Direct naar artikelinhoud

Na de kernramp: het Grote Vergeten kan weer beginnen

Nu het nucleaire drama in Fukushima officieel tot ramp is uitgeroepen, kan het Grote Vergeten beginnen. Zo ging het immers ook met de vorige ramp in Tsjernobyl, amper één generatie geleden. In en rond die ‘gesmolten centrale’ ging letterlijk zand over resten plutonium.

Het nucleaire drama in Fukushima, als direct gevolg van de aardbeving, menselijk falen en de falende (on)veiligheidscultuur van het energiebedrijf Tepco werd gisteren officieel op gelijke voet geplaatst met dat andere nucleaire drama dat op 26 april 1986 plaatsvond in Tsjernobyl. Het Japanse nucleaire veiligheidsagentschap (Nisa) plaatste Fukushima op het meest ernstige niveau: schaal 7 omwille van de hoge stralingsniveaus in de lucht en het (zee)water. Schaal 7 betekent volgens het Internationaal Atoomagentschap een grote uitstoot van radioactieve straling met een wijdverspreide impact voor volksgezondheid en milieu. De jaarlijks maximaal toegestane dosis binnen een straal van zeker 50 kilometer rond de centrale is nu al bereikt. De zaak is dus niet onder controle, want het koelen van de splijtstoffen lukt onvoldoende. China en Korea verzetten zich tegen het lozen van radioactief afvalwater in zee. En dus heeft Tepco een bijkomend probleem met het opslaan van tienduizenden kubieke meter hoogradioactief water.

De nucleaire lobby en hun politieke slippendragers vertelden ons dat dit soort ernstige nucleaire rampen maar eens in de 10.000 jaar voorkomen. Wellicht moeten we dat cijfer delen door 400 - ongeveer het aantal centrales wereldwijd (442) - want dan kom je op 25 jaar. Dat klopt dan als een bus. Want Fukushima vindt een kwarteeuw plaats na Tsjernobyl.

Ik moest denken aan de film Hiroshima mon amour, van regisseur Alain Resnais. Een rode draad in de dialoog tussen twee geliefden is het geheugen en het vergeten. De effecten van de bom op Hiroshima op 6 augustus 1945, zoals sommige slachtoffers waarvan alleen zwarte schaduw restte, fungeren als een metafoor voor het vergeten en de anonimiteit van slachtoffers. Hiroshima, Tsjernobyl, Fukushima, encore mon amour? Hoeveel drama’s hebben we collectief eigenlijk nodig om te besluiten dat kernenergie een te dure, onnodige, eindige en bovendien onverantwoord risicovolle bron van energie is? Of is het vermogen tot vergeten van de mens toch elke keer sterker?

De nucleaire sector vecht voor het overleven via de luchtspiegeling van de zogenaamde nucleaire renaissance, die een decennium geleden sterk aangemoedigd werd door drie machtige heren met de B van Bedrieger: Blair, Bush en Berlusconi. Zij stimuleerden de nucleaire heropleving. Dat gebeurde dus niet: het aantal bestellingen van nieuwe kerncentrales ligt al dertig jaar zeer laag. De recente toename komt vooral van China, Zuid-Korea en Rusland. Kernenergie bestaat al ruim vijftig jaar. Normaal wordt een techniek goedkoper, quod non dus. Het afgelopen decennium is de constructiekost van nieuwe kerncentrales verhoogd met factor vijf en de prijzen blijven stijgen.

En zoals bekend worden de kosten van toekomstige ontmanteling, de berging van nucleair afval en de potentiële kosten van schade door nucleaire ongevallen niet eens meegerekend in de bedrijfsvoeringen. Om dan nog maar te zwijgen van de reële verzekeringskost die nooit ernstig wordt doorgerekend.

Maar afgezien van alle rationele en economische argumenten is en blijft dat van de risico’s voor vele generaties toch het belangrijkste. Het lijden van gewone burgers in Oekraïne, Wit-Rusland en elders mag nooit vergeten worden. En toch wordt dat door de nucleaire lobby geminimaliseerd. Daarom is de zeer indrukwekkende en beklijvende documentaire Chernobyl Forever, van de Belgische regisseur Alain de Halleux, zo belangrijk. De documentaire die op 26 april op Arte te zien zal zijn en op 4 mei als Belgische première in het Europees Parlement gelanceerd wordt, laat zien dat de ramp van Tsjernobyl allesbehalve is opgelost.

De Halleux laat dat zien aan de hand van getuigenissen van hoofdrolspelers in en rond de centrale van Tsjernobyl én via jongeren die zich nu bewust worden van wat er gebeurde toen zij werden geboren. De beschermende sarcofaag is verouderd en een internationaal consortium wil er een nieuwe sarcofaag overheen plaatsen. Dat kost 1,5 miljard dollar en er is slechts 850 miljoen dollar voorhanden. Japan was de grootste donor, maar dat land heeft sinds enkel weken andere katten te geselen. Het onderhouden van de sarcofaag zal jaarlijks tientallen miljoenen dollar kosten, maar Oekraïne bouwt momenteel liever voetbalstadions.

Onlangs sprak ik Pavlo Khazan, voorzitter van de Oekraïense groenen. Na 25 jaar weten we wat een nucleair accident echt betekent. De nationale commissie voor stralingsbescherming van Oekraïne schat het aantal dodelijke slachtoffers op zeker 500.000. Miljoenen mensen werden geraakt en honderdduizenden konden nooit naar hun huizen en akkers terugkeren. Tweeduizend dorpen rond Tsjernobyl zijn radioactief besmet en drie miljoen vierkante kilometer zijn besmet. Miljoenen kinderen hebben speciale medische zorg nodig en de gemiddelde levensverwachting blijft dalen. Chernobyl Forever toont hoe nu al de derde generatie ‘supervisors’ in de centrales van Tsjernobyl werken: grootvader, zoon en kleinzoon. De laatste als ware held, met een stralende toekomst.