Direct naar artikelinhoud

Nv Familiebedrijf is ruggengraat van onze economie

Niet minder dan 77 procent van de Belgische economie wordt bevolkt door familiebedrijven. Over dat type bedrijven bestaan veel vooroordelen. Van paternalistisch en oubollig tot stabiel en minder risicovol. De verschillende tinten grijs van het familiebedrijf.

Toeval bestaat niet. Terwijl de Verenigde Naties 2014 uitroepen tot het internationaal jaar van de familiale landbouw, start de VRT vanavond met de reeks Het blijft in de familie. Het is opvallend hoe anders er tegen familiebedrijven wordt aangekeken, alsof ze de magische eenhoorns van onze economie zijn. Klopt niet: zowat 77 procent van de bedrijven in ons land zijn in handen van een familie. Denk aan Sioen (textiel), Torfs (schoenen), JBC (kleding), Colruyt (supermarkt), Roularta (media), enzovoort. Er valt geen grens te trekken op geografisch of sectorgebied.

Samen zijn al die familiebedrijven goed voor 45 procent van het totaal aantal arbeidsplaatsen in België of ruim 1,7 miljoen personen. Dus, absoluut geen marginale bedoening. En toch. Familiebedrijven zijn geen reguliere bedrijven, net omwille van hun familiaal karakter.

Het beeld dreigt soms geromantiseerd te worden. Marina Puricelli van de Bocconi School of Management in Italië beweert dat het model van familiale kmo's als een beduidende sterkte moet gezien worden in het beheersen van de economische crisis. Ook Ajay Bhalla van de University London stelt dat familiebedrijven sinds de crisis meer hebben bijgedragen aan de economie dan niet-familiebedrijven. Oorzaak voor die prestatie zou het ingebakken risicoaverse gedrag van familiebedrijven zijn. Door een veel voorzichtiger beleid zijn ze minder onderhevig aan economische stormen. Ze zetten minder snel in op een agressieve groei.

Tenminste, dat is de theorie.

Onderzoek toont evenwel aan dat familiebedrijven sinds de crisis niet beduidend beter presteren dan niet-familiale ondernemingen. Het is dus niet 'dankzij' of 'ondanks' het familiale karakter.

'Equity xenophobia'

Uit onderzoek van het Instituut voor het Familiebedrijf blijkt dat een meerderheid van de familiebedrijven het liefst het bedrijf in familiale handen houdt. Tegelijk heeft bijna 40 procent van die bedrijven geen 'plan b' voor het geval de bedrijfsleider of eigenaar plots verdwijnt (wegens ziekte of ongeval, bijvoorbeeld). De overdacht van de ene generatie naar een volgende is en blijft vaak een heikel thema binnen familiebedrijven. Een raad van het Instituut is het installeren van een adviesraad, met externe objectieve mensen. En tijdig beginnen aan het vraagstuk.

Het vergt immers een bijzondere evenwichtsoefening voor dergelijke bedrijven om privé en werk te kunnen scheiden. Zeker bij een tweede- of derdegeneratiebedrijf - waarbij er intussen veel familieleden zijn bijgekomen, al dan niet operationeel binnen de bedrijfsmuren - kunnen conflicten in de bestuurskamers binnensluipen.

Uit een enquête van consultant PWC bij tweeduizend familiebedrijven in 28 landen bleek dat Belgische familiebedrijven meer 'gesloten' zijn dan hun buitenlandse soortgenoten. Ze staan minder open voor nieuwe ideeën en zijn minder bereid om hun kapitaal open te stellen voor derden. De Belgische familiebedrijven lijden meer dan de buitenlandse aan zogenaamde equity xenophobia: ze 'haten' vreemde aandeelhouders.

Zijn familiebedrijven een lang leven beschoren, of zijn ze net omwille van hun familiaal karakter kwetsbaarder? De referentie voor die vraag is - nog steeds - de studie van professor John Ward uit 1987. Ward concludeerde dat 30 procent de tweede generatie doorkomt. Zo'n 15 procent geraakt door de derde generatie en 5 procent overleeft de vierde generatie. Om die cijfers in een perspectief te plaatsen: de gemiddelde levensduur van een bedrijf van enige omvang bedraagt 40 jaar. Dan doen de familiebedrijven het dus nog zo slecht niet.

Het belang van bloedbanden

45%

van het aantal arbeidsplaatsen in België komt uit familiebedrijven, dat zijn 1.710.000 personen

1/3

van ons bbp komt uit familiebedrijven, dat komt neer op een bedrag van 102 miljard euro