Ford Genk wacht bang af
De Mondeo is een cruciaal model voor Ford Genk. Twee van de drie auto’s die daar worden geassembleerd, zijn van dat model. Als de fabriek het kwijtraakt, lijkt ze ten dode opgeschreven.
Toekomst van Mondeo in Limburgse fabriek onzeker, Ford Europa eist besparingen
De vakbonden bij de Fordfabriek in Genk hebben een knieval gedaan voor de Europese directie van het Amerikaanse autoconcern. Ze houden niet langer vast aan de eis dat de opvolgers van de drie productiemodellen nog dit jaar aan de Limburgse fabriek moeten worden toegewezen. De werknemersorganisatie zou zich nu tevreden stellen met de toewijzing van de opvolger van het hoeksteenmodel Mondeo in 2013. Over de opvolgers voor de monovolumes S-Max en Galaxy wordt volgend jaar de knoop doorgehakt. Dat bleek gisteren na overleg van een Genkse delegatie met de Europese directie in Keulen.
De Europese top van Ford weigert echter de opvolging van de drie modellen in één keer toe te zeggen en eist dat de bonden en de lokale directie toch instemmen met een besparingsplan waarbij 10 tot 15 procent van de totale kosten in Genk moeten worden bespaard.
“Het beslissingsproces voor de nieuwe nieuwe modellen ligt binnen Ford een jaar uit elkaar, wat ons noopt een concessie te doen”, zegt de woordvoerder van Ford Genk, Jo Declercq.
De komende weken zullen de details van de besparingen worden opgesteld waarna de opvolger van de Mondeo in september definitief aan Genk zou moeten worden toegewezen. De Mondeo is voor Genk het cruciale model. Het is immers veruit het belangrijkste model van de fabriek: van elke drie auto’s die de assemblageband verlaten, zijn er twee Mondeo’s. Zonder de toewijzing van de productie van de Mondeo lijkt de Limburgse fabriek dan ook ten dode opgeschreven.
Analisten, vakbonden en de Forddirectie achten de kans dat de nieuwe versie van de zakensedan niet aan Ford Genk zal worden toegewezen, uiterst klein.