Direct naar artikelinhoud

'Ik ben nogal een dramaqueen'

Dez Mona is altijd een buitenbeentje geweest in de Belgische rock. De groep koppelt jazz aan blues, kan zowel met gospel als chanson uit de voeten, en gaat op het nieuwe A Gentleman's Agreement zowaar met elektrische gitaren aan de slag. Zanger Gregory Frateur zit bovendien beter in zijn vel dan vroeger. 'Ik ben niet langer boos op de wereld.'

De eerste afspraak met Gregory Frateur vond plaats in een gezellige brasserie op de Antwerpse Dageraadplaats. We hadden elkaar nog nooit ontmoet en het werd een hartelijk, geanimeerd gesprek. De zanger heeft, vooral op basis van de vroegste Dez Mona-platen, een moeilijk, kunstzinnig imago, maar dat beeld is achterhaald.

Alleen bleek er twee uur later niets op het bandje te staan, zodat we vandaag weer tegenover elkaar zitten. Om het goed te maken hebben we dit keer afgesproken in de wijnbar iets verderop. We hebben het over A Gentleman's Agreement en zijn het erover eens dat het niet alleen de beste, maar ook de meest toegankelijke plaat is die de groep tot nog toe heeft uitgebracht. Die koerswijziging is er niet toevallig gekomen, vertelt hij net op het moment dat de serveerster de eerste glazen rood op tafel zet. "We wilden alleszins een gebalder geluid. Het moest warmer en beknopter worden. Voor het eerst hebben we ook gitaren gebruikt. De plaat is eigenlijk een natuurlijke reactie op Sága, dat in dezelfde periode ontstaan is. Natuurlijk, ik kan de evolutie van Dez Mona niet ontkennen. We zijn destijds als duo begonnen, met af en toe een trompet, een contrabas en een accordeon erbij. Toen waren we veel kwader, extremer en kunstiger. We zaten ook in dat circuit. Speelden vaak op vernissages en zo. Ons eerste optreden was in de Recyclart in Brussel en in Antwerpen speelden we in Factor 44. Die undergroundscene vormde onze biotoop, en dat hoorde je aan de muziek die we maakten. Intussen is dat circuit grotendeels verdwenen. Bovendien: ons werk is zeer autobiografisch, en naarmate we zelf veranderen doen de songs dat ook. Als verteller wil ik het hele spectrum bestrijken en nagaan in welke mate ik verschillende emoties kan overbrengen. Ik zing niet langer over kwaad zijn. Het gaat nu over liefde en veel mooiere dingen."

Als je werk uitgesproken autobiografisch is, zit de mens Gregory Frateur er dan helemaal in vervat?

"Op emotioneel vlak wel. Maar ik ben ook iemand die heel graag lacht en van humor houdt. En dat zijn, op links en rechts wat ironie na, geen aspecten van mezelf die je in de muziek vindt. Omdat het op dit moment nog niet klopt met wie ik als zanger ben. Ik neig altijd meer naar donkere dingen. Naar liefdesballades en maatschappijkritische thema's. Ik schrijf over de wereld waarin ik me ophoud. Dus dat gebrek aan humor stoort me eigenlijk niet. Ik beschouw muziek sowieso als een ernstige bezigheid. Het is mijn leven, mijn passie, en ik kan er dingen in kwijt die ik nergens anders in kan ventileren. Het vergt veel concentratie. Veel stress ook. Want ik wil het zo goed mogelijk doen en blijven evolueren. Er komt dus ook een hoop frustratie bij kijken. Plus: ik werk met andere mensen samen, wat lang niet altijd even evident is. Maar uiteraard blijft het belangrijk om te blijven genieten. Als het moment komt dat we niet meer met plezier op een podium staan, is het misschien interessanter om er gewoon mee te stoppen."

De kern van Dez Mona bestaat naast jezelf uit bassist Nicolas Rombouts. Hoe moet ik me jullie onderlinge band voorstellen?

"We hebben er heel lang over gedaan om te beseffen dat we geen vrienden zijn. We gaan niet samen op reis, zitten nooit met z'n tweeën op restaurant of op café. We zien elkaar uitsluitend in professionele omstandigheden. Maar precies door zo vaak te botsen en achteraf toch samen voort te werken, hebben we ontdekt dat we wel een zekere onvoorwaardelijkheid tegenover elkaar voelen. We zijn al duizend keer met slaande deuren vertrokken, maar de dag nadien volgen er excuses en zitten we toch weer muziek te maken. Qua karakter zijn we zowat elkaars tegenpolen. Ik begin meteen te roepen, hij is iemand die een conflict eerst in stilte beleeft en pas nadien uit zijn krammen schiet. Ik ben heel sociaal en vind het leuk om met de groep op stap te gaan. Hij zit liever alleen in een hoek een boek te lezen. Hij ervaart alles heel anders, en dat heeft zeker in het begin van de groep voor misverstanden gezorgd. Anderzijds: precies omdat we zo verschillend zijn, lukt het wel om elkaar te blijven verrassen."

Er zit nogal wat drama in de muziek van Dez Mona. Een goeie weer- spiegeling van je karakter?

"Ik kan wel een dramaqueen zijn, ja. Dat zit in mij. Ik ben ook in die wereld opgegroeid. Mijn vader was een succesvolle kapper en dat is een discipline waar veel show, theatraliteit en grootsheid in zit. Die grootsheid heeft me altijd aangetrokken. Als mens, en in mijn omgang met anderen, schuw ik de grote emoties niet, en dat sijpelt vanzelf in de nummers door. Op de nieuwe plaat nog het meest van al. Maar het punt bereiken dat je voor ogen had, lukt natuurlijk nooit. Maar goed ook: anders zou er geen drijfveer meer zijn om nog muziek te maken.

"Het drama in onze muziek heeft intussen wel een andere gedaante aangenomen. Vroeger was ik heel kwaad op de wereld, en had ik de nood om me af te zetten tegen vanalles en nog wat. Ik wilde anders zijn, me ver weg houden van de middelmaat. Dat is nog steeds zo, maar het ligt allemaal wat subtieler, wat poëtischer. Ik ga nu dieper op in de emotie. En nog een verschil: ik verzet me niet langer tegen de maatschappij, maar vraag me wel af wat ik kan doen. Dat zou ik vroeger nooit gedaan hebben. Voor mij is het belangrijk dat er hoop in de muziek zit. Maar dat wil niet zeggen dat ik het duistere uit de weg ga. Integendeel: ik zou nog altijd over de duivel durven zingen."

Weet je nog waar die kwaadheid vandaan kwam?

"Ik had me niet zolang daarvoor geout als homoseksueel, en dat is iets waar ik het zelf lang heel moeilijk mee heb gehad. Ik voelde me ontevreden met mezelf. Sága heb ik enkel kunnen schrijven omdat ik de zoektocht naar wie ik echt was op een positieve manier heb kunnen afronden. Ik ben echt thuisgekomen, iets wat ik niet meer had ervaren sinds ik het ouderlijke huis had verlaten. Eigenlijk voel ik me nog maar een paar jaar goed in mijn vel, maar nu kan ik bij momenten oprecht zeggen dat ik gelukkig ben. Het besef dat ik dat geluk écht kon voelen was heel verlossend. Ik zie nu ook in hoe belangrijk vriendschappen kunnen zijn. Daar gaat 'We Own the Seasons' over. En ja, af en toe gaat er een vriendschap verloren, en dat kan heel heftig zijn. Maar dan beschouw ik het achteraf wel als mijn opdracht om daar iets over te schrijven. Ik heb van thuis uit geleerd om het ijs te breken, om het meteen op tafel te gooien als er iets niet klopt. Iets onbesproken laten werkt niet bij mij. Anderzijds: als vriend moet je niet altijd een oplossing kunnen bieden. Soms volstaat het om er gewoon te zijn. Zelf ben ik enorm trots op mijn vrienden. Een dom voorbeeld: vorige zomer heb ik mijn huis laten verbouwen. Eerst dacht ik nog dat ik er wel kon blijven wonen, maar de eerste dag van de werken zat het stof al in mijn keel. En toen moest ik nog een plaat opnemen. Gevolg: ik heb een paar maanden kunnen househoppen bij vrienden. Daar schrok ik toch van, dat iedereen me meteen met open armen wilde ontvangen."

Niettemin heb je jezelf in interviews al meer dan eens als een tiran omschreven.

"Dat is waar. Een groep valt of staat met onderling respect, en dat moet bewaakt worden. Ik eis een totaal engagement van iedereen, en als blijkt dat dat niet zo is, ben ik degene die zijn stem verheft. Nicolas staat het dichtst bij me, dus die heeft daar het meeste last van. We hebben al discussies gehad waar ramen en deuren zijn gesneuveld, en één keer zijn we zelfs bijna op de vuist gegaan. Dat was na een optreden tijdens de Hilfe kommt-tournee, en gelukkig hadden we toen een paar zangeressen mee die ons uit elkaar hebben gehaald. Die periode was sowieso een dieptepunt. Ik voelde me verschrikkelijk gefrustreerd, en iedereen liep op de tippen van zijn tenen. De hele groep had issues met elkaar, en zo ontstond er een kloof tussen mezelf en de rest van de muzikanten. Met Nicolas daar dan nog eens tussenin. Tijdens de première in Leuven barstte de bom. Er waren er een paar te laat en daar kon ik niet tegen. Het vertrouwen was weg en dat is de hele tournee blijven nasmeulen. Tijdens zo'n tournee leef je heel dicht bij elkaar, en als je dan ook nog heel emotionele muziek maakt, én de vermoeidheid op begint te spelen, dan is er niet veel nodig om te ontsporen. Er was teveel negativiteit. Niemand wilde op die manier blijven functioneren. Er zijn nadien groepsleden vertrokken. Maar er is geen rancune. Zo zit ik niet in elkaar."

Je bent, net als je vader, nog een tijdje kapper geweest. Heb je de stap van het kapsalon naar het podium gemakkelijk gezet?

"Nee. Ik dacht in eerste instantie ook niet dat ik het in me had. Eerst heb ik trouwens een opleiding als schrijnwerker gevolgd. Met volle goesting bovendien. Maar eens ik mijn diploma had en in een schrijnwerkerij aan de slag kon, had ik toch al snel het gevoel dat ik me dat geen heel leven lang zag blijven doen. Toen heb ik een opleiding als kapper gevolgd en met de hulp van mijn vader een kapsalon geopend. In die periode leerde ik ook het nachtleven kennen. De dancings, de clubs... Daar kreeg ik voor het eerst een microfoon in handen geduwd. Voordien had ik wel al een paar keer in een karaokebar gezongen. Dat doe ik nu bij momenten trouwens nog."

Let op wat je zegt. De recorder loopt nog.

"(lacht) In die tijd organiseerde Vitalski regelmatig een vrij podium, en daar heb ik voor het eerst gezongen. En het publiek viel meteen stil. Zo ben ik geïnteresseerd geraakt in stemmen, en heb ik workshops gevolgd bij Meredith Monk en Omar Ibrahim. Daar leerde ik dan weer mensen kennen die me vroegen of ik geen zin had om een jaar naar Italië te komen om er mee te werken aan een nieuwe productie. Dus: kapsalon verkocht en vertrokken. Al die kunstzinnigheid was nieuw voor mij. Daar heb ik wel beseft dat muziek mijn ware roeping was. Terug in België zochten mijn vader en mijn broer een grafisch vormgever voor hun bedrijfje. Dus dan ben ik dat gaan doen. Zo bleef er nog tijd over om piano te leren spelen. Ik wilde koste wat het kost mijn artistieke taal blijven behouden."

Het Is wel een verhaal van twaalf stielen en dertien ongelukken. Hoe groot is de kans dat je over een paar jaar weer een drastische carrièreswitch maakt en pakweg restaurateur wordt?

"Ik kook wel graag alleszins. (lacht) Roel, onze accordeonist, is in avondschool een cursus hulpkok aan het volgen, en hij heeft al gezegd dat hij ooit graag met mij een restaurant zou beginnen. Dus wie weet. Je leeft maar één keer, hè. Ik blijf zelf ook als graficus bezig. Ik heb een laptop, dus dat kan ik overal doen. En het geeft me bovendien de financiële vrijheid om alleen de muziek te maken die ik zelf wil horen. Ik ben ooit opgebeld om audities te doen bij Studio 100, en ik ben blij dat ik daar toen niet om den brode op in heb moeten gaan."

Gregory Frateur in een Studio 100-productie lijkt me anders wel een gewaagd idee.

"Ja, dat vond ik ook. (lacht) David Davidse vond dat mijn stem perfect zou passen in een van de kinderprogramma's waar ze toen mee bezig waren. Lief dat hij aan me gedacht had, maar in mijn hoofd klopte dat gewoon niet. Die artistieke vrijheid is me dierbaar. Alleen, in België is het een utopie om louter van de cd-verkoop en de optredens te kunnen leven. Ik ben blij dat we intussen een paar artiesten hebben die ook in het buitenland doorbreken, want ik ben ervan overtuigd dat de volledige Belgische scene daar beter van wordt. Maar het blijft moeilijk. Ook voor ons.

"Gelukkig componeren we ook muziek voor theater, film en, binnenkort, dansvoorstellingen. Eind mei maken we met Eisbär een voorstelling, en dit najaar werk ik mee aan een grote productie van FC Bergman in het Toneelhuis. Daar moet ik naast zingen ook een beetje acteren. Het valt, ook voor mij, nog af te wachten of ik daar goed in ben, maar voor mij zijn al die uitdagingen noodzakelijk. Onlangs heb ik voor een benefiet het Stabat mater van Pergolesi ingestudeerd. Met partituur. Ik kon geen noten lezen, maar nu dus wel. Dat was gigantisch veel stress en ik heb er niks aan verdiend. Maar als mens ben ik er wel rijker van geworden."

Het Stabat mater is een cyclus met liederen over Maria, en ik weet dat je thuis ook christusbeelden hebt staan. Welke rol speelt geloof in je leven?

"Ik val gewoon op de symboliek. Ik ben weliswaar christelijk opgevoed - communies gedaan, gedoopt - maar dat was meer uit traditie dan uit overtuiging. Bij ons thuis werd nooit gebeden voor het eten. Ik stap wel graag een kerk binnen omdat ik hou van de ruimte en van de rust die daar doorgaans hangt. En het is een prachtig, christelijk stuk. Maar dat maakt me niet minder kritisch ten opzichte van het instituut zelf. Die benefiet zouden we trouwens eerst organiseren in de Antwerpse Carolus Borromeuskerk. Prachtig gebouw, en bovendien hebben ze daar een verbintenis met daklozen, waar de opbrengst van de voorstelling naartoe zou gaan. Bleek dat ze daar 2.000 euro voor wilden hebben. Ik viel achterover. Het idee dat een kerk geld vraagt om daar een benefiet ten voordele van minderbedeelden te mogen organiseren, is gewoon schandalig. Gelukkig waren we welkom in de kerk van Sint-Andries, waar een veel progressievere pastoor aan de slag is. Uiteindelijk hebben we net 2.000 euro opgehaald. In het eerste scenario zou de kerk dus met al het geld gaan lopen dat eigenlijk voor die daklozen was bedoeld. Ik zal dus nooit nog het Stabat mater zingen, want in mijn hoofd klopt dat niet meer."

A Gentleman's Agreement is uit bij 62 TV Records. Dez Mona is live te zien in Gent (5/4, Vooruit), Kortrijk (11/4, De Kreun), Leuven (16/4, Het Depot) Antwerpen, (19/4, De Roma), Sint-Niklaas (20/4, De Casino), Hasselt (2/5, MOD), en Brussel (8/5, Les Nuits Botanique)