Direct naar artikelinhoud

Leger belet vlucht van Syrische burgers naar buitenland

Het Syrische leger voert in de grensregio met Turkije operaties uit om te beletten dat Syrische burgers de grens overvluchten en zo de internationale druk op het regime van president Assad doen toenemen. Ondertussen verstrekt het Turkse leger voor het eerst hulp aan de burgers aan de andere kant van de grens.

Zaterdag werd een strafoperatie uitgevoerd tegen een dorp aan de Turkse grens dat vluchtelingen met eten bijstond. De plaatselijke bakker werd neergeschoten en het dorp was tegen gisteren helemaal verlaten en grotendeels in puin. "Ze kwamen omstreeks zeven uur 's ochtends naar Bdama. Ik heb negen tanks geteld, tien gepantserde voertuigen, twintig jeeps en tien bussen. De shabbiha, de pro-overheidsmilities, begonnen de huizen in brand te steken", zo vertelde de advocaat Saria Hammouda aan een Reuters-reporter. Zeventig mensen zouden zijn meegenomen, nog tientallen huizen gingen in de vlammen op. Waarom Bdama? Het dorp is het zenuwcentrum van de humanitaire hulp aan de vluchtelingen en ontheemden in de streek. Terwijl zo'n 10.500 mensen de Turkse grens overvluchtten, zijn er ook veel ontheemden die aan de Syrische kant zijn blijven kamperen, in de hoop snel weer naar huis te kunnen. De bakker in Bdama voorzag die mensen van eten. Sinds de militaire operatie van zaterdag zijn de dorpelingen zelf gevlucht, zo verklaren ooggetuigen die via bergpaadjes naar het dorp terugkeerden. Waarnemers menen dat het de bedoeling is om de burgers bang te maken en hen te ontraden om de grens over te vluchten. Turkije heeft gisteren voor het eerst een hulpactie opgezet voor de mensen die zich aan de grens bevinden op Syrisch grondgebied.

Negentien doden

De militaire aanval van zaterdag komt na de zoveelste vrijdag van protesten, waarbij volgens mensenrechtenorganisaties negentien demonstranten werden doodgeschoten, voor het eerst viel er ook in Aleppo een dode.

Ondertussen voert de Zwitserse baas van het Internationale Rode Kruis (ICRC), Jakob Kellenberger, sinds gisteravond gesprekken in Damascus in een poging grotere toegang te krijgen tot gewonden en gevangenen. Hij heeft onder meer afspraken met premier Adel Safar en de minister van Buitenlandse Zaken Walid al-Moualem.

Sinds de protesten tegen het regime van president Bashar al-Assad drie maanden geleden begonnen, zijn er al minstens 1.300 doden gevallen, een veelvoud daarvan raakte gewond door politiekogels. Tevens werden 10.000 mensen gearresteerd. Gevreesd wordt dat zij in detentie worden mishandeld om hen tot valse bekentenissen te dwingen. Het bijstaan van gevangenen en van gewonden in conflictsituaties is het belangrijkste mandaat van het ICRC, dat zich overigens politiek neutraal opstelt. Tot dusver kon de organisatie, in overleg met haar Syrische zusterorganisatie de Rode Halve Maan, een aantal korte bezoeken afleggen in Deraa, Tartous en Homs, maar dat stelde haar niet in staat om de ware noden van de bevolking in kaart te brengen.