet de deur dicht. In een evacuatiecentrum kregen ze de boodschap dat er geen plaats meer was voor mensen uit Tomi- oka. Naoto: "Mijn vader was razend. Hij is er bij-na in gebleven. We gingen dan maar terug naar huis. Op de radio hoorden we dat we enige we-ken binnen moesten blijven. Dat leek haalbaar. Mijn moeder wilde ook niet meer weg en daar-om bleef ook ik. Ik wou bij mijn ouders zijn."

Maar de weken werden maanden. Naoto werd een tijdje als vermist opgegeven. Hij en zijn ouders leefden op twee maaltijden per dag. Kwamen niet veel buiten. Aanvankelijk probeerde de politie hen weg te krijgen. Tevergeefs. "Waar waren jullie toen iedereen vastzat en op de vlucht wilde slaan?", gooide Naoto hen voor de voeten. Sindsdien wordt hij met rust gelaten.

En dan werden maanden jaren. De broers en zussen van Naoto haalden hem over om zijn ouders elders onder te brengen. Pas nadat zijn moeder onlangs was gestorven, keerde zijn vader terug. Op zijn 'officiële' evacuatieadres komt Naoto nauwelijks en het gros van de dag is hij in de weer met het voederen van de koeien en andere dieren uit de buurt die overleefden. "Dat was mijn eerste instinctieve reactie. Ik zag honderden dode beesten en gaf de uitgehongerde honden en koeien te eten. Er waren wel zeventig honden. Mensen hadden ze achtergelaten vanuit het idee dat ze maar even weg zouden zijn. Hun dieren zijn nog altijd hier. Ik verzorg hen. Ik heb het gevoel dat ik dat moet doen."

Spiegel

Ook vandaag. In zijn pick-uptruck volgeladen met balen voeder tuft Naoto naar de voormalige rijstvelden. Het voedsel is geoogst net na de ramp en in feite is het besmet afval. Naoto ontvangt van de overheid een vergoeding om het 'te verwerken'. En omdat hij, zoals iedereen die in het getroffen gebied alles verloor, ook van Tepco voorlopig nog een schadevergoeding krijgt, heeft hij ondanks zijn jobverlies geen al te grote financiële zorgen.

Wanneer ze de truck horen, komen van achter de overwoekerde bermen van een riviertje tien koeien en de pony aandraven. En twee kalfjes. Ze zien er kerngezond uit. Minutieus en goedlachs verdeelt Naoto het voer. Hij leeft op. Streelt de dieren. "We zijn op elkaar aangewezen. Ik blijf hier", zegt hij. Maar dat heeft niet alleen met dierenliefde te maken. "Het leek logisch dat ik bij mijn ouders en bij die dieren zou blijven. Pas gaandeweg ben ik gaan inzien dat mijn situatie kan dienen om Japan en andere landen met kerncentrales een spiegel voor te houden."

Of een koe, als dat moet. Zo troonde Naoto naar het Ministerie van Leefmilieu in Tokio om daar een koe met 'vreemde' witte vlekken af te leveren. "Die komt uit een gebied waar nog meer radioactiviteit is neergeslagen. Op het ministerie zeiden ze dat ze het zouden onderzoeken. Ik antwoordde: 'Als jullie dat niet doen, kom ik gewoon elke maand een nieuwe koe met rare vlekken voor jullie bureau zetten.'"

Met hetzelfde aplomb trok hij ook naar het hoofdkantoor van Tepco. Hij wachtte uren voor het kantoor, tot de medewerkers buitenkwamen. "'Waarom hebben jullie een slecht ontworpen kerncentrale neergepoot in tsunami- en aarbevingsgebied? En de bevolking verteld dat alles onder controle was, idioten?" Dat was de rode draad van het gesprek. Enfin, dat was niet echt een gesprek. Ik denk dat ze twee uur lang 'sorry, sorry' gestameld hebben. Dat zijn dan mensen die zoveel verdienen dat ze het zelfs niet aan hun families durven zeggen en die toch dergelijke fouten maakten", zegt Naoto.

Megafoon

Af en toe ging hij nog terug. Met een megafoon. "Waarom maakten jullie ons wijs dat het veilig was?", roept hij dan. Of hij organiseert fax- of cyberaanvallen, waarbij honderden sympathisanten de betrokken diensten overspoelen met vragen. Ondertussen heeft Tepco een apart kantoor dat zich bezighoudt met de zaak-Naoto Matsumura. De laatste man in Fukushima is daar trots op. "Dat wil zeggen dat ze opletten. Er wordt te veel gezwegen. De Japanse media gaan helemaal mee in het idee dat alles nu wel in orde is. De overheid is de evacuatiezone aan het inkrimpen en ze willen dat mensen terugkeren. Tokio wil al die mensen in tijdelijke behuizing ook geen vergoedingen meer betalen. Maar het is hier naar internationale normen voor zeer lange tijd niet leefbaar."

Kwader dan kwaad is hij daarover. En over het feit dat de autoriteiten de centrales, die al drie jaar stilliggen, weer wil openen. En over de grote hoeveelheden nucleair afval. Overal in de regio liggen op afgebakende velden de zwarte balen met daarop de zwart-gele gevaartekens. Op twee plaatsen zijn verbrandingsovens in aanbouw. Naoto: "Nucleair afval verbranden. Kun je je dat inbeelden? In jouw land? Ik moet lawaai blijven maken. Dat doe ik door hier te blijven. Door mijn verhaal te delen. Ik heb zelfs een Facebookpagina. Ik hoef geen tijdelijke woning. Ik en mijn dieren zijn een wandelend experiment, een permanente levende herinnering aan die grote fout hier kerncentrales neer te zetten. Het was niet mijn plan maar ik kan me goed vinden in die rol."

Levenslustig

Anderen noemen het trage zelfmoord. Naoto, die vrolijker en levenslustiger overkomt dan veel van de ontheemden in de tijdelijke behuizing, ziet dat niet zo. "Ik ben soms triest en vraag me af wat er met mij gaat gebeuren. Maar een kerncentrale bouwen in tsunami- en aardbevingsgebied, dat is zelfdestructief. Ik ben dat niet. Ik heb me laten onderzoeken door de universiteit van Tokio en ja, ik ben de meest radioactieve mens ter wereld. Misschien word ik binnen tien of vijftien jaar ziek. Wellicht. Maar de mensen in de tijdelijke woningen zijn depressief. Ze plegen zelfmoord omdat er geen licht aan het eind van de tunnel is.

"Ik woon liever in vrijheid op de plek waar ik geboren ben dan als een paria in een of andere container, zonder doel. Ik wil mijn mond opendoen. Voorlopig laat de overheid mij doen, al zitten ze erg met me verveeld. Maar iedereen moet blijven zien hoe vernielend nucleaire energie is. Hoe kernenergie is als een appartementsgebouw zonder toiletten. Niemand weet wat gedaan met het afval."

Na lang aandringen is zelfs het Japanse ministerie van Leefmilieu op bezoek gekomen. Naoto vroeg hen hoeveel van de radioactiviteit ze kunnen opruimen. Het antwoord: hoogstens de helft. "Ze geven dat toe maar willen toch dat mensen weer hier komen wonen. Iemand moet op die tegenstrijdigheid wijzen. En ik heb het niet alleen over Japan. Hebben jullie eraan gedacht, in België? Je woont naast Frankrijk, waar 58kerncentrales staan. Misschien lijkt het hier exotisch, maar dit kan ook bij jullie gebeuren. De mens heeft iets vreselijks gemaakt. Het ergste wat kan gebeuren, is dat het hier echt helemaal stil wordt. En dat dit alles vergeten raakt."

---

Kort

Naoto Matsumura (55) bleef als enige wonen in de zone die na de ramp in Fukushima werd geëvacueerd. Aanvankelijk deed hij dat omdat hij nergens anders onderdak vond. Gaande- weg ging hij voor verweesde dieren zorgen en groeide hij in zijn rol als activist. Matsumura vindt vooral in het buitenland gehoor met zijn pleidooi tegen kernenergie. Na een oproep in het Europees Parlement nam hij deel aan een protestactie bij de Franse centrale in Fessenheim. In Japan gaat hij in discussie met de verantwoordelijken, voor wie hij een doorn in het oog is. De universiteit van Tokio onderzocht Matsuma- ra en concludeerde dat hij 'erg veel straling opliep'. Maar hij is nog gezond. Matsumara besloot dat zijn eerste screening ook zijn laatste was.

---

De meest radioactieve man ter wereld

Werd op 12 juli 1959 geboren in Tomioka, Japan

Groeide op met zijn twee broers en zus op de rijstboerderij van zijn ouders

Richtte na zijn studie aan een technische hogeschool een bedrijf gespecialiseerd in metaalconstructie op

Was een van de onderaannemers bij de constructie van de Dai-ichi-centrale die in 1971 in Fukushima openging

Woonde en werkte enkele jaren in Tokio maar keerde terug naar zijn ouderlijk huis, op twaalf kilometer van de centrale

Keerde na de driedubbele ramp die Fukushima in maart 2011 trof terug naar dat huis, hoewel dat in de evacuatiezone ligt.