Direct naar artikelinhoud

Van daguerreotype tot smartphone-selfie

Het Antwerpse Fotomuseum wordt vijftig jaar. Tijdens het feestweekend opent ook Photography Inc., van luxeproduct tot massamedium. De expo toont kantelpunten in de evolutie van fotografie en neemt daarbij de wisselwerking tussen foto-industrie en fotograaf onder de loep. 'Fotografie en geld zijn onlosmakelijk verbonden.'

"Een terugkeer naar onze roots", zo noemt curator TamaraBerghmans de tentoonstelling Photography Inc. In 1965 werd het Fotomuseum opgericht door oud-werknemers van Agfa Gevaert, het Antwerpse beeldvormingsbedrijf dat ondertussen uitgroeide tot multinational.

"Fotografie is bovenal een technisch medium, en niet altijd een kunst. Zo is ook het Fotomuseum voortgekomen uit de foto-industrie; wij zijn geen kunstmuseum. Het medium en de markt kunnen niet los van elkaar gezien worden. Photography Inc. besteedt daarom ook veel aandacht aan de amateur", vertelt Berghmans.

Louis Daguerre

De tentoonstelling loodst bezoekers door de technologische geschiedenis van de fotografie, met de focus op de wisselwerking tussen producent en consument. Opgedeeld over acht thema's als 'portret' en 'studio' wordt de evolutie van de fotografie en de gevolgen voor de gebruiker in kaart gebracht. Van daguerreotypen, de eerste foto's, tot de met de smartphone geschoten selfies - ze zijn er allemaal, en komen stuk voor stuk uit de collectie van het FOMU.

Aan het begin van de 19de eeuw al ontstond de fotografie met de daguerreotypen van Louis Daguerre; een vroege fotografische methode waarbij verzilverde koperen platen lichtgevoelig gemaakt worden met jodiumdampen. 1880 markeert de opkomst van de foto-industrie wanneer de glasplaat met gelatine, de oervorm van de huidige fotografische film, haar intrede doet.

In 1890 vindt een eerste kantelmoment plaats met Kodachrome, de eerste fotocamera voor het grote publiek. "You press the button, we do the rest", zo luidde de slogan waarmee de gebruiksvriendelijke Kodak een nieuwe doelgroep veroverde - die van de amateurs.

In de 20ste eeuw stapelen de technologische vernieuwingen zich in sneltempo op. Zo kwam in de jaren 30 met de Leica de eerste kleinbeeldcamera op de markt, waarmee sneller foto's geschoten konden worden. De jaren 40 en 50 kenden de popularisering van de kleurenfotografie. "Gevacolor en Kodak Chrome richtten zich toen direct tot de amateur, kleur werd pas veel later in de kunstfotografie geaccepteerd", vertelt Berghmans.

Nadat de auto-focus van de jaren 70 het analoge fotografen verder vergemakkelijkte, kreeg fotografie in de jaren 80 een volledig nieuwe dimensie door de digitalisering.

Vandaag is de ultieme democratisering van het medium een feit: met onze smartphones kunnen we alles, van ons ontbijt over trouwfeesten tot terroristische aanslagen, met één luttele aanraking van ons scherm vastleggen.

Visueel converseren

Dat fotografie vandaag een vluchtig massaproduct is, maar dat ziet Berghmans allesbehalve als een schadelijke evolutie. "Onze omgang met fotografie is grondig veranderd. Terwijl we vroeger met een foto iets vastlegden om te koesteren, zijn foto's vandaag eerder een manier om visueel met elkaar te converseren. We houden niet langer al onze foto's bij, maar dat hoeft ook niet; het zijn er te veel."

Hoe de fotografie van hieruit verder zal evolueren weet Berghmans niet, en ook Photography Inc. biedt geen sluitend antwoord. "Ik hoop dat de tentoonstelling vragen oproept over onze omgang met fotografie. En dat jongeren de link zullen leggen tussen Instagram-filters en oude, analoge technieken. Maar we moeten niet bang zijn voor het onbekende, zolang er maar genoeg aandacht naar analoge fotografie blijft gaan; dat is een schat die we moeten koesteren", besluit Berghmans.

Photography Inc. opent morgen en loopt tot 9 oktober 2016, www.fotomuseum.be