Frère stopt 2 miljard in Zwitsers SGS

Albert Frère heeft zijn prooi beet. De voorbije maanden was de baron op zoek naar een grote vis in België, Duitsland of Zwitserland. Die moest de hoge afhankelijkheid van energie en van Frankrijk helpen afbouwen. Frères portefeuille (Total, Lafarge, Imerys, Pernod Ricard, GDF Suez en Suez Environnement) kleurde immers volledig tricolore.

Met SGS zet de Frèreholding GBL een eerste stap in diversificatie van zijn activa. Het gaat om een Zwitsers bedrijf en het is geen energiebedrijf. SGS is een specialist in inspectie, controle-, analyse- en certificeringsdiensten. Niettemin is het met die diensten wel sterk actief in de energiesector. Bijna een vijfde van de omzet en 15 procent van de bedrijfswinst genereert SGS in de olie-, gas- en chemiesector. De multinational telt 75.000 werknemers verspreid over 1.500 kantoren en labo's.

GBL koopt het 15 procent belang volledig over van de grootste aandeelhouder van SGS. Dat is Exor, een investeringsvehikel van de Fiatfamilie Agnelli. GBL wordt dus op slag de belangrijkste referentieaandeelhouder, op de voet gevolgd door de familie von Finck (14,96%). Andere aandeelhouders zijn Bank of New York Mellon (3,2%) en The Capital Group Companies (3%).

De overnameprijs bedraagt 2.128 Zwitserse frank per aandeel. Dat is 1,6 procent onder de slotkoers van vrijdag, 2.162 Zwitserse frank. De Bel 20'er betaalt de overname deels in cash. Na de aankoop beschikt GBL nog over 1 miljard euro cash en 1,2 miljard euro aan niet-opgevraagde kredietlijnen.

SGS is op de beurs van Zürich 13,6 miljard euro waard. Het realiseerde vorig jaar omgerekend een bedrijfswinst van 758 miljoen euro (+12,9%) op een omzet van 4,5 miljard (+14,5%). Dat is goed voor een bedrijfswinstmarge van 16,8 procent. De operationele cashflow steeg met 15,9 procent tot 645 miljoen.