Direct naar artikelinhoud

Pater beschuldigd van verkrachting

De klacht wordt ondersteund door een voormalige bewoonster van de instelling die in een open brief bevestigt dat ze getuige was van ‘seksuele handelingen’ van pater Albert. Het parket van Kortrijk is een vooronderzoek begonnen.

Aangemoedigd door de verhalen over misbruikte mannen stapte het slachtoffer maandag naar de politie van zijn woonplaats om zijn verhaal te doen. Aan De Morgen wil hij een korte versie kwijt, maar alleen anoniem. “Pater Albert was niet in dienst van Stella Maris, maar hij was er wel elke dag. Hij deed de bibliotheek en had heel wat te zeggen over de nonnen, die braaf naar hem luisterden. De pater was een machtig figuur.”

Het slachtoffer woonde van zijn derde tot zijn vijftiende in Stella Maris. Hij was misdienaar en het was in die hoedanigheid dat pater Albert hem op zijn negende seksueel benaderde. “De mis vond plaats in een kerk buiten het weeshuis, waardoor hij vrij spel had. Een half uur voor de mis begon, moest ik langskomen. Hij nam me mee naar een kamertje boven in het kerkgebouw, waar niemand ons kon vinden.”

Na enkele sessies waarin er werd gestreeld en gezoend, schakelde de pater een versnelling hoger. Onder de bedreiging dat hij zijn vader en moeder nooit meer te zien zou krijgen, werd het slachtoffer tot anale seks gedwongen. “Ik herinner me dat het veel pijn deed. Toen ik er een keer over klaagde, stopte hij. Ik heb me losgerukt en ben weggelopen. Dat was meteen de laatste keer.” De pater probeerde het slachtoffer nadien nog voor zich te winnen, maar stuitte op een muur van verzet.

Het slachtoffer zweeg in alle talen, tot hij op een dag al zijn moed verzamelde en een kloosterzuster inlichtte. “Ze had er geen oren naar.” Nadien besloot hij voorgoed te zwijgen, tot nu. “Ik weet niet meer hoe vaak het is gebeurd. Van mijn negende tot mijn tiende diende ik twee keer per week de mis, maar het gebeurde niet altijd.”

In een open brief aan alle media bevestigt een voormalige bewoonster van Stella Maris dat ze met eigen ogen heeft gezien hoe pater Albert in de jaren negentig de geslachtsorganen van jongetjes betastte en met zijn hand in hun broek zat. “Ik meldde dat aan een opvoedster. Ze is ermee naar zuster Marleen gestapt, die toen directrice was.” Volgens de briefschrijfster gebeurde er daarna niets. “Pas toen de pater een tweede keer werd betrapt, zette de directie hem aan de deur.”

De vrouw diende intussen ook een klacht in tegen het voormalige bestuur van Stella Maris. De instelling kwam vorige week al onder vuur te liggen nadat een mannelijk slachtoffer van misbruik door kloosterzusters met zijn verhaal naar de pers stapte. Sindsdien meldden zich nog twee mannen. Ze werden misbruikt in de jaren zestig.

Diep geschokt

Zuster Liesbet Preneel, algemeen overste van de congregatie van de Zusters van het Geloof in Tielt, uitte gisteren in een persbericht haar verontwaardiging over die feiten. “Wij zijn diep geschokt. Dit staat in schril contrast met onze evangelische opdracht. Wij hebben ons altijd ingezet voor de meest kwetsbaren in onze samenleving.”

De congregatie zegt de beschuldigingen ernstig te nemen, maar stelt vast dat “de namen van de zusters die in de media worden vermeld, andere zijn dan de namen van de zusters die daar in die periode gewoond en gewerkt hebben.” Hoe dan ook klinkt het dat het gerecht zijn werk moet kunnen doen. “We hopen dat de waarheid zo snel mogelijk aan het licht komt.”

In haar geschreven mededeling wijst zuster Preneel erop dat Stella Maris een lange geschiedenis heeft. Het weeshuis werd in de negentiende eeuw gesticht door de Zusters Verrue, die later opgingen in de congregatie van de Zusters van het Geloof. In 1974 werd het weeshuis een instelling voor bijzondere jeugdzorg, vandaag werkt de vzw West-Vlaamse Jeugdzorg totaal onafhankelijk van de kloostergemeenschap.

De perikelen omtrent pater Albert zijn de huidige vzw niet onbekend. “Op de dag dat bekend werd dat een man door nonnen van Stella Maris is misbruikt, ben ik met een klacht van de directie naar het gerecht gestapt”, zegt Jan Leysen, advocaat van de vzw West-Vlaamse Jeugdzorg, die bevestigt dat het gaat over ‘grensoverschrijdend seksueel gedrag tegenover een minderjarige’.

De feiten werden in 1992 door een opvoedster gesignaleerd aan de toenmalige voorzitter van de raad van bestuur, die de pater prompt de toegang ontzegde tot Stella Maris. “Het klopt dus niet dat er niet onmiddellijk zou zijn gereageerd”, aldus Leysen, die de melding aan het gerecht verantwoordt met de stelling dat “de huidige raad van bestuur verder wil gaan dan de vorige.”

Naar aanleiding van de melding opende het parket van Kortrijk een vooronderzoek. “Behalve de drie slachtoffers die zich al hadden gemeld, onderzoeken wij sinds 3 januari inderdaad een interne klacht met betrekking tot een pater”, zo bevestigt parketwoordvoerster Karlien Ververken.

Pater Albert is ver in de tachtig en zou momenteel in een rusthuis verblijven. Het Kortrijkse gerecht spoort hem op.