Direct naar artikelinhoud

Vechten voor DUURZAME VIS

Vandaag begint Bewuste Visweek, waarbij supermarkten hun klanten aansporen om vis te kopen die duurzaam is gevangen of gekweekt. Supermarkten leggen wel steeds meer 'duurzame' vis in de rekken, maar de Belgische vloot blijft achter op het buitenland.

De tijd van het grote stuurwiel is voorbij. Met een computermuis sturen oom Willie en neef Peter Tait de ruim zeventig meter lange trawler Chris Andra de haven van het Schotse Peterhead uit. Na een paar uur varen turen ze op grote schermen. Rode en groene vlekken geven aan waar de haring zwemt.

Het sleepnet gaat overboord en twee uur later wordt 300 ton haring het ruim in gepompt. De Taits, een roemruchte vissersfamilie in Schotland, zijn tevreden. Ze hebben ook heel andere jaren meegemaakt.

De haringvisserij in de Noordzee bracht omringende landen eeuwen welvaart en voedsel, maar kwam in 1977 tot een abrupt eind: de visserij werd gesloten. Het bestand was uitgeput. De capaciteit van de haringvloot was vele malen groter geworden dan het vermogen van de vis om zich voort te planten.

Pas in 1981 werd weer gevist, de haring was herstellende. Vissers moesten zich wel houden aan een maximale vangst, zogeheten quota. Maar het bestand stond snel weer onder te grote druk, en in 1996 werden de quota gehalveerd.

Anno 2015 is het haringbestand weer uit het dal. Dit jaar mag een kleine 450.000 ton gevangen worden, volgend jaar iets over de 500.000 ton - nog altijd honderdduizenden tonnen minder dan wat in de topjaren werd gevangen. Ook het aantal schepen dat deelneemt aan de visserij is dramatisch afgenomen. Wat er nog vaart, is groot en voorzien van de laatste technologie waarmee zeer efficiënt wordt gevist.

De visserij op Noordzeeharing geldt tegenwoordig als duurzaam. De zwartvisserij is beteugeld en wetenschappelijke raad wordt opgevolgd. Een situatie als in 1977 lijkt voor de toekomst onwaarschijnlijk. Noordzeeharing is dus een visje dat met goed geweten gegeten kan worden. Consumenten herkennen die verantwoorde vis in de winkel aan de MSC-sticker.

De Marine Stewardship Council (MSC) werd op initiatief van het Wereldnatuurfonds (WWF) en multinational Unilever in 1997 opgericht om de achteruitgang van visbestanden tegen te gaan en marine-ecosystemen te beschermen. MSC-gecertificeerde visserijen werken op een verantwoorde en duurzame wijze. De organisatie hanteert daarbij een standaard die onder meer leunt op richtlijnen van de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties.

Van Noordzeeharing is nu 90 procent van de vangst MSC-gecertificeerd, maar op wereldschaal is er nog veel werk te verzetten. Wereldwijd wordt jaarlijks zo'n 90 miljoen ton wilde vis gevangen, en momenteel is een tiende daarvan gecertificeerd of onder beoordeling. De MSC hoopt dat getal tegen 2020 te verdubbelen. Er is dus nog een lange weg te gaan.

Forse investeringen

Beter beheer van visbestanden is hard nodig, zegt Victor Simoncelli van MSC Benelux. "Wereldwijd wordt 60 procent van de visbestanden volledig benut en 30 procent overbevist."

Koen Stuyck van het Belgische WWF: "Daarnaast spelen problemen met bijvangsten, zoals zeeschildpadden en dolfijnen, en beschadiging van de zeebodem. Er is nog veel illegale vangst en op wat er in de internationale wateren gebeurt, hebben we al helemaal geen zicht. De EU vist de wateren voor de Afrikaanse kust leeg, waardoor lokale vissers daar niets meer vinden."

Als een visserij of visproduct een MSC-label heeft, zo zegt Simoncelli, dan weten consumenten dat naar al die problemen is gekeken. Dan zijn vistechnieken in orde, worden bijvangsten binnen de perken gehouden, en is de impact op de ecologie kleiner. "Alles is traceerbaar, en vissers worden actief aangezet om te verduurzamen."

Stuyck: "Het ultieme doel is dat bestanden het beter gaan doen, vissers meer gaan verdienen met minder werk en de oceanen meer voedsel produceren. Het werkt. In Nederland is een flink deel van de vloot gecertificeerd en ze zien daar visbestanden herstellen, zoals de schol en de haring."

België blijft hopeloos achter. Simoncelli: "Van de ongeveer tachtig schepen in ons land is er één gecertificeerd, en dat vaart op een Nederlands certificaat. Het probleem met de Belgische vloot is de grote diversiteit in tuigen en bestekken: die vist van de Belgische kust tot de Golf van Biskaje, van het Kanaal tot de Ierse Zee. Voor elke gebied is een quotum en ze zouden dan voor elk gebiedje gecertificeerd moeten worden. En het gaat veelal om boomkor-trawlers, die zijn nog nergens gecertificeerd." Boomkorren zijn zwaar en ploegen de bodem om en dat wordt niet duurzaam geacht.

Stuyck: "Er vindt nu wel vooronderzoek plaats om te bekijken wat de vloot moet ondernemen om aan de MSC-eisen te voldoen. Met minder zware kettingen slepen betekent minder brandstofverbruik, en dat vinden vissers natuurlijk fijn. Maar daar zijn ook forse investeringen voor nodig. Er is nu beweging, maar die komt laat in vergelijking met andere landen. De Belgische overheid heeft daarin ook nooit een stimulerende rol gespeeld."

Kilo zalm

Aan de Belgische consument ligt het niet. Simoncelli: "Een supermarkt als Delhaize wil dat binnen vijf jaar 80 procent van de producten een MSC-label heeft. Lidl zit al bijna op 100 procent, net als Albert Heijn. En meer Belgische supermarkten volgen. De universiteiten van Gent en Brussel moedigen hun studenten aan om duurzame producten te consumeren. Ten opzichte van vorig jaar hebben MSC-producten in België een groei van 58 procent meegemaakt."

Stuyck: "Dat geeft aan dat Belgische consumenten het steeds belangrijker vinden dat op een verantwoorde manier met onze natuurlijke bronnen wordt omgegaan. Probleem is vooral dat het aanbod van dergelijke producten nog te klein is. Maar omdat de vraag zo groeit, voelen vissers en viswerkers de druk om aan de MSC-standaard te voldoen."

Wat MSC is voor wilde vis, is ASC voor gekweekte. Op een paar uur rijden van Peterhead, waar de visserij-inspectie direct aan boord van de Chris Andra klimt om te controleren of in het ruim werkelijk de hoeveelheid vis zit die de Taits vier uur eerder per telefoon vanop zee doorgaven, plonzen zalmen van een kilo of vijf in netten in Loch Leven. De kwekerij van Marine Harvest in deze smalle zeearm, ingeklemd tussen de ruige bergen van de Schotse Hooglanden, is de eerste in Schotland die zalm produceert met een ASC-certificaat.

De Aquaculture Stewardship Council (ASC) is ook al een non-profitorganisatie die mee op initiatief van het WWF is opgericht, maar dan voor 'verantwoorde kweekvis'. In 2012 werd de eerste kwekerij gecertificeerd: Regal Springs Tilapia in Indonesië. Anno 2015 hebben 178 kwekerijen in 21 landen de goedkeuring van ASC gekregen.

Dat klinkt als veel, maar in feite staat de ASC-standaard nog in zijn kinderschoenen. Zeker als het om kweekzalm gaat, waarvan wereldwijd jaarlijks 2,3 miljoen ton wordt geproduceerd. In Noorwegen, met 1,2 miljoen ton veruit de grootse producent, draagt slechts een kleine minderheid van de zalm het label. In Schotland is er maar één kwekerij sinds dit jaar gecertificeerd, hier in Loch Leven dus. En die produceert slechts 3.000 ton van de 160.000 ton Schotse zalm die jaarlijks de markt op komt.

Kweekvis maakt nu al de helft uit van de totale visconsumptie van mensen, en in 2030 naar verwachting tweederde. Kweek is simpelweg nodig omdat wilde visbestanden al (meer dan) maximaal worden benut en de vraag alleen maar groeit. Maar viskwekerijen zijn verre van probleemloos.

Kweek werd aanvankelijk gezien als antwoord op overbevissing, maar zeker in het geval van zalm, een roofvis, bleek dat niet het geval. Er waren kilo's wilde vis nodig om een kilo zalm te kweken. Manager Steve Bracken van de Loch Leven-farm: "Nu hebben wij 1,1 ton voer nodig om 1 ton zalm te kweken. Vis is veel efficiënter dan kippen, koeien en varkens in het omzetten van voer in lichaamsgewicht. Bovendien is het grootste deel van dat voer plantaardig." Maar Bracken kweekt ook zalm onder het merk Label Rouge voor de Franse markt, en in het voer voor die dieren zit zo veel vis dat die productie niet gecertificeerd kan worden.

Parasieten

Visvoer is niet het enige probleem. Zalmkwekerijen verspreiden ook ziektes en parasieten, vervuilen de zeebodem met uitwerpselen en chemicaliën, en vissen ontsnappen.

Alom wordt het groeiende aantal kwekerijen in Europa gezien als een van de oorzaken voor de afname van wilde Atlantische zalm. Hengelaars in Schotland klagen dat in gebieden met veel zalmkwekerijen de vangsten van wilde zalm de laatste decennia dramatisch minder zijn. In Noorwegen zijn dezelfde verhalen op te tekenen. Daar zwemmen tegenover de ongeveer een half miljoen wilde zalmen die nu nog jaarlijks terugkeren naar de rivieren, tweehonderd miljoen kweekzalmen in bassins van netten voor de kust.

Die kweekzalmen kunnen nogal wat zalm- of zeeluizen op zich hebben en die vermenigvuldigen zich. Terwijl luizen op kweekzalmen met chemicaliën bestreden worden, zijn wilde zalmen en zeeforellen weerloze slachtoffers. Jonge wilde zalmpjes die de rivieren verlaten en naar de open oceaan zwemmen zijn bij het verlaten van enkele Noorse fjorden al zo zwaar belast met luizen dat soms meer dan de helft het leven laat. Of ze zijn zo verzwakt dat hun overlevingskansen op de oceaan afnemen.

Er zijn de laatste decennia ook honderdduizenden kweekzalmen ontsnapt. Die zwemmen met de wilde soortgenoten de rivieren op om zich voort te planten. Daardoor ontstaat genetische vervuiling. Al helemaal in Schotland, waar een bedrijf als Marine Harvest werkt met jonge zalmpjes uit Noorwegen die genetisch anders in elkaar zitten dan de Schotse: ze worden onder meer later geslachtsrijp. Het is aangetoond dat de kruisingen tussen wilde en kweekzalmen een kleinere overlevingskans hebben gedurende de tijd dat ze in de open oceaan zwemmen.

"Daarom", zegt Esther Luiten van ASC, "stellen wij hoge eisen aan luizen en ontsnappingen. 0,1 volwassen vrouwtjesluis per kweekzalm is onze norm en er mogen er nooit meer dan driehonderd vissen per productiecyclus ontsnappen."

Steve Bracken van de Loch Leven-farm zegt dat hij al vier jaar geen chemicaliën heeft gebruikt om luizen te bestrijden. "Wij zetten lipvissen in die de parasieten van de zalmen eten." Bracken weet daarmee aan de norm te voldoen, maar niet overal leidt dat tot zulke resultaten.

Hoogst haalbare

Marine Harvest is wereldwijd de grootste producent van kweekzalm. Terwijl het bedrijf in Schotland naarstig op zoek is naar nieuwe locaties, verzet het zich in Noorwegen tegen verdere groei van kwekerijen en stapte uit protest daartegen zelfs uit de overkoepelende organisatie voor zalmkwekers. Volgens het bedrijf kan er pas sprake zijn van verdere groei als eindelijk een afdoende antwoord gevonden wordt op zalmluis.

Menig sportvisser en natuurvereniging weet dat antwoord wel: kweek in gesloten systemen, niet in netten in zee. Dat voorkomt verspreiding van parasieten, ontsnappingen en houdt de zeebodem schoon. Bracken: "Daar zijn flinke pompen voor nodig en andere uitrusting. Een gesloten systeem kan zo de helft duurder zijn. Misschien wordt dat in de toekomst goedkoper en haalbaar. Of kwekerijen worden naar open zee verplaatst in plaats van dicht langs de kust waar ze problemen veroorzaken - nu nog een moeilijk verhaal."

Luiten stelt dat het niet aan de ASC is om nu al gesloten systemen tot standaard te verheffen. "In samenspraak met kwekers, natuurorganisaties en wetenschappers hebben wij de op dit moment hoogste haalbare normen samengesteld - de enige standaard die wereldwijd wordt toegepast, en een waaraan op termijn 15 procent van de kwekers kan voldoen. Je kunt de lat nog hoger leggen, maar dan kan bijna niemand daar nog aan voldoen. Hoe meer vraag er uit de markt komt voor duurzame producten, vanuit supermarkten en consumenten, hoe meer kwekers zich genoodzaakt zullen voelen schoner te produceren. De standaard kan op termijn altijd verder aangescherpt worden."

Ook hier laten Belgen zich niet onbetuigd, als het om druk op kwekers gaat. Luiten: "Van 2013 tot 2014 is het volume ASC-producten liefst 115 procent gestegen. De Belgische markt kwam laat op gang, maar het gaat nu snel. Dat heeft ook zijn effect op Frankrijk, waar eerder naar lekker dan duurzaam wordt gekeken. Als ook die markt in beweging komt, gebeurt er wat. Ook daarom is een Bewuste Visweek (zie kader) zo goed."