Direct naar artikelinhoud

'Assad zal niet terugschrikken om chemische wapens in te zetten'

De Syrische ex-ambassadeur in Bagdad, die zich vorige week aan de kant van de oppositie schaarde, zegt dat president Assad 'niet zal terugschrikken om chemische wapens in te zetten tegen zijn eigen volk'.

Nawaf Fares sluit zelfs niet uit dat ze in Homs al werden gebruikt. Ongeacht of de overloper de waarheid spreekt of niet, feit is dat Assads arsenaal chemische en biologische massavernietigingswapens een razend gevaarlijke dreiging vormen nu het conflict volledig ontspoort.

'De atoomwapens van de armen' worden chemische wapens wel eens genoemd. Syrië begon ze vanaf 1972 te ontwikkelen in het onderzoekscentrum Centre d'Etudes et de Recherches Scientifiques (CERS) in Damascus, kort nadat wijlen Hafez-al-Assad de macht greep. De vader van het huidige staatshoofd Bashar was zo geschokt over de smadelijke nederlaag die zijn land in 1967 leed tijdens de Zesdaagse Oorlog dat hij een eigen afschrikking wou tegenover de vermoedelijke Israëlische kernbommen.

Scud-raketten

Vanaf 1986 beschikte Assad over een operationeel arsenaal chemische wapens zoals mosterdgas, sarin en VX, onder meer met dank aan de ex-USSR en Noord-Korea. Op grote schaal produceerde Assad sr. hoofdzakelijk sarin, een zenuwgas dat het ademhalingssysteem verlamt en binnen enkele minuten tot de dood kan leiden. Sarin werd wereldwijd berucht in 1995. Toen pleegde de Japanse sekte Aum Shinrikyo er een aanslag mee in de metro van Tokio. Daarbij vielen twaalf doden en meer dan duizend gewonden. Recenter produceerde Syrië ook VX, een moderner zenuwgas dat in tegenstelling tot het snel verdampende sarin lange tijd een gebied onleefbaar kan maken. Eén druppel VX op de huid is al dodelijk zonder bliksemsnelle medische hulp.

In de jaren negentig beschikte Syrië volgens de Amerikaanse expert Eric Croddy, auteur van het standaardwerk Chemical and Biological Warfare, over honderden tonnen chemische munitie maar ook over talrijke 'dragers' - van luchtbommen en artilleriegranaten tot oudere raketten zoals de Scud-B en -C en modernere, nauwkeuriger, Russische raketten zoals de SS-21.

Hoewel ontworpen als 'slagveldwapen' valt het risico dat het Syrische regime zijn massavernietigingswapens in dichtbevolkte gebieden zou durven inzetten tegen de eigen volk niet uit te sluiten. De voorbije maanden van het burgerconflict bewezen herhaaldelijk dat bepaalde leden van het regime niet terugdeinzen voor grootschalige moordpartijen tegen ongewapende burgers.

Grootschalige gifaanval

Er is ook een historisch precedent. In 1982 klaagde Amnesty International aan dat Assad sr. ook cyaankaligas inzette tijdens de bloedige onderdrukking van een opstand in Hama (die in totaal minstens 10.000 levens eiste).

Er is ook een berucht regionaal voorbeeld. Van 15 tot 19 maart 1988 liet wijlen de Iraakse dictator Saddam Hoessein, tijdens de oorlog met Iran, een grootschalige gifgasaanval uitvoeren op de Koerdische stad Halabja. Minstens 5.000 mensen kwamen om na een bombardement van granaten met mosterdgas, sarin en VX. Saddam werd later onderworpen aan een internationaal sanctieregime. Onder toezicht van de VN-missie UNSCOM werd zijn arsenaal chemische wapens grotendeels ontmanteld. De vrees dat ze een bedreiging bleven bleek na de Amerikaans-Britse invasie van 2003 gelukkig onterecht.

Assads chemische wapens daarentegen zijn nog nooit onafhankelijk door de VN gecontroleerd. Damascus ondertekende ook nooit de internationale Chemische Wapenconventie (CWC), die sinds 1997 de stopzetting van de productie en de vernietiging van chemische wapenvoorraden eist.