Direct naar artikelinhoud

140.000 kinderen in ons land leven onder armoedegrens

Zo'n 8,6 procent van de Belgische kinderen wordt geboren in een kansarm gezin. In twaalf jaar tijd is dat aantal verdubbeld en leven 140.000 kinderen onder de armoedegrens. Dat blijkt uit de vijfde Armoedebarometer van Decenniumdoelen 2017.

In 2007 bundelden dertien organisaties hun krachten om de leefsituatie van mensen in armoede structureel te verbeteren. Ze stelden zes doelen op, op vlak van gezondheid, inkomen, arbeid, wonen, onderwijs en samenleving, die ze in tien jaar tijd wilden behalen. De cijfers zijn ook dit jaar niet mals: 60,2 procent van de gezinnen met werkloze ouders leeft in armoede. 26,1 procent van de kinderen woont in een woning waar geen bad, toilet, centrale verwarming of warm en stromend water is. 19,7 procent groeit op in een huishouden dat zich geen grote aankopen kan permitteren. En 19,4 procent leeft in een gezin dat zich niet eens een week vakantie buitenshuis kan veroorloven.

Co-onderzoekster en professor Danielle Diercks (Universiteit Antwerpen): "Het leven moet goedkoper worden. Dat kan alvast door de energiefacturen en huurhuizen betaalbaarder te maken. Ook mensen die leven van een minimumuitkering hebben recht op een menswaardig bestaan. Daarom moeten alle uitkeringen dringend worden opgetrokken."

'Schandalig'

Jos Geysels, voorzitter van Decenniumdoelen 2017, noemt de cijfers "ronduit schandalig". "Het is enorm betreurenswaardig dat de overheid ondanks de schrijnende cijfers geen significante stappen onderneemt om armoede te bestrijden. Politici hechten nauwelijks belang aan de problematiek. De aanbevelingen die onze organisatie voorstelt zijn berekend en haalbaar, maar gaan regelrecht in tegen de bezuinigingsplannen van de federale regering."

Volgens Geysels gaan de politici er onterecht vanuit dat de armen in ons land de laatste dertig jaar mee konden profiteren van de economische groei. "Wie arm was en daar een probleem van maakte, moest maar gaan werken. Ik zeg niet dat ik tegen een activeringsbeleid voor werklozen ben, maar wat met invaliden, of mensen met een laag pensioen die nauwelijks rondkomen? Moet je die allemaal verplichten te werken? Het wordt steeds duidelijker dat armoede niet de schuld is van het individu. Het is een structureel probleem, dat dringend moet worden aangepakt."

Nathalie Debast, stafmedewerker bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), vindt dat de Vlaamse en Federale regeringen de OCMW's meer moeten ondersteunen om armoede aan te pakken. "Als je ziet hoeveel kinderen nu al in armoede leven, dan besef je dat het dringend tijd wordt om in te grijpen. We zien dat steeds meer gezinnen moeite hebben om rond te komen. Als ze basiskosten niet meer kunnen betalen zakken ze steeds dieper in de ellende weg. OCMW's zijn perfect geplaatst om armoede te bestrijden, aangezien ze in alle gemeenten aanwezig zijn. Maar de werklast is zo hoog dat ze niet iedereen kunnen helpen. Er is dus nood aan meer personeel. We beseffen dat de overheid slechts een beperkt budget heeft. Maar armoedebestrijding is zo belangrijk voor de samenleving dat ze er voluit op moeten inzetten."

Jos Geysels is alvast niet van plan om passief af te wachten tot de regering iets onderneemt. "Als onze cijfers de Wetstraat niet bereiken, dan zullen we ze er zelf naartoe brengen. We zijn van plan om dit najaar met onze ideeën en voorstellen op straat te komen."