Direct naar artikelinhoud

Groentje is snelste man ooit

Jonge Jamaicaan Usain Bolt sprint in vijfde 100 meter uit carrière naar wereldrecord (9.72)

De grootste sprinter was Usain Bolt al. Letterlijk dan, met zijn 1m96. Voortaan is hij met zijn onwaarschijnlijke 9.72 op 100 meter ook figuurlijk de allergrootste: twee honderdsten sneller dan Asafa Powell, tien sneller dan Tyson Gay.

NEW YORK l Des te opmerkelijker is dat Bolt niet eens een specialist is. Hij liep in New York pas de vijfde 100 meterwedstrijd uit zijn carrière, en pakte meteen het wereldrecord. Op een uitgeregende baan dan nog.

Wie het Jamaicaanse sprinten van nabij volgt, kent Usain Bolt al een tijdje, maar dan vooral als 200 meterloper. In 2002 de snelste chrono ooit voor vijftienjarigen (20.58), in 2003 de snelste ooit voor zestienjarigen én voor junioren (20.13) en in 2004 zelfs een tijd onder de 20 seconden: 19.93, en dat op zijn zeventiende. De snelste knul ooit was hij, en ook de daaropvolgende jaren zou hij netjes onder de 20 seconden blijven duiken, maar zijn beloofde, spectaculaire wereldtijden kwamen niet helemaal uit. Daarvoor was Bolt nog te baldadig en te jong. Lange tijd stond hij bekend als de puber van het circuit: enorm talent, maar ook een beetje ongeleid en altijd wel ergens geblesseerd.

Tot dit jaar. Begin mei liep hij vanuit het niets 9.76 op de 100 meter. "Niet mis", vond hij zelf, en hij daagde meteen Tyson Gay uit, de wereldkampioen. Erg on-Jamaicaans is dat. Landgenoot Asafa Powell, tot zaterdag met 9.74 de snelste ooit, ging steevast onderuit als hij druk vanuit Amerikaanse hoek voelde. Daarom ook noemt Michael Johnson hem bij elke gelegenheid de 'snelste loser ooit'.

Druk? Kent de jonge Bolt niet. Precies in zijn sprint tegen Gay verbeterde hij zaterdag het wereldrecord, het eerste 100 meterrecord op Amerikaanse bodem sinds Donovan Bailey in Atlanta 1996. Nochtans leiden dergelijke topduels zelden tot uitmuntende tijden, omdat één van de twee - en vaak allebei - altijd weer onderuitgaat. Tot in New York dus. De stad was uitgeregend, het programma liep twee uur vertraging op, Bolt vertrok maar matig, maar hij klokte wel 9.72 en Gay 9.85, maar één honderdste boven zijn persoonlijk record.

Bovendien was het pas Bolts vijfde 100 meterwedstrijd uit zijn carrière, en dat als niet-specialist. "Ik liep die 100 meter alleen maar om sneller te worden op de 200 meter, en om die vreselijke 400 meter van mijn agenda te kunnen schrappen. Verder zei het nummer me weinig. Tot nu. Ik dacht dat ik de olympische 100 metertrials zou overslaan, maar dat zal nu wel niet: in Peking wil ik goud. Dan pas ben ik de snelste man ter wereld, niet nu als recordhouder, vind ik zelf."

Meteen kennen we de nieuwe topfavoriet voor Peking, om de nieuwe wereldrecordhouder op de 200 meter te worden ook (de 19.32 van Johnson leek onmogelijk, maar is nu een hapklare brok voor 200 meterspecialist Bolt) en de man die de komende zes jaar de wereldsprint zal beheersen.

Jamaica juicht, op Powell na. Amerika (de twee snelste 100 metertijden ooit zijn niet-Amerikaans) en de IAAF (de Golden League pretendeert 's werelds beste circuit te zijn, maar het record viel in New York en niet in Berlijn) kruipen stilletjes in een hoekje. En Bolt? Die gaat op zoek naar 9.71 en 19.31. (MM)