Direct naar artikelinhoud

Wat joden, christenen en moslims bindt

Joden, christenen en moslims hebben heel wat gemeen: ze geloven in één almachtige god, baseren hun geloof op één boek en gaan op bedevaart naar heilige plaatsen als Jeruzalem, Mekka en Rome. In Antwerpen brengt een dubbeltentoonstelling vanaf vrijdag die drie wereldgodsdiensten samen in een optimistisch gebaar van verzoening.

In Antwerpen wonen er vandaag meer dan 170 nationaliteiten. Er zijn 71 katholieke kerken, 6 protestantse, 32 synagogen en 48 moskeeën. "Het lag dus voor de hand dat we iets zouden doen met de grote wereldgodsdiensten die in deze stad vreedzaam samenwonen", zegt schepen van Cultuur Philip Heylen (CD&V). "We wilden een tentoonstelling maken die zorgt voor kennismaking en ontmoeting."

De tentoonstelling Heilige plaatsen, heilige boeken legt de nadruk op de overeenkomsten tussen de drie grote monotheïstische godsdiensten: jodendom, christendom en islam. Dat is een duidelijke boodschap: ze hebben veel gemeen, daar kan men lessen uit trekken op het terrein. Alledrie gaan ze ervan uit dat één almachtige eeuwige God de wereld heeft geschapen en zich in woorden openbaart aan de mens. Die openbaring is neergelegd in heilige boeken, die een richtlijn zijn voor het leven: Tenach, Bijbel en Koran.

Die boeken liggen uitgestald in de prachtige Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. Het is een echte schatkamer waar, subtiel verlicht want papier is kwetsbaar, schitterende werken liggen. Zoals overal in de tentoonstelling is er gestreefd naar religieus evenwicht, zeker in de topwerken: een bijbelfragment uit de eerste eeuw, gevonden nabij de Dode zee, een fragment van de brief van Paulus (derde eeuw) en een Koranfragment uit de zevende eeuw. In totaal liggen er 45 objecten als papieren vlinders in toonkasten: uitschieters zijn de veertiende-eeuwse Bijbel van Anjou (normaal in een kluis van de KU Leuven) en de Bijbel van Gütenberg (vijftiende eeuw).

Het is ook de enige plek waar er aandacht is voor het protestantisme, nochtans niet onbelangrijk in de Antwerpse geschiedenis. In 1542 drukte Jacob van Liesvelt een bijbel in de volkstaal, gebaseerd op de Duitse vertaling van Maarten Luther. Van Liesvelt overtrad daarmee een keizerlijk bevel en werd onthoofd. Naast die uitgave ligt de katholieke index van verboden boeken, waar de bijbels in de volkstaal ook op figureerden. Het laat zien waartoe religie en fanatisme in staat zijn: de enige 'dissonant' in een voor het overige al te kritiekloze voorstelling van het fenomeen godsdienst.

In het Museum aan de Stroom MAS wordt gefocust op de eeuwenoude traditie van de bedevaart, ook een gemeenschappelijke trek van de drie godsdiensten. Er is aandacht voor de voorbereiding van de reis, de hoop, de beproevingen onderweg, en de mogelijke extase bij het contact met het goddelijke of met een relikwie. De drie godsdiensten hebben ook Jeruzalem als bedevaartsplek gemeen: de Klaagmuur van de joden staat er, Christus werd gekruisigd en Mohammed steeg er ten hemel.

Vuile voeten

De ruimte van het MAS is weerbarstig, maar de scenografen van Kinkorn hebben voortreffelijk werk verricht. Op ruime zwarte sokkels worden zo'n 200 objecten uitgestald. Uiteraard trekken enkele grote topstukken de aandacht.

Voor de katholieken is dat De Madonna van Loreto (1605) door de Italiaanse schilder Caravaggio en afkomstig uit de Sant'Agostinokerk in Rome. Het werk toont twee pelgrims - hun vuile voeten als symbool van de lange tocht - die in Loreto de madonna met kind voor zich zien verschijnen als beloning voor hun opoffering.

Van Marc Chagall hangt er een schilderij van de Klaagmuur, die zich in 1931 nog in een smal straatje bevond. En uit het Topkapi-paleis van Istanbul komt een stuk dat zelden uitgeleend wordt: slot en sleutel van de Ka'aba, de zwarte kubus en het centrale heiligdom in Mekka. Voor de deur van de Ka'aba hangt een rijkelijk geborduurd gordijn: ook dat is in het MAS te zien.

Het is natuurlijk hoopgevend dat curatoren en vertegenwoordigers van de drie grote religies in Antwerpen hebben samengewerkt en hebben gemerkt hoeveel ze gemeenschappelijk hebben. Nu moet de rest van de wereld nog volgen. Helaas weten we dat het er in die wereld zo niet aan toegaat. In naam van een godsdienst werden en worden continenten veroverd, paleizen gebouwd, en mensen vervolgd, gefolterd en op wrede wijze omgebracht. De onthoofding van de apostel Paulus op een vijftiende-eeuws bas-reliëf in het MAS roept soortgelijke beelden uit de actualiteit op...

De tentoonstelling roept nog vragen op. Vele mensen getuigen in citaten van hun positieve ervaringen met een bedevaart. We horen nergens een andere stem. Het fenomeen staat nochtans al lang, ook binnen de godsdiensten, ter discussie. Erasmus lachte er al om: het is commercie (het water van Lourdes! de heilige lucht van Jeruzalem!), het gaat niet om innerlijke beleving, en god is toch overal, niet alleen op die heilige plek. In een catalogustekst wordt daar even op ingegaan, in de expositie niet. Hoeveel mensen er nu nog op bedevaart gaan in dit sterk ontkerkelijkte land komen we evenmin te weten.

En, niet in de laatste plaats: door te focussen op de drie grote religies lijkt het ook alsof daarbuiten niets bestaat. Is er geen Verlichting geweest? Is er geen vrijzinnige meer te bespeuren? Als men inderdaad godsdienst op 'antropologische' wijze wil benaderen, was het misschien aardig geweest het fenomeen pelgrimage ook eens in een seculiere context te bekijken. Mensen bezoeken zogeheten 'lieux de mémoire'. Er zijn mensen die dichter bij hun particuliere 'god' willen komen door het woonhuis en atelier van hun favoriete schrijver of schilder te gaan bezoeken. Of, meer nog, mensen die in de voetsporen van een kunstenaar, naar het genius loci speuren.

In Het dwaallicht liet Willem Elsschot zijn hoofdpersonage Laarmans een pelgrimage ondernemen. Laarmans ging op zoek naar 'zijn' Maria, zijn ideale vrouw. Maar hij vond ze niet. Dat had de curatoren tot inspiratie kunnen strekken om een ruimere en kritischere tentoonstelling te maken.