Direct naar artikelinhoud

Mayakalender telt tot 7.000 jaar in de toekomst

Bijna een eeuw na haar ontdekking begint een uitgestrekte stad van de oude Maya eindelijk haar geheimen prijs te geven. Geschilderde getallen wijzen op een kalender die tot ver na 2012 telt.

Tijdens de eerste opgravingen in het uitgestrekte complex van Xultún in Petén, een streek in Guatemala, hebben archeologen een structuur ontdekt die de werkplaats van de stadsklerk zou kunnen zijn. De ontdekking wordt beschreven in het juninummer van National Geographic Magazine en het nummer van 11 mei van Science. De muren zijn versierd met unieke schilderingen, waaronder een rij mannen in zwarte uniformen, en met honderden getallen. Het zijn vaak berekeningen die verband houden met de Mayakalender.

Een van de muren van het gebouw, dat waarschijnlijk een woning was, is bedekt met piepkleine, millimeterdikke rode en zwarte symbolen die men nog nooit op Mayasites heeft aangetroffen. Volgens William Saturno, de archeoloog van de universiteit van Boston die de exploratie en de opgravingen leidt, zouden sommige de verschillende kalenders weergeven die de Maya volgden: de ceremoniële kalender van 260 dagen, de zonnekalender van 365 dagen, de cyclus van 584 dagen van Venus en die van 780 dagen van Mars.

"We zien nu voor het eerst het werk van een klerk die de kalender officieel bijhield", zegt Saturno. "Het lijkt wel een aflevering van de televisieserie Big Bang Theory: ze hebben hier een ingewikkeld wiskundig probleem op de muur geschilderd. Ze gebruikten de muren blijkbaar als bord."

Volgens de wetenschappers van het project klopt de populaire mythe niet en wijst niets erop dat de Mayakalender (of de wereld) in het jaar 2012 zou eindigen. "Vergelijk het met de kilometerteller van een auto, die na 999.999 weer naar 000.000 gaat", zegt Anthony Aveni, professor astronomie en antropologie aan de Colgate University, coauteur van het artikel in Science. "De kalender van de Maya springt van 120.000 naar 130.000. De auto komt een stap dichter bij het kerkhof wanneer de cijfers doordraaien, maar de Maya beginnen gewoon opnieuw."

De schilderingen zijn de eerste Mayakunst die men op de wanden van een woning aantreft. "Heel de muur is bedekt met kleine symbolen, strepen en punten die getallenkolommen vertegenwoordigen. Dergelijke getallen vind je op slechts één andere plek, de vele eeuwen jonger Dresden Codex van de Maya", vertelt David Stuart, professor Meso-Amerikaanse kunst aan de universiteit van Texas-Austin, die de symbolen heeft ontcijferd.

Greppels in het regenwoud

Het door planten overwoekerde bouwsel werd in 2010 ontdekt door Max Chamberlain, een student van Saturno, terwijl hij greppels volgde die plunderaars hadden gegraven om het in het afgelegen regenwoud van Petén verborgen Xultún te verkennen. Dankzij een reeks beurzen van de National Geographical Society konden Saturno en zijn team het huis systematisch verkennen en opgraven. Het moest snel gaan, voor de regens de resten konden uitwissen.

Xultún, een site met een oppervlakte van 31 vierkante kilometer, waar ooit tienduizenden mensen woonden, werd ongeveer een eeuw geleden door Guatemalteekse arbeiders ontdekt en in de jaren 1920 in grote lijnen in kaart gebracht door Sylvanus Morley, die de plaats 'Xultún' doopte: "sluitsteen". In de jaren 1970 brachten wetenschappers van de universiteit van Harvard de site verder in kaart. Het huis dat Saturno's team heeft ontdekt, was nummer 54 van de 56 structuren die in die tijd werden geteld en opgetekend. Duizenden andere zijn nog niet geteld.

Uit de opgravingen van het team blijkt dat de monumentale constructie van Xultún in de eerste eeuwen voor onze tijdrekening begon. De stad bloeide tot het einde van de klassieke Mayaperiode. Haar laatste gebouw dateert van ongeveer 890. Xultún bevond zich op amper acht kilometer van San Bartolo, waar Saturno in 2001 zeldzame, uitgebreide muurschilderingen aantrof op de muren van een ritueel gebouw van de oude Maya.

"Het is bizar dat de vondsten van Xultún hoe dan ook bestaan", zegt Saturno. "In de laaglanden van de Maya overleven dergelijke opschriften en schilderingen meestal niet lang, zeker niet in een huis dat slechts een meter diep begraven is."

Het huis heeft drie ongeschonden muren die elk hun eigen verhaal vertellen en hun eigen raadsels oproepen. De noordelijke muur ligt recht tegenover de ingang. Een niche, opzij van het midden, toont een wandschildering van een zittende koning met een tooi van blauwe veren. Aan de muur droeg een lange roede van been een gordijn. Wanneer het de afbeelding van de koning verborg, onthulde het een goed bewaarde schildering van een andere man, die in fel oranje geschilderd is en een pen vasthoudt. Hiëroglyfen naast zijn gezicht noemen hem "Jongere broer Obsidiaan", een vreemde titel die zelden in Mayageschriften voorkomt. Saturno leidt uit andere Mayateksten af dat het de zoon of de jongere broer van de koning zou kunnen zijn, en misschien de kunstenaar-klerk die in het huis woonde. "Het portret van de koning wijst op een relatie tussen de bewoner en de koninklijke familie", zegt Saturno.

Vier lange getallen op de muur vertegenwoordigen 1,3 miljoen tot 2,5 miljoen dagen. Waarschijnlijk verzamelen ze alle astronomische cyclussen (zoals die van Mars, Venus en de maansverduisteringen) die de Maya belangrijk vonden, datums die tot ongeveer 7.000 jaar in de toekomst gaan. Dit is de eerste keer dat Maya-archeologen een plaats hebben gevonden die een overzicht van alle cyclussen lijkt te geven. Een ander in het pleisterwerk gekrast getal is waarschijnlijk een datum, het jaar 813. De wereld van de Maya was toen al aan het instorten.

Drie zittende mannen

Op de westelijke muur zijn met zwarte verf drie zittende mannen geschilderd. Ze dragen witte lendendoeken, medaillons om hun hals en identieke hoofddeksels, een soort mijters met een veer. "We hebben uniforme hoofdbedekkingen als deze nog nergens anders gezien", zegt Saturno. "Het is duidelijk een soort kostuum." Een van de figuren is opvallend zwaar gebouwd, "als een sumoworstelaar", en heeft het opschrift "Oudere broer Obsidiaan". Een andere wordt als "jongeling" beschreven.

De oostelijke muur toont een zwaar geërodeerde menselijke figuur en resten van andere, weer in het zwart geschilderd. Maar hij wordt gedomineerd door getallensymbolen, met kolommen die optelsommen en kalenderberekeningen weergeven. Sommige getallen verwijzen naar de maanfasen, andere proberen een verband te leggen tussen de maancyclus en de zonnekalender.

"Ze observeerden de hemel om verduisteringen te voorspellen", zegt Saturno. Een goed bewaard deel van de muur vertoont rode getallen die correcties zouden kunnen zijn van de meer formele berekeningen ernaast.

"Het boeiendste is dat we nu zien dat de Maya al honderden jaren lang dit soort van berekeningen maakten, op andere plaatsen dan in boeken, voor ze de Codices begonnen bij te houden", zegt professor Aveni.

Volgens de wetenschappers weerspiegelen de symbolen een bepaald wereldbeeld. "De oude Maya voorspelden dat de wereld zou blijven bestaan en dat over 7.000 jaar alles er nog net als in hun tijd zou uitzien", zegt Saturno. "Wij zijn altijd op zoek naar een einde. De Maya's zochten de zekerheid dat niets zou veranderen. Het is een totaal andere mentaliteit."