Direct naar artikelinhoud

‘De passie doorgeven, daar gaat het om’

‘Het is afzien, maar ze kennen mijn passie’, zegt Fabre. Met de roep om een held wil de kunstenaar het publiek ‘kietelen in hun geesten’.

Vuur, seks, martelaarschap - het zijn maar enkele ingrediënten van Prometheus Landschap II. Brandjes laaien steeds hoger en moeten met steeds grotere middelen geblust worden. Aan handen en voeten gebonden, zwevend boven dat alles als een gekruisigde Christus: Prometheus, de titaan die het vuur stal van de goden, het aan de mensen doorgaf en daarvoor gestraft werd door de oppergod Zeus. “Dit is een schreeuw recht uit mijn ingewanden”, bijt hij in zijn finale monoloog van zich af: “Ik weersta.”

Op dat moment heeft het gezelschap er haast anderhalf uur fysieke inspanningen op zitten, die niet alleen Olympisch zijn omdat ze zich in de schaduw van de mythische berg Olympus afspelen. Alleen al het vuur slikken in volle beweging kostte de dansers weken oefenen en de nodige verbrande monden.

Na afloop van de de wereldpremière in Montclair, vlak buiten New York, zei Fabre fier te zijn op zijn compagnie. “Het is afzien. Maar dat zijn mensen die al tien, twintig jaar voor mij werken. Die kennen mijn taal, de intensiteit, de passie.”

Gezocht: een held

Prometheus Landschap II is niet los te zien van de zorgwekkende staat van de wereld vandaag. Een existentieel gevoel van crisis vreet aan de geesten. Sluitende antwoorden blijven uit. “Waar is onze held?”, vraagt Fabre zich af in de prelude ‘We need heroes now’.

“We leven in een slachtoffermaatschappij”, zegt Fabre. “Alleman is slachtoffer: ‘Ik zou wel willen, maar ik kan niet.’ Kijk maar naar Vlaanderen. Alle politici zijn slachtoffers. Daarom de vraag: hebben we een held nodig? En wie is die held? We creëren onze helden altijd zelf, hé. Dat worden vazen waar zij onze eigen rozen in zetten.”

De hoofdbrok van de voorstelling is opgebouwd rondom acht monologen waarin auteur en De Morgen-columnist Jeroen Olyslaegers Fabres roep om een held door de goden zelf laat beantwoorden. Prometheus-Landscape II is gebaseerd op de klassieke tragedie Prometheus gebonden. Olyslaegers, een ervaren theaterauteur, was door Fabre gevraagd om zijn tekst meteen in het Engels te schrijven, in een verheven taal die de goden waardig is. Hij slaagt erin met brio.

Tegelijkertijd bevat de voorstelling ook een andere, niet mis te verstane boodschap. De held kan een kwaadwillige verleider zijn, heet het, een valse profeet. Voeg daar een aantal Hitlergroeten aan toe op het podium en de waarschuwing hoeft weinig verder uitleg. Heldenverering is niet zonder risico’s, aldus nog Fabre. “Kijk maar naar Amerika. Naar die Sarah Palin. Voor heel veel mensen is dat een heldin. En dat zijn natuurlijk gevaarlijke helden. Rechtse helden. Dat wordt zelfs gezien in religieuze termen. Daar moeten we voor oppassen.”

Fabre vat het allemaal in een reeks bijzonder robuuste beelden. De gespierde held Prometheus, gebonden in het vuur van een verzengende zon. Vuurspuwende penissen. Acteurs die zowat omver gespoten worden met manshoge brandblusapparaten. En dansers in schijnbaar chassidische kostuums die Hitlersnorretjes opgeplakt krijgen.

Het vuur en de Prometheusmythe zijn een terugkerend thema in het werk van Fabre. “Het vuur en de passie doorgeven, daar gaat het om”, zei hij. “Maar vuur is natuurlijk ook gevaarlijk. Dat zegt Pandora in haar monoloog op het einde: je kan kiezen om een held te zijn of een slachtoffer. Het moet niet van buitenaf komen, het geheime vuur zit binnenin jezelf.”

‘Provocative’ was het woord dat het Amerikaanse publiek steevast in de mond nam, achteraf in de foyer. Heel wat mensen moesten nog een keer goed nadenken over wat ze gezien - en ondergaan - hadden, zeiden ze. Missie volbracht voor Fabre. “Met al mijn werk - ook in mijn beeldende kunst en mijn schrijfwerk - probeer ik ervoor te zorgen dat mensen op een andere manier kijken en denken. Dat is toch mijn job als kunstenaar? En ik voel dat ik mensen beïnvloed, dat ik ze kietel in hun geesten.”

De voorstelling is tot en met zaterdag 26 februari te zien in deSingel in Antwerpen en doet de komende maanden ook Brussel en Gent aan. Dat hij zijn plaats in eigen land definitief verworven heeft, daar is Fabre zelf trouwens niet zozeer van overtuigd. “Komaan nu. Ik ben een eenmansbeweging.”