Direct naar artikelinhoud

'Ik heb eindelijk ontdekt waar mijn kracht ligt'.'

Maandag is ze de centrale gast in Off the Record op Canvas, en momenteel toert singer-songwriter Chantal Acda (37) uitgebreid door Vlaanderen met haar tweede, internationaal bewierookte soloplaat. 'Al wat overbodig is, moet weg.'

Chantal Acda komt vrolijk het Zurenborgse café binnengefladderd waar we hebben afgesproken. De zangeres - Nederlandse, maar met een Belgisch hart - heeft alle reden om gelukkig te zijn, want de reacties op The Sparkle in Our Flaws zijn ronduit overweldigend. Ook toonaangevende Britse bladen als Mojo en Uncut zijn euforisch. Vier sterren in de eerste, een acht op tien ("Tremendous voice", "Perfectly flawed") in de tweede.

Uit heel Europa stromen de recensies binnen, en de erkenning doet zichtbaar deugd. Wellicht nog meer omdat Acda al een hele tijd platen maakt in de periferie van de popmuziek. Lange tijd gebruikte ze daarvoor een groepsnaam als dekmantel. Er was Sleepingdog, haar project met Adam Wiltzie van A Winged Victory for the Sullen. Ze heeft ook een verleden in True Bypass, een duo met voormalig dEUS-gitarist Craig Ward.

Tussendoor maakte ze onder de noemer 'Nu nog even niet' een uitstapje naar het Nederlands. Ze speelde met Marble Sounds, en zorgt tot vandaag voor de female touch bij Isbells én Distance en zit in Light and Sky, een trio met naast haar vriend Eric Thielemans ook Chris Eckman van The Walkabouts. Een tjokvolle biografie, kortom. Maar pas nu ze onder eigen naam werkt, begint de erkenning exponentieel toe te nemen.

Volgende week stelt ze haar plaat voor in Vlaanderen met een superieure liveband, maar eerst moet er gepraat worden. Zonder koffie, want daar is ze net vanaf. Gelukkig maakt de zangeres ook zonder cafeïne een wakkere indruk. "Ik had nooit gedacht dat de plaat zo warm onthaald zou worden. Mijn eerste solo-cd deed het twee jaar geleden al goed, en toen vond ik al dat ik er voor mezelf het meeste had uitgehaald. De nieuwe heb ik met ontzettend veel plezier gemaakt, maar om een of andere reden was ik bang dat de mensen hem niet zo mooi zouden vinden."

Is dat dan een gedachte die in je hoofd speelt wanneer je aan het opnemen bent?

Chantal Acda: "Nee, dan niet. In principe gaat het zo: ik neem muziek op, luister nadien opnieuw, en beslis pas dan of het wel goed genoeg is om uit te brengen. Voor hetzelfde geld gebeurt er helemaal niets mee."

In dit geval kan ik me dat moeilijk voorstellen. Je bent helemaal naar de andere kant van de wereld gevlogen - naar Oregon, in de Verenigde Staten - om daar met gerenommeerde muzikanten een plaat te maken. Dan denk je achteraf toch niet: we zien wel?

"Jawel. Ik had nummers, en die wilde ik in de eerste plaats voor mezelf afwerken. Pas achteraf ben ik me gaan afvragen of ik met die liedjes een brug naar de buitenwereld zou slaan. Toen ik daar voor mezelf een positief antwoord op had, ben ik naar een platenlabel gestapt.

"Ik probeer sowieso minder uit te brengen dan vroeger. In het verleden maakte ik soms drie platen per jaar, en dat bleek er toch een beetje over. Ik ben wat selectiever, zodat wat ik uitbreng, minder makkelijk tussen de plooien valt. Da's verstandiger worden. (lacht) Dat geldt ook voor wat uiteindelijk op de plaat terechtkomt. Al wat overbodig is, moet eruit. Het is daardoor een hele korte cd geworden. Ik had meer nummers, maar naar mijn gevoel was het verhaal in acht songs verteld."

Dat verhaal is, te oordelen aan de nummers in kwestie, erg persoonlijk. Het gaat over zelfaanvaarding, en leren leven, misschien zelfs leren houden van je tekortkomingen.

(knikt) "Ik heb me heel lang enorm onzeker gevoeld over wie ik ben. Dat zorgde ervoor dat ik zeer moeilijk in de omgang was voor mensen in mijn omgeving. Ook als het om muzikanten ging met wie ik het podium deelde. Ik kan geen enkel instrument fatsoenlijk bespelen, en noten lezen lukt evenmin. Als je jarenlang in allerlei bandjes zit, kom je alsmaar meer mensen tegen die echte virtuozen zijn. Ik vond mezelf minderwaardig. Maar door twee jaar geleden mijn solodebuut uit te brengen, en me niet meer te verbergen achter een pseudoniem, is er een ommekeer tot stand gekomen. Sindsdien laat ik me zien zoals ik ben, al weet ik nu dat die eerste plaat niet meer dan een aanzetje was. Ik moest er toen nog achter komen waar mijn kracht lag."

Weet je nu wél wat je troeven zijn?

"Ik heb ontdekt dat ik me alleen veilig kan voelen als ik me met de juiste mensen omring. Pas dan stop ik met denken en oordelen. Pas dan kan ik met de overgave spelen die ervoor zorgt dat ik niet onmiddellijk blokkeer telkens als ik in de fout ga.

Bovendien: als ik die veilige cocon in de muziek voel, functioneer ik meteen een stuk beter in het dagelijkse leven. Ik ben veel stabieler geworden, de laatste twee jaar.

"Weet je wat het grote verschil is tussen de nieuwe cd en de vorige? Toen had ik het gevoel dat de muziek alleen van mij was, terwijl ik met de nieuwe veel meer de deur naar buiten openzet. Het is niet alleen mijn verhaal. Iedereen kampt met dezelfde demonen, iedereen is kritisch en hard. Alleen al door dat besef zijn mijn liedjes een stuk universeler geworden, en leggen ze makkelijker contact met andere mensen. Vroeger voelde het vaak alsof er een donkere wolk boven mijn hoofd was geplakt. Dat heb ik nu niet meer. Of toch niet meer zo vaak."

Anderzijds: je moet wel erg moedig zijn om je als artiest zo klein en kwetsbaar op te stellen. Want je liedjes zijn heel naakt, heel direct. Ook daar geldt: alles wat niet moet, gaat weg.

"Blij dat je dat opmerkt. Daarom heb ik de mensen met wie ik samenwerk, heel selectief uitgekozen. Dat zijn meer dan zomaar goeie vrienden. Ze moeten dat kwetsbare stukje van mij niet alleen snappen, maar het ook omarmen. Als dat gebeurt, kan ik intuïtief zingen en spelen. Ik wil niet moeten nadenken terwijl ik muziek maak. Vroeger was er toch altijd een drempel waar ik niet overheen geraakte. Deels omdat ik me in die projecten met supersterke mensen omringde. Die beschermden me, en dat was fijn. Nu ligt alle druk op mijn schouders, en sta ik met muzikanten op het podium die me ondersteunen. Geloof me: dat is een wereld van verschil."

Was het een moeilijke stap om na True Bypass en Sleepingdog onder je eigen naam te gaan werken?

"In het begin was dat echt heel raar. Op de nieuwe plaat staat mijn naam trouwens nauwelijks leesbaar op de hoes. Maar dat was omdat ik het schilderij van Ingrid Godon niet wilde verknallen. Solo gaan is een van de beste dingen die ik ooit gedaan heb, al vind ik het nog steeds heel moeilijk om mijn liedjes af te geven aan een groot publiek. Net zoals ik het ook niet gemakkelijk vond om de plaat voor het eerst aan mijn liveband te laten horen. Omdat dat de momenten zijn dat je als artiest moet loslaten. Ik maak mijn muziek heel onbewust en intuïtief, en dan moet ze plots de openbaarheid in. Niet evident, al ben ik zelfs daar rustiger in geworden. Deze plaat geeft weer wie ik ben. En dat is te nemen of te laten. Die liedjes zijn mijn verbinding tot de rest van de wereld."

Vandaag zit de muziekbusiness zo in elkaar dat muzikanten vanaf hun eerste plaat moeten renderen, en als dat niet zo is, krijgen ze vaak geen tweede kans meer. Jij bent het bewijs dat artiesten ook nu een groter publiek kunnen vinden, op voorwaarde dat ze de tijd krijgen om te groeien.

"Het is voor mij ook geen keuze om een plaat te maken, eerder een noodzaak. Natuurlijk: de rekeningen moeten betaald worden, maar dat is tot nog toe altijd net gelukt. Dus daar maak ik me niet te veel zorgen om, en dat is mijn redding. Kijk, ik besef heus wel dat ik geen radiomuziek maak. Ik zou ervoor kunnen opteren om dat wel te doen. Alleen zou ik dan beredeneerd muziek moeten componeren. En dat wil ik helemaal niet. Ik heb echt wel een paar van die nummers liggen. Toevalstreffers.

'Maar waarom zou ik die uitbrengen? Om een beetje meer geld te hebben? Ik zou er niet eens van kunnen genieten. Het is perfect zoals het nu gaat: ik kan mijn eigen ding doen, zonder toegevingen. Ik hoef met niemand rekening te houden. Niet met labels, niet met radiozenders."

Je had het daarnet over die sombere buien waar je vaak mee te kampen had. Maakte je daar dan gebruik van om songs te schrijven? Want zo klonken je nummers toen wel vaak: donker.

"Eigenlijk was het andersom: die fases maakten gebruik van mij. Als ik depressief was, begon ik superslechte televisie te kijken. Dat maakte het dan doorgaans nog erger. Maar dan pakte ik mijn gitaar, en kwamen er soms toch goeie dingen uit."

Kort samengevat: zonder The Bold and the Beautiful zou je geen song op papier krijgen?

"Het was nog veel erger dan dat. Ken je Jersey Shore (Amerikaanse realitysoap die de inspiratie was voor 'Oh Oh Cherso', red.) op MTV? Naar dat soort troep keek ik dus. De songs komen wanneer ze komen. Vroeger schreef ik uitsluitend wanneer ik me slecht voelde. Daar ben ik mee gestopt, maar het lukt me wel enkel als ik alleen thuis ben. En vaak nog nadat ik een dag buiten in de velden ben gaan wandelen.

"Van nature ben ik een heel emotionele, melancholische mens. Ik kan tranen met tuiten huilen als ik mijn hond achter een vogeltje zie springen waar hij net niet bij kan. Zo mooi! Dat gevoel sijpelt dan door in de muziek. Ik wacht tot de kinderen in bed liggen, verdwijn naar het meest afgelegen hoekje in huis, en begin te schrijven. Beneden in de kelder, waar ik me helemaal kan afsluiten. Eric is ook zo, dus die begrijpt dat. We zijn alletwee heel intense mensen, maar op een of andere wonderbaarlijke manier slagen we er toch in om harmonieus samen te wonen."

Vind je het confronterend om naar je eigen muziek te luisteren?

"Nu niet meer. Wel naar mijn vroegere werk, omdat ik daar een donkere, terneergeslagen versie van mezelf hoor. Dat is een spiegel waar ik niet dagelijks in wil kijken. Met die twee soloplaten lukt het veel beter. Daar zijn de donkere wolken weg. Elke plaat weerspiegelt een fase in mijn ontwikkeling. Dat viel me op toen ik platen aan het uitkiezen was voor Off the Record. Ik luisterde naar oude en nieuwe nummers van Joni Mitchell, en haar stem veranderde bij elke plaat. Nu weet ik: als ik echt in vrije overgave kan zingen, vertelt mijn stem mijn leven. Ik heb vooral heel intense muziek geselecteerd voor dat programma. Eigenlijk wilde ik er Slayer bij, maar die zijn afgevallen. Ik kon niet kiezen welke plaat ik erin wilde."

Slayer en Chantal Acda: het

verband ontgaat me een beetje, eerlijk gezegd.

"Dat is een raar kantje van me. Mocht je me vragen met welke Belgische band ik me het meest verwant voel, kom ik uit bij Amenra. Omdat ik die overgave herken. Hoewel hun muziek veel ruiger klinkt dan de mijne, komt ze toch van dezelfde plek. Al denk ik dat bij Colin, de zanger, die zwarte wolk wél nog een beetje boven zijn hoofd hangt. Misschien is dat maar een indruk. Ik merk soms ook dat mensen op basis van mijn muziek heel hard schrikken als ze me ontmoeten. Ik heb bijvoorbeeld een heel grof gevoel voor humor. Theo Maassen, Hans Teeuwen: die strekking. Ik kan heel hard staan brallen."

Wat wil je overbrengen met je muziek?

"Warmte. Er is een dorpje in de Filipijnen waar één iemand een cd-speler heeft, en daar komen ze na het eten allemaal samen om naar mijn plaat te luisteren. Als een soort ritueel om de dag mee af te sluiten. De man die de cd cadeau deed, heeft hun reacties genoteerd, vertaald en opgestuurd. Ze werden er rustig van, konden hun hoofd leegmaken, en de muziek bracht hen samen.

"Dat raakt me zo hard, omdat dát precies de connectie is waar ik op hoopte. Een van die vrouwen zit nu ook in een videoclip van me, en de eerste keer dat ik haar zag, kreeg ik de krop in de keel. Gek dat aan de andere kant van de wereld, in een land waar een heel andere muziekcultuur heerst, mijn liedjes toch een gevoelige snaar raken. De plaat is nu ook uit in Israël en Afrika, en ook vandaar krijg ik heerlijke reacties. Ik word er echt gelukkig van."

Ten slotte: klopt het dat multi-instrumentalist Shahzad Ismaily, bekend van zijn werk met Lou Reed en Tom Waits, ervoor heeft gezorgd dat je vandaag als muzikant beter in je vel zit?

"Ja. Hij zat toevallig in dezelfde studio waar ik mijn plaat opnam, en op een dag stond hij zonder dat ik het zag, te luisteren terwijl ik aan het zingen was. Hij zei letterlijk: 'You have no idea what you've got.' Het feit dat ik geen goede muzikante was, deed er niet toe. Hij heeft een andere job afgezegd om aan mijn plaat te kunnen werken. Dat was echt een keerpunt. Door hem ben ik anders naar mezelf gaan kijken, en nu heb ik de sound gevonden waar ik zolang naar gezocht heb. Vandaar dat ik nu, zoveel maanden later, nog steeds op wolkjes loop."