Direct naar artikelinhoud

Een café, een zetel en een jonge vrouw

De Leuvense uitgeverij Oogachtend publiceert een nieuwe lading Vlaamse striptalenten. Daarbij valt vooral het debuut van Bruno De Roover op. Hij brengt droge striphumor met heerlijk absurde taferelen.

Plots waren ze er weer massaal: jonge debutanten die tonen dat ze allesbehalve gediend zij van de klassieke Vlaamse volksstrip. Wide Vercknocke (27) brengt met Mijn muze ligt in de zetel (Bries) een strip met een poëtische insteek. In dertien kortverhaaltjes die bijna allemaal draaien rond een nieuwe sofa en zijn gespierde eigenaar, toont hij het liefdesleven van die laatste. Hoe hij, alleen al bij het vervoeren van de sofa, aan een nummertje denkt, hoe kussens borsten worden waarin hij verdrinkt of zelfs hoe hij hagelslag transformeert tot een vagina. Anatomisch allemaal incorrect, maar wie maalt erom? Het is niet evident om voor dit soort strips een publiek te vinden, maar toch... Vercknocke weet bij momenten te raken. Het verhaal is ondergeschikt aan de emotie. De hand van Randall is niet veraf.

Van de getekende columns Eva's gedacht (De Bezige Bij Antwerpen) van Eva Mouton (25) uit DS Weekblad verscheen onlangs een bundel. Daarin vertelt ze over de kleine dingen des levens die haar overkomen. Diepgravend is het allemaal niet, vaak gaat het om niet meer dan een observatie met wat handgeschreven randcommentaar. Tekentechnisch worden er geen potten gebroken. Maar daar gaat het niet om. Dit is gewoon een column met meer tekst dan tekeningen, die duidelijk van ondergeschikt belang zijn. Dat geeft soms leuke resultaten, zoals die keer dat ze buikloop heeft, uit het raam kijkt en een prachtige blauwe reiger opmerkt die een heel dak onder schijt. "Een gevoel van innige verbondenheid tussen mens en dier maakte zich van mij meester", schrijft ze. Leuk, maar helaas zijn dat soort observaties in de minderheid. Het merendeel is slaapverwekkend of te puberaal - hoewel de verwensingen die ze er in de marge soms bijvoegt net grappig of zelfs charmant zijn. Niettemin, Mouton maakt er zich soms wat al te gemakkelijk van af. Haar doordeweekse observaties hebben meer nodig dan een doordeweekse aanpak.

Van een heel andere orde is Café Cowala (Ballon Media), het debuut van Bruno De Roover waarin via eenpagina-gags de lotgevallen worden beschreven van de klandizie van een eigenaardig café. Het verscheen eerder in P-Magazine. De strip, die het midden houdt tussen klassieke toogmoppen, absurde taferelen en de felle uithalen van stand-upcomedians richting luie Walen, verwijfde homo's, seniele bejaarden en vervelende dwergen, werkt vooral op de lachspieren omdat alle personages - bijna allemaal dieren - zo enorm droog blijven.

Of het nu een jongetje betreft dat 'mijn mama heeft twee kleine muggenbeten' vertaalt als 'Ma maman est Justine Henin', of een jezusfiguur die de mensen vooral tegen elkaar opzet; De Roover slaagt erin op zijn minst de lippen te doen bewegen, en daar kunnen veel zogenaamde striphumoristen alleen maar jaloers op zijn.