Amerikanen verliezen geloof in jobmarkt
In maart keerde liefst een half miljoen Amerikanen de arbeidsmarkt de rug toe; 90 miljoen Amerikanen op beroepsactieve leeftijd speuren niet langer naar een job, een record.
Het Amerikaanse jobrapport voor maart biedt op het eerste gezicht verwarrende lectuur. De jobgroei stokte onverwacht fors: de grootste economie ter wereld schiep vorige maand 88.000 banen. Dat is minder dan de helft van de 190.000 jobs die economen verwachtten en ook minder dan de minstens 100.000 banen die nodig zijn om de groei van de beroepsbevolking op te vangen.
Toch zakt de werkloosheidsgraad onverwacht, van 7,7 naar 7,6 procent. Dat is het laagste peil sinds december 2008. Maar dat laatste is minder dan ooit een reden tot optimisme. Volgens data van het Amerikaanse Bureau of Labor Statistics verliet in maart bijna een half miljoen Amerikanen de arbeidsmarkt.
Amerika telt nu net geen 245 miljoen Amerikanen op 'beroepsactieve leeftijd'. Dat zijn alle Amerikanen boven 16 die niet in een instelling zitten. Maar van dat leger Amerikanen participeert slechts 155 miljoen of 63,3 procent daadwerkelijk aan de arbeidsmarkt, de laagste participatiegraad sinds 1979.
De participatiegraad van mannen is zelfs tot het laagste peil sinds de start van de statistieken in 1948 gezakt. Liefst 90 miljoen Amerikanen doen niet langer mee aan de 'jobrace'. Dat betekent dat miljoenen Amerikanen in de huidige moeillijke en sterk concurrentiële arbeidsmarkt de zoektocht naar een baan gewoon opgegeven hebben. De officiële werkloosheidsgraad is sinds de piek van 10,2 procent in oktober 2009 dus fors gezakt. Maar dat is grotendeels omdat de effectieve beroepsbevolking maar met 1,2 miljoen Amerikanen aangezwollen is, terwijl de bevolking op beroepsleeftijd nochtans met 8,4 miljoen is gestegen. Meer dan 7 miljoen Amerikanen werden uit de werkzoekendenstatistieken gegomd.