Direct naar artikelinhoud

Tot ziens en vaarwel

Zijn zoon Jeff zou later de familienaam bij een nieuwe generatie introduceren, maar ook Tim Buckley was op het einde van de jaren zestig al een begrip geworden.

De singer-songwriter Tim Buckley, naar wiens plaat Starsailor de Britse band zich noemde, begon als folkie, maar naarmate de elpees elkaar opvolgde verrijkte hij zijn sound met invloeden uit jazz, psychedelica, soul, funk en zelfs een mespuntje avant-garde. Buckley was pas twintig toen hij in '67 Goodbye and Hello (Music on Vinyl) uitbracht, zijn tweede plaat en meteen een van zijn beste.

terwijl hij zich op zijn titelloze eersteling nog aan de folkrock van Dylan had gespiegeld, liet hij zich dit keer inspireren door de barokke psychedelica van het toen net verschenen Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band van The Beatles. De ambitie spatte ervan af. De teksten klonken erg poëtisch en de tempo's van de songs houden onderling erg verschillende tempo's aan, terwijl hij als zanger zowel heel laag zingt als zijn hoogste falsetstem bovenhaalt.

'No Man Can Find the War', een van de vijf nummers die hij op deze plaat bedacht met tekstschrijver Larry Beckett, is een wrang protestlied tegen de oorlog in Viëtnam, en op 'Pleasant Street' laat Buckley zich van zijn meest bevreemdende kant zien. 'I Never Asked to Be Your Mountain' is een ontroerend eerlijke bekentenis aan het adres van Mary, de vrouw van wie hij vervreemd is geraakt, en hun beider zoontje Jeff. Die zal het nummer in '91 overigens coveren tijdens een tribute-concert voor zijn vader.

Platenfirma Elektra had destijds zodanig veel vertrouwen in Buckley dat hij volledige artistieke vrijheid kreeg. De positieve sfeer wordt weerspiegeld op de hoes, waar een ontspannen Buckley poseert met een kroonkurk in zijn oog. Er werd geld vrij gemaakt voor een prominente reclamecampagne en Goodbye and Hello kreeg als een van de eerste elpees een uitklaphoes omgevouwen.

Elektra zag in Buckley een potentiële wereldster, maar ondanks de vrijwel unaniem lovende kritieken werd de plaat in eerste instantie geen commerciëel succes, met een povere 171ste plaats in de Billboard Charts.

In de loop der jaren is de tweede van Buckley evenwel een cultclassic geworden die inmiddels erg regelmatig opduikt in lijstjes met de beste platen aller tijden. Hoog tijd dus dat deze mijlpaal opnieuw op vinyl beschikbaar is.