Direct naar artikelinhoud

Voortaan zeven 'klassen' in Britse samenleving

'Ik ben geboren in wat je zou kunnen omschrijven als de 'lower-upper-middle class'.' Met één zin maakte George Orwell ooit de Britse klassenmaatschappij belachelijk. Lang na zijn dood is de obsessie met 'class' nog springlevend op het eiland. In een poging de maatschappij te herordenen zijn er nu zeven nieuwe hokjes gecreëerd.

Vroeger zag de Britse klassenmaatschappij er overzichtelijk uit. Een grote arbeidersklasse, een opkomende middenklasse en een kleine doch machtige upperclass. Geld en beroep speelden een rol, maar belangrijker klasse-indicatoren waren het aantal erwten dat je op je lepel schuift, hoe je 'either' uitspreekt en hoe je het kleinste kamertje van het huis aanduidt. Nu de arbeidersklasse grotendeels is geëmancipeerd en de aristocratie wat gekrompen, is de Britse middenklasse overbevolkt geraakt.

Middle class was al gesplitst in lower-, middle- en upper, maar ook dat onderscheid is nog te grof in deze postmoderne tijd. Om voor meer duidelijkheid te zorgen heeft de BBC de Great British Class Survey gehouden, waar zo'n 161.000 Britten aan deelnamen. Naast voor de hand liggende vragen over inkomen, bezit en beroep, moesten mensen onder meer aangeven hoe vaak ze uit eten gaan, wat ze lezen, of ze politiek actief zijn, of ze schoonmakers binnen hun kennissenkring hebben en of ze liever naar Haydn dan naar hiphop luisteren.

Op alle gebieden scoorde de 'elite' het hoogst, gevolgd door de 'gevestigde middenklasse', wier leden net iets iets te weinig naar het ballet gaan. Leden van de technische middenklasse zijn welvarend, maar sociaal wat geïsoleerd en cultureel apathisch. Het spiegelbeeld zijn de 'nieuwe welvarende arbeiders': niet vermogend maar wel met een groot sociaal netwerk, alsmede interesse in wereldmuziek, Franse films en experimentele gerechten.

De vijfde sociale laag is de 'traditionele arbeidersklasse', die weinig sociaal, financieel en cultureel kapitaal bezit, maar wier leden wel de hypotheek op hun degelijke eensgezinswoning bijna hebben afgelost. Een stuk jonger zijn de 'opkomende dienstverleners', werknemers uit de dienstverlenende sector die niet zo veel koopkracht hebben maar een druk sociaal-cultureel bestaan leiden in de stad. Tot slot is er het 'precaire proletariaat', een mooi woord voor 'onderklasse', waar 15 procent van de Britten toe behoort.

BRITSE ADEL

Eerste mokka markiezin

De sociale mobiliteit is de laatste jaren afgenomen in binnen de Britse samenleving, maar de adel staat meer dan ooit open voor vers bloed. Zo krijgt het koninkrijk haar eerste (iets) donkerder markiezin. De zoon van de zevende markies van Bath, Ceawlin Thynne (38), gaat in juni trouwen met de actrice en televisiekok Emma McQuiston, de 26-jarige dochter van een Nigeriaanse oliebaron. Ze zal na het huwelijk eerst de titel van burggravin krijgen, en wanneer haar nu 80 jaar oude schoonvader overlijdt, kan ze zich markiezin noemen, de hoogste titel na hertogin. De 7e markies staat bekend als de meest excentrieke van alle Britse edelmannen. Hij ziet eruit als een hippie, klust bij als safarihouder en weet zich op zijn landgoed Longleat omringd door tientallen maîtresses, 'wifelets' genoemd.