Direct naar artikelinhoud

Lintje van de koning, maar niemand wil zeggen waarom

George Forrest wordt Grootofficier in de Kroonorde. Ngo's en enkele Kamerleden begrijpen niet waarom koning Filip de omstreden Belgisch-Congolese zakenman een ereteken schenkt. 'We tasten in het duister welke verdiensten Forrest heeft voor ons land.'

'Citeer me toch maar liever niet over hem." Eerder zeldzaam wordt je als journalist gevraagd geen citaat te gebruiken waarin de naam valt van de man die je wenst te portretteren. Toch is dat dikwijls het geval als over George Forrest wordt gesproken. De Belgisch-Congolese zakenman uit Lubumbashi is berucht in het aanspannen van rechtszaken tegen iedereen die hem bekritiseert. Toch steken ze bij ngo-koepel 11.11.11 - in het verleden al door Forrest gedagvaard - niet onder stoelen of banken dat ze het ereteken een fout signaal vinden.

"We vragen ons af wat de motivatie is van de koning om een ereteken te geven aan iemand die een zeer belangrijke actor was in de Congolese mijnbouwsector op een moment dat Oost-Congo volledig in vuur en vlam stond. Er zijn toen talrijke rapporten van de Verenigde Naties verschenen waarin stond dat oorlogen gefinancierd werden met opbrengsten uit de mijnbouw", zegt directeur Bogdan Vanden Berghe. "Opbrengsten uit de mijnbouw vloeien ook vandaag nog altijd niet terug naar de Congolezen".

Ook in de Kamer werden gisteren scherpe vragen gesteld. "Alles wat de koning doet, valt onder de verantwoordelijkheid van de regering. Waarom acht de regering-Di Rupo het nodig om net die omstreden zakenman met een ereteken te bedanken", zei Groen-fractieleider Stefaan Van Hecke.

"Dergelijke eretekens geeft men aan personen die een waardevolle bijdrage hebben geleverd in een bepaald domein, of een dienst hebben bewezen aan het land. In dit geval tasten wij in het duister welke verdiensten in aanmerking werden genomen". Ook N-VA-Kamerlid Theo Francken uitte kritiek, en stelde misnoegd vast dat Forrest eerder ook al twee koninklijke lintjes kreeg.

Weldoener

Minister van Buitenlandse Zaken en vicepremier Didier Reynders (MR) meldde dat de adellijke gunsten op zijn voordracht zijn verleend, weliswaar op advies van de Commissie voor Adellijke Gunsten, die nagaat of iemand een 'onbesmeurd blazoen' heeft. Op de vraag waarom Forrest werd voorgedragen, kwam geen antwoord. "We geven geen commentaar over individuele titels", klonk het.

Feit is dat minister Reynders de zakenman goed kent. Onder meer in augustus 2012 bracht de vicepremier tijdens een rondreis door Congo een bezoek aan Forrest in Lubumbashi, de hoofdstad van de provincie Katanga. Aanleiding toen was de lancering van luchtvaartmaatschappij Korongo, een partnerschap tussen Forrest en Brussels Airlines. De Groep Forrest mikte met Korongo op zakenlui die actief zijn in de mijnbouw. Hun verbindingen gaan naast Lubumbashi ook naar Mbuji-Mayi, spil van de Congolese diamanthandel, en Johannesburg, vanwaaruit veel ruwe diamant wordt verscheept naar onder meer Antwerpen. Binnenkort opent Korongo ook een verbinding naar Kolwezi.

Het is in Kolwezi dat Forrest zijn rijkdom uitbouwde, door na de val van dictator Mobutu Sese Seko in 1997 mijnconcessies te verkrijgen van de vroegere staatsmijnmaatschappij Gécamines. Forrest gooide het op akkoordjes met toenmalig president Laurent-Désiré Kabila en later diens zoon Joseph, de huidige president.

"Niemand achterhaalde ooit hoe hij de concessies precies verkreeg. Er is geen transparantie", zegt een onderzoeksjournalist die liever anoniem blijft. "Er bestond een goed plan om Gécamines winstgevend te maken ten gunste van de Congolese schatkist. Een consultancybureau adviseerde de Wereldbank om niet de eigendommen maar enkel het management te privatiseren. Zo had men de 2 miljard dollar schuld meteen kunnen saneren, door de vele tientallen miljarden dollars aan ertsen in de concessies te ontginnen. De opbrengsten hadden de Congolese schatkist er snel bovenop kunnen helpen. Dat gebeurde helaas niet.

"De kroonjuwelen van Congo kwamen voor een prikje in handen van Forrest en andere junior mijnbedrijven, die de concessies doorverkochten aan grote multinationals." De voorbije jaren bouwde Forrest zijn mijnactiviteiten ook af onder druk van de Chinezen, nu de bevoorrechte partners van Kabila Jr.

George Forrest ziet zichzelf als een weldoener. Op de website van zijn onderneming blikt hij trots terug op de geschiedenis van zijn familiebedrijf. Zijn vader kwam in 1922 vanuit Nieuw-Zeeland naar Belgisch Congo, om er een transportbedrijf te beginnen. "De onderneming Malta Forrest was in 2000 zelfs de eerste werkgever en privé-investeerder in Congo", stipt Forrest aan.

Omwille van zijn Belgische hoofdzetel, in Waver, en zijn handelsactiviteiten met ons land bouwt hij al jaren uitstekende banden uit met Waalse politici zoals PS'er Jean-Claude Marcourt, Waals minister van Economie. Ook liberaal Louis Michel ging als minister van Buitenlandse Zaken verschillende keren bij Forrest een biefstukje prikken. Van eigen kweek, want op zijn landerijen in Katongola kweekt Forrest 35.000 runderen voor de voedsel- en zuivelproductie.

In dat landbouwproject investeerde Forrest overigens samen met de invloedrijke Belgische zakenman Aldo Vastapane, die zich ook al enkele jaren baron mag noemen.

De enige Vlaamse ex-politicus die kind aan huis is bij Forrest is liberaal Pierre Chevalier. Hij werd in 2007 gedelegeerd bestuurder van George Forrest International (GFI), en moest daarom zelfs opstappen uit de actieve politiek. Forrest lag toen onder vuur voor zijn activiteiten in de wapenindustrie. Zijn Luikse bedrijf New Lachaussée, dat machines maakt waarmee munitie wordt geproduceerd, kwam onder vuur te liggen omdat het een wapenfabriek zou bouwen in het Tanzaniaanse Mwanza - berucht als doorvoerhaven van illegale wapens naar de Grote Meren.

De exportlicentie werd uiteindelijk na protesten ingetrokken. In een interview met deze krant twee jaar geleden reageerde Forrest kwaad op de ophef. "Ik ben geen wapenhandelaar", zei hij toen.

"Met mijn fabriek maak ik machines die met grote precisie puntige voorwerpen produceren: niet enkel kogels, maar ook balpennen. Uiteindelijk hebben Indiërs die fabriek gebouwd zonder dat er enige controle was over de eindbestemming van de munitie. Is dat beter misschien? Ik vind dat we in België maar eens de knoop moeten doorhakken. Zijn we bereid om een wapenindustrie op te doeken die momenteel 15.000 mensen tewerkstelt? Dat is een keuze die de Belgische politici moeten maken."

Eigen avenue

Forrest ontkende toen ook dat hij grondstoffen plunderde. "Door valse beschuldigingen van mensen die het slecht met mij voorhadden, belandden allerlei onwaarheden in VN-rapporten. Ondertussen hebben de VN hun fouten toegegeven en is mijn naam gezuiverd. Als ik op een bepaald moment al problemen heb gehad met de Congolese autoriteiten, dan was dat omdat ik weigerde het corrupte spel mee te spelen."

Forrest gaat er ook prat op sociale projecten te steunen in Lubumbashi, waaronder in scholen, ziekenhuizen, culturele centra en zelfs de zoo. Ondertussen is een van de grootste avenues in Lubumbashi naar hem genoemd. Op dat straatbordje moet men binnenkort ook 'Grand Officier de l'Ordre de la Couronne' bijschrijven. Helaas kunnen veel Congolezen dat nog steeds niet lezen. De alfabetiseringsgraad in Congo bedraagt ondanks de grootste voorraad bodemrijkdommen ter wereld nog altijd maar 67 procent.