Direct naar artikelinhoud

IS-smeergeld kost CEO job

Eric Olsen had zich zijn droombaan anders voorgesteld. De CEO van het grootste cementbedrijf ter wereld krijgt de rekening gepresenteerd voor het betalen van smeergeld aan IS-strijders. Een van de grote aandeelhouders van LafargeHolcim is de Belg Albert Frère.

Eric Olsen was wat men noemt een compromisfiguur toen hij in 2015 bij de fusie van het Franse Lafarge met het Zwitserse Holcim werd aangesteld als CEO. De wat gereserveerde Amerikaan, gehuwd met een Quebecse, was toen de nummer twee van Lafarge. Bij zijn aanstelling liet Olsen zich uit over "zijn droombaan en ambitie om de twee culturen - Frankrijk en Zwitserland - te verenigen". Nog geen twee jaar later is zijn sprookje uit.

Het bedrijf ligt zwaar onder vuur wegens het betalen van geld aan gewapende groeperingen in Syrië om er een lokale fabriek open te houden. Volgens Franse media zou Olsen betrokken zijn geweest bij telefonisch overleg over de activiteiten van de fabriek in Syrië. Het Franse gerecht heeft inmiddels een onderzoek bevolen naar de affaire, waarbij volgens de krant Le Monde de terreurgroep Islamitische Staat (IS) geld ontvangen heeft.

Onhoudbaar

Le Monde heeft onder meer een vrijgeleidebrief afgestempeld door IS in zijn bezit, waardoor de bevoorrading van de fabriek kon doorgaan. Onduidelijk is wel wie het initiatief of de opdracht gaf om met IS te onderhandelen. Vermoedelijk had het hoofdkwartier in Parijs geen greep meer op de Syrische fabriek sinds de burgeroorlog in 2011 uitbrak.

Initieel verzekerde het Syrische leger de veiligheid van de fabriek en zijn mensen. Maar toen in de zomer van 2013 Raqqa in handen kwam van IS, zag het er almaar beroerder uit voor het nabijgelegen Jalabiya, waar de fabriek gevestigd is.

Volgens Le Monde, die zich baseert op interne mails en gesprekken met gewezen werknemers van Lafarge in Syrië, zijn de onderhandelingen met leden van IS in die zomer van 2013 begonnen. Een zekere Ahmad Jaloudi leidde de gesprekken, al is zijn functie voor Lafarge onduidelijk. Allicht was hij een tussenpersoon. Uit de mails blijkt dat het hoofdkwartier van Lafarge in Parijs op de hoogte was van de onderhandelingen. De vraag is wel hoeveel zeggenschap het Franse management nog had over zijn lokale mensen.

Feit is dat in Parijs de situatie als onhoudbaar werd bestempeld. Uiteindelijk werd beslist de fabriek te evacueren. Eind 2014 nam IS de controle over de fabriek over.

LafargeHolcim is de op een na belangrijkste participatie in de portefeuille van GBL, de beursgenoteerde holding van de Belgische investeerder Albert Frère. Eind vorig jaar werd het belang op 2,86 miljard euro gewaardeerd. Bij GBL zegt Hans D'Haese van investor relations op onze vraag "dat GBL altijd waakzaam is voor dergelijke zaken. Maar over de inhoud van dit dossier dient u uw vragen rechtstreeks aan de vennootschap te stellen."

Wél opvallend: het interne onderzoek omtrent de handel en wandel van Lafarge in Syrië werd geleid door de Belg Gerard Lamarche, bestuurder van GBL. Uit dat onderzoek blijkt dat honderdduizenden euro's zijn betaald aan gewapende groepen in Syrië.

Volgens het bedrijf is Olsen niet verantwoordelijk voor wat er gebeurd is, blijkt uit het interne onderzoek. Maar zijn vertrek moet bijdragen tot "het verminderen van de spanningen en de terugkeer van de sereniteit in het bedrijf". Die sereniteit is al langer zoek. En daar steekt Olsen en zijn realpolitik voor veel tussen.

Zaken gaan voor emoties, luidt zijn devies. Begin dit jaar bewees hij die harde wet door stellig te verkondigen dat hij maar wat graag het cement wil leveren voor de muur die de Amerikaanse president Donald Trump wil optrekken op de grens met Mexico. "We zijn bereid onze bouwmaterialen te leveren voor alle soorten infrastructuurprojecten in de Verenigde Staten", zei Olsen in een interview met het Franse persagentschap AFP.

Sociale verantwoordelijkheid

De Amerikaan zag geen graten in het controversiële bouwproject op de Amerikaans-Mexicaanse grens. "We zijn de belangrijkste betonproducent in de Verenigde Staten, geen politieke organisatie."

De CEO van de mastodont met ruim 90.000 werknemers oogstte tandengeknars in Parijs. De groep verloor prompt het contract voor het leveren van zand voor Paris Plage, het zomerevenement waarbij de oevers van de Seine jaarlijks worden omgetoverd in een strand.

Het was ook een verbolgen Franse minister van Buitenlandse Zaken Jean-Marc Ayrault die de telefoon greep en Olsen sommeerde "goed na te denken". "Ik herinner u eraan dat bedrijven ook een verantwoordelijkheid dragen op sociaal vlak", zou Ayrault hem toegebeten hebben.

Of dat bewuste telefoontje heeft meegespeeld, is niet bekend. Veel steun leverde het hem in ieder geval niet op. Feit is dat Eric Olsen vanaf 15 juli geen CEO meer is.