Direct naar artikelinhoud

Rome krijgt steeds meer tegenwind

Vorige vrijdag was ik aanwezig bij het interview dat door KRO’s Brandpunt werd afgenomen van Mgr. Johan Bonny. Ik had de indruk dat deze bisschop een man van goede wil is, die opgezadeld werd met de verdediging van een patriarchale kerkcultuur die ondanks alles in stand moet blijven. Ook met een doofpotcultuur waarin is vastgelegd dat de priester van een andere ontologische orde is dan de leek. Een cultuur waarin een open dialoog over de dingen die er in kerk en wereld écht toe doen, ondergeschikt is aan wat de paus daarover heeft gedecreteerd.

Aan structuren mag niet worden getornd. Doen de bisschoppen dat gezamenlijk met de gelovigen wel dan vindt Rome wel de middelen om het tij te keren. Men heeft dat zien gebeuren met het pastoraal concilie van de Nederlandse kerkprovincie eind jaren zestig. Dat was een serieus beraad in de geest van Vaticanum II van de bisschoppen met alle geledingen in de kerk dat door ingrijpen van de pauselijke nuntius en de benoeming van nieuwe bisschoppen gekelderd werd. Sedertdien is er in katholiek Nederland praktisch een schisma dat - zoals bij het pausbezoek van 1985 duidelijk werd - vrijwel alle praktiserende gelovigen tot subversieve katholieken heeft gemaakt. En dit werd ondertussen ook buiten Nederland in heel het westen het geval.

De hele gang van zaken rondom het kerkelijk mondiaal kindermisbruik roept vragen op die het verschijnsel pedofilie (maar ook noodseks) onder geestelijken in een nooit gezien daglicht stellen. Door het doorbroken zwijgen van de slachtoffers is de kerk haar macht kwijt en dient zij bovendien op een geloofwaardige manier haar verloren gezag terug te verdienen.

Dit zal niet meer kunnen zonder zelf te beleven wat zij in haar seksueel discours vertolkt. Het betekent dat dit discours zelf aan de beurt is om grondig te worden herzien. Vervolgens dienen de structuren aangepakt. Voor aartsbisschop Léonard is dit vanzelfsprekend uit den boze. De grote issue van kerkelijke ongeloofwaardigheid belooft een vervolg te krijgen in de intransigente aanpak waarop hij het Interdiocesaan Pastoraal Beraad (IPB) hierover tot zwijgen zal kunnen brengen.

In deze context is het opmerkelijk dat eerst bisschop De Kesel van Brugge, vervolgens bisschop Hoogmartens van Hasselt en maandag bisschop Bonny van Antwerpen het verplichte karakter van het priestercelibaat ter discussie stellen. Dat is nooit vertoond en ik betwijfel of dit ‘nog even onverstandig is’ zoals door een kerkjurist in De Standaard werd betoogd.

Dit zou waar kunnen zijn als er ook elders geen bisschoppen zijn die paus en curie oproepen om te luisteren. Die zijn er steeds meer. Het gaat nu om rechtstreekse kritiek op het pauselijk beleid door over heel de wereld verspreide broeders van Benedictus XVI in het bisschopsambt.

Zo eiste aartsbisschop Diarmuid Martin van Dublin het ontslag van twee hulpbisschoppen die jarenlang kindermisbruik door priesters verborgen hadden gehouden. Hij klaagde openlijk over de onwil in Rome om de zaken serieus aan te pakken.

Naar aanleiding van de overstap onlangs van Peter Nissen, hoogleraar aan de katholieke Radbouduniversiteit, naar de Remonstrantse Broederschap, betreurde ook een Nederlandse bisschop, Gerard de Korte van Groningen, het verlies van steeds meer katholieke intellectuelen. Hij verzette zich tegen het beeld van “een bedreigde” rooms-katholieke kerk dat B16 propageert. En het was vooral bisschop Kevin Dowling van Rustenburg in Zuid-Afrika die spijkers met koppen sloeg. Zijn toespraak was één rekwisitoor tegen het streven naar restauratie van een achterhaalde Tridentijnse kerk: “Wie in de wereld wil nu nog luisteren, laat staan zich uitgedaagd voelen, door de kerkelijke leiders? Ik denk dat het morele gezag van de kerkleiding nog nooit zo laag is geweest als nu. Daarom is het belangrijk dat kerkleiders, in plaats van hun macht, privileges en status te benadrukken, het beeld uitstralen van bescheiden, zoekende ambtsdragers die zich samen met hun mensen buigen over de complexe ethische en morele vragen van nu… De mystiek rond de paus maakt het voor bisschoppen steeds moeilijker om zelf leiding te geven”.

Het is van honderden bisschoppen zoals dezen dat er ten aanzien van het Vaticaans beleid een kentering zal moeten verwacht worden. En het is goed te weten dat er nu ook in België meerdere bisschoppen zijn die daartoe behoren…

Want men kan nu concreet de reglementen van het katholiek onderwijs gaan urgeren, nog meer richtlijnen voor discretie in pastorale relaties cultiveren, het verplichte celibaat officieel ter discussie stellen, kortom de structuren radicaal gaan aanpakken, het leidt tot niets als paus én curie de lokale bisschoppen gebieden om alleen al de geloofsdialoog er omheen onwettig te verklaren. Hier dient te worden bestudeerd welke structuren dienen te worden gewijzigd in trouw aan de richtlijnen van Jezus en het oerchristendom die de kerk in de loop van de eeuwen is kwijtgeraakt.