Referendum over kerncentrale in Bulgarije draait uit op fiasco

Een poging van de Bulgaarse oppositie de regering per referendum te dwingen het groene licht te geven voor de bouw van een nieuwe kerncentrale is mislukt. Een meerderheid van de kiezers stemde voor de bouw, maar de opkomst was zo laag dat het referendum niet geldig is.

Volgens voorlopige uitslagen stemde 60 procent van de kiezers voor de nieuwe centrale. Maar de opkomst bleef steken op 20 procent, veel minder dan de 60 procent die nodig was om de uitslag bindend te maken.

De oppositionele Socialistische Partij had om het referendum gevraagd, nadat de rechtse regering van premier Boiko Borisov een contract voor de bouw van de centrale met het Russische staatsbedrijf Atomstrojeksport had geannuleerd.

Volgens de regering zijn de kosten van het project, ruim 10 miljard euro, te hoog. Daar komt bij dat de regering-Borisov vindt dat Bulgarije door de bouw van de Russische centrale voor zijn energievoorziening te zeer afhankelijk wordt van Moskou.

De socialisten, die in 2008 nog in de regering zaten en het contract met Atomstrojeksport tekenden, betoogden dat de bouw van de nieuwe centrale nodig is om de energieprijzen laag te houden.

Bulgarije heeft één andere kerncentrale, in Kozlodoej. Daar heeft het land vier van de zes reactoren moeten stilleggen toen Bulgarije tot de Europese Unie toetrad. De overgebleven twee reactoren mogen tot 2017 en 2021 openblijven.

Ook milieugroepen waren tegen de bouw van de geplande centrale in Belene, maar voor veel kiezers gaf een andere overweging de doorslag. Zij zijn bang dat er in de toekomst een tekort aan energie zal ontstaan met als gevolg fikse prijsstijgingen.