Direct naar artikelinhoud

Voetgangerszone neemt valse start

Het autovrije centrum in de hoofdstad is nog niet wat het moet zijn. Na week één vragen Brusselaars zich af of de Anspachlaan een voetgangerszone is, of een vuilnisbelt. Stadsexperts geloven in 'het voordeel van het nadeel'.

"Mag het misschien iets meer zijn dan dit, burgemeester Mayeur?" Een Brusselaar windt zich op na de Anspachlaan te zijn gepasseerd. Die is sinds 29 juni autovrij. Maar autovrij is wat anders dan probleemvrij. Hoe later op de dag, hoe talrijker het afval in en rond de voetgangerszone. Zeker in de vroege uurtjes is de veelheid aan blikken, flessen en voedselverpakkingen een doorn in het oog. Zelfs bij de netheidsdienst van de stad. Die hebben aanzienlijk meer werk en klagen over slapende mensen in bloembakken.

Ook klinkt het dat de boulevard, door de her en der geplaatste ijzeren hekken, de oude wegmarkeringen en de flikkerende verkeerslichten, allesbehalve charme heeft. En dan hebben we het nog niet over het watergevecht gehad. Die spontane actie mondde vorige week uit in een confrontatie tussen relschoppers en politie. Er werden gewonden geteld, en ook gesneuvelde waterfonteinen, winkelramen en bushokjes.

Bij BRAL, een stadsbeweging die ijvert voor een duurzaam Brussel, willen ze geen grote conclusies trekken na één week autovrije lanen. Ze erkennen wel dat er zwarte punten rondom de piétonnier zijn. Joost Vandenbroele stelt dat die niet alleen tot de voetgangerszone terug te brengen zijn. "Het was een ongelukkige samenloop van omstandigheden: uitzonderlijk warm, uitzonderlijk veel volk, een uitzonderlijke situatie. In alle publieke ruimtes of parken, en niet alleen in Brussel, laten mensen dezer dagen na een nachtje stappen vuiligheid achter."

Weinig inspraak van bewoners

Dat neemt niet weg dat er zaken beter hadden gekund. Vooral de snelheid waarmee de voetgangerszone en het daarmee gepaard gaande circulatieplan geïmplementeerd werd, ligt bij BRAL en Vandenbroele gevoelig. "De bewoners hadden daardoor te weinig inspraak. Ze hebben niet echt kunnen zeggen hoe ze die nieuwe publieke ruimte ingericht wilden zien. Wat er in die testfase gebeurt, is allemaal top-down beslist. Dat maakt dat de Brusselaars die ruimte nog niet als van hen beschouwen. Dat gaat gepaard met minder respect en minder zorg."

Brussels bouwmeester Kristiaan Borret stipt aan dat de Anspachlaan tijdelijk ingericht is - acht maanden lang zal er getest worden, dan volgt de evaluatie. "Heel slim is dat. Op die manier kun je kijken wat werkt en wat niet, en kun je daar, bij de uiteindelijke heraanleg, rekening mee houden. Je wil niet dat het er elke dag feest is, maar alle dagen rustig is ook niet de bedoeling. Je moet het evenwicht daarin vinden. Het ontwerp van de zone kan daarop inspelen." Het nadeel van het voordeel, noemt hij het. "Het nadeel is dat mensen zich nu van het ene moment op het andere moeten aanpassen, het voordeel dat ze zich spontaan gedragen in die ruimte. Dat lijkt mij slimmer dan eerst met een heraanleg te komen. Als de mensen na de stenen volgen, dan kun je veel moeilijker iets aanpassen." Borret vindt ook de participatie belangrijk. "Maar de bewoners vormen maar een klein deel van het verhaal. Van die centrale lanen maken veel meer niet-Brusselaars gebruik en die kun je niet zo goed bevragen."

Stedendeskundige en Brussel-kenner Eric Corijn heeft moeite met de kritiek. "Is die testfase optimaal? Neen, maar tegelijkertijd moet je beseffen dat de steun van andere gewesten en gemeenschappen in deze nihil is. Daarbij is het beleid in Brussel helemaal niet zo gecentraliseerd als in Gent of Antwerpen."

Bij BRAL hopen ze dat er tijdens de testfase een begeleidingscomité wordt opgericht met bewoners en verenigingen, zodat de ontwikkelingen nauw opgevolgd kunnen worden. "Op die manier kan de stad ervoor zorgen dat ze niet dezelfde fout maakt en hen over het hoofd ziet."