Direct naar artikelinhoud

In het hoofd van de trader

'Als ik een kans zie om geld te verdienen, grijp ik die. Telkens als ik 's nachts ga slapen, droom ik van een nieuwe recessie. Daarin valt geld te verdienen.' Would-be trader Alessio Rastani maakt furore op het internet door onverbloemd te verkondigen wat de echte traders denken.

De beurshandelaars in de hypercompetitieve marktenzalen hebben een aura dat omgeven is door het grote, snel rollende geld. Zo afstotelijk het casinokapitalisme is voor sommigen, zo aantrekkelijk is die opportunistische wereld voor yuppies als Rastani.

Zo'n fameuze blitztrader blijkt Rastani helemaal niet te zijn. De zelfverklaarde 'onafhankelijke trader' werkt niet vanuit een pokkeduur kantoor in de Londense City, maar wel vanuit een doodgewoon huis in Bexleyhealt, Zuid-Londen. Na vier jaar handelen staat zijn beleggingsportefeuille zelfs op ruim 11.000 euro verlies. Rastani is niet erkend door de Britse beurswaakhond FSA en werkte zelfs nooit in een bank.

Dan gaat het er in de marktenzalen van de grote beurshuizen veel harder aan toe. Vlotte jongens, zelden vrouwen, verhandelen in een recordtempo voor miljoenen euro's aandelen, obligaties, opties, swaps en allerhande gesofisticeerde producten. Het is een opgefokte wereld. Vooral twintigers en dertigers bevolken de stoelen. Zij kunnen de lange dagen van vaak 10 tot 14 uur makkelijker uithouden.

De traderswereld werd heftig aangepakt na de financiële crisis van 2008 en de fraude door Jérôme Kerviel, die in dat jaar bij Société Générale een put van 4,9 miljard euro achterliet. Op het terrein is er niet veel veranderd, zo bleek onlangs uit de miljardenfraude door UBS-trader Kweku Adoboli.

De cultuur van een marktenzaal is al decennialang gericht op het maximaliseren van de winst, niet op het beperken van de risico's. "Het haantjesgedrag, de bonussencultuur en de adrenaline leiden tot een soms explosieve cocktail", geeft een Belgische handelaar in Londen toe.

Een belangrijk aspect is de onderlinge concurrentie. De competitiviteit is gigantisch groot. Alleen de meest verdienende traders krijgen de hoogste bonussen. "Daar is niet veel aan veranderd, ook al zeggen onze bazen dat risicobeheer minstens even belangrijk is dan winst", vertrouwt de trader ons toe.

Echte vrienden maken in een marktenzaal is dan ook bijzonder moeilijk. De collega's zijn concurrenten. "If you want a friend, buy a dog!", vatte slechterik Gordon Gekko het samen in de film Wall Street.

Het gevolg is dat traders die met zware verliezen zitten die moeilijk kunnen opbiechten zonder af te gaan bij collega's. Of erger: dat ze de verliezen gaan wegmoffelen uit hebzucht, om toch maar hun bonus te krijgen. Het fiasco bij UBS toont aan dat een gehaaid en gedetermineerd individu nog steeds rond alle obstakels heen kan.

"Wie frauduleus en zeer creatief is, kan de systemen omzeilen", erkent een Belgische optiehandelaar. "Vooral bij OTC-transacties (transacties 'over the counter', die buiten de beurs plaatsvinden, EV), is dat mogelijk. Daar is minder controle door de backoffice omdat de transactie niet aangemeld wordt bij een clearing- en settlementhuis. Het verbaast me ook niet dat dit bij een grote instelling gebeurt. Die hebben meer middelen om te werken voor eigen rekening. De bonussen zijn er ook groter, een extra impuls om te frauderen."

Een andere trader erkent dat er soms paswoorden worden uitgewisseld, zodat eenzelfde persoon een transactie zowel kan invoeren als controleren.

Toch stellen de meeste handelaars dat de controles zeer strikt zijn. "Fraude is bij ons nog nooit voorgekomen", klinkt het in een Brusselse zaal. "Ook bij ons gaat iemand af en toe over zijn risicolimiet. Maar dan gaat bij de chef een alarmbel af. Meestal wordt de trader binnengeroepen om uitleg te geven, of om in het ergste geval een reprimande te krijgen en staat hij na vijf minuten weer buiten."

Een andere Brusselse trader bevestigt: "Er is een strikte procedure voor de toegang tot de portefeuilles van de bank zelf. De controles op de posities die we innemen, gebeuren door een ander departement, en verschillende keren per dag."

Voor sommige traders wordt het op een bepaald moment in hun leven te veel. Tot een jaar geleden leidde Bart De Bock de hyperkinetische aandelenmarktenzaal bij KBC Securities. Maar die flitsende en lucratieve baan eiste haar tol. Nu is De Bock financieel directeur in een ziekenhuis in Roeselare.

"Als trader is je houdbaarheid beperkt. Ik had voor mezelf al uitgemaakt dat ik maar een aantal jaren in zo'n stresserende omgeving kon meedraaien. In een marktenzaal heb je niet alleen lef nodig, er is ook de constante druk om goede cijfers te halen. Op dat vlak heerste bij KBC Securities een Angelsaksische cultuur: een enorme drang naar winstgevendheid.

"Elke dag ging de teller op nul. Een dag zonder inkomsten leverde meteen stress op. Elke trader moet dagelijks rapporteren, zodat je snel vervalt in een survival of the fittest, een onderlinge concurrentie met je collega's. Niemand wil de laatste zijn, ook al omdat een groot deel van je verloning prestatiegebonden is", zegt De Bock. "Als ik eerlijk ben: de verloning in de marktenzaal ligt gewoon te hoog. De hele banksector heeft trouwens de voorbije vijftig jaar te gemakkelijk geld verdiend."