Direct naar artikelinhoud

‘VRT moet een partner worden van iedereen’

Piet Van Roe heeft gisteren voor de derde keer afscheid genomen van de VRT. In de tijd dat hij ad interim de openbare omroep leidde (Sandra De Preter is vanaf vandaag de nieuwe gedelegeerd bestuurder) heeft hij de VRT gereorganiseerd en een zwaar besparingsplan opgesteld. Van Roe is ervan overtuigd dat de VRT nog een toekomst heeft, al is dat wel in een andere rol. ‘De tijd van de dominante openbare omroep is voorbij’, zegt Van Roe. Het nieuwe credo luidt samenwerken.

Door Jan Debackere

‘Derde keer, goede keer.’ Piet Van Roe kon er op de uitnodiging voor zijn afscheidsfeestje zelf wel mee lachen. Nadat hij in 1999 een eerste keer op pensioen was gegaan en in 2007 de ontslagen Tony Mary ad interim opvolgde, hoopt de 71-jarige Van Roe de VRT nu eindelijk écht te kunnen verlaten.

Zijn derde periode op de openbare omroep was ook niet de makkelijkste. Eind vorig jaar werd Van Roe onverwachts opgeroepen om het Huis van Vertrouwen nog een keertje te komen leiden. De vooropgestelde zes maanden werden er uiteindelijk tien. Tien bewogen maanden bovendien, met veel sociale onrust, een staking, harde onderhandelingen en een drastisch besparingsplan. Nu dat afgerond is en Sandra De Preter staat te trappelen om het over te nemen, kijkt Van Roe nog een keer terug én vooruit, voor hij een weekje gaat golfen in Portugal.

Besparen en bezuinigen

Na het ontslag van Dirk Wauters in december vorig jaar wachtte Van Roe als eerste taak om de VRT te reorganiseren. De ‘bollenstructuur’ leidde tot veel ergernis bij het personeel en de klaagzangen over inefficiëntie en bureaucratie klonken almaar luider. Van Roe, die de structuur in 2007 nota bene mee had bedacht, moest de boel omgooien en vooral vereenvoudigen.

“Ik blijf nochtans in die bollenstructuur geloven”, zegt Van Roe nu. “Alleen was het van bij het begin duidelijk dat die voortdurend zou moeten worden bijgestuurd. Ik wist bijvoorbeeld bijna van dag één dat de radiostructuur te zwaar zou zijn. Maar er is toch beslist om alles te laten starten en maandelijks te evalueren. Alleen stel ik vast dat dat niet gebeurd is na mijn vertrek, zonder dat ik dat mijn opvolger (Dirk Wauters, JDB) kwalijk wil nemen. Er waren andere prioriteiten. Dat hebben we bijgestuurd en we zien dat er al veel verbeterd is, al is er ook nog veel te doen.”

De tweede klus was nog moeilijker dan de eerste. Minister van Media Ingrid Lieten (sp.a) had geëist dat de VRT tegen het einde van de beheersovereenkomst financieel in evenwicht moest zijn. Die besparing kwam bovenop de al bestaande bezuinigingsoefeningen, die waren ingevoerd nadat duidelijk was geworden dat de VRT zijn eigen inkomsten overschat had en boven zijn stand leefde. Het besparingsplan van 65 miljoen werd midden dit jaar afgerond, al vindt Van Roe dat de politiek zich ook misrekende en dus eigenlijk te veel vroeg.

“De overheid verwachtte dat heel de besparing kon gebeuren door verhoging van de efficiëntie, zonder te raken aan de programma’s”, zegt hij. “Bovendien verliep alles in een klimaat van wantrouwen inzake transparantie en omstandigheden.”

Het wantrouwen mag ondertussen gemilderd zijn en de besparingsplannen afgerond, het betekent niet dat de klus daarmee geklaard is. Van Roe waarschuwt dat de VRT structureel geld tekort heeft omdat er een onevenwicht is tussen de inkomsten en de personeelskosten. “We kunnen de stijging van de loonkost van ons personeel minder goed volgen dan de overheid het zelf doet voor haar eigen personeel. Daar zit een fundamenteel probleem. Maar men realiseert zich dat en dat zal wel opgelost worden. Het wordt een van de uitdagingen voor de volgende beheersovereenkomst.”

Minder draaidagen

Bovendien staat het plan ook nog maar op papier en moet Sandra De Preter dat de volgende maanden en jaren verder uitvoeren. De zoektocht naar mensen die vrijwillig opstappen of deeltijds werken is volop aan de gang, en de netmanagers puzzelen nu al aan hun programmaschema’s voor volgend jaar. Die schema’s zullen minder goed gevuld zijn in vergelijking met wat we nu te horen en te zien krijgen bij de VRT. Van Roe beseft dat de kijker dat zal merken, al geeft hij ook aan dat de VRT niet veel meer kan snijden. “Men kan inderdaad een stuk efficiënter werken, zeker in dit bedrijf, waar men het jaren comfortabel heeft gehad. Maar er is ook een grens. Je ziet nu al dat er minder camerastandpunten zijn, minder draaidagen... Ik denk dat de grens inderdaad bereikt is.”

Ondanks alle besparingsplannen en andere problemen is Piet Van Roe ervan overtuigd dat de VRT voldoende gewapend is om in de toekomst een belangrijke rol te blijven spelen. “De sanering betekent geen blijvende handicap die de toekomst definitief hypothekeert. Alle elementen die de jongste jaren het succes van de VRT hebben verzekerd blijven intact: de sterke merken, de programmaschema’s, het onderzoek naar de verwachtingen van de kijkers en luisteraars. Er zal de volgende jaren wat minder geprogrammeerd worden, maar wat we programmeren zal van dezelfde kwaliteit zijn.”

Wat de VRT de volgende jaren moet doen, wordt de komende maanden bepaald in de onderhandelingen die de omroep zal voeren met de Vlaamse regering over de nieuwe beheersovereenkomst. De financiering komt daarin aan bod, maar ook welke rol de VRT bijvoorbeeld op het internet wil spelen en waarop de omroep zal focussen op het scherm. Daarbij wordt gedacht aan een apart kanaal voor Ketnet, een vraag die al veel langer leeft binnen de omroep. Nu heeft de kinderzender het moeilijk om volop te concurreren met de andere kinderzenders omdat een kanaal gedeeld moet worden met Canvas.

“Dat probleem moet worden opgelost”, zegt Van Roe. “De openbare omroep heeft de taak om extra aandacht te besteden aan kinderen, om hen ontspanning aan te bieden in een veilige, reclamevrije omgeving. Ketnet is dus een prioriteit en persoonlijk vind ik dat die zender op een apart analoog kanaal moet komen. Maar we zullen de volgende maanden zien wat de raad van bestuur en de overheid daarvan vindt.”

Los van de concrete opdrachten, moet de VRT sowieso een fundamenteel andere rol gaan spelen, meent Van Roe. De tijd dat de openbare omroep de commerciële concurrentie het vuur aan de schenen legde, is definitief voorbij. De VRT moet nu partner worden van de andere mediabedrijven, heet het. Dat niet iedereen bij de VRT van die boodschap overtuigd is, bleek vorige week nog, toen er op deredactie.be een een stuk verscheen van Björn Soenens, de chef van Het journaal. Daarin hemelde hij de eigen nieuwsdienst op en kleineerde hij die van vtm net niet. Het was een stuk dat niet overal binnen de VRT in goede aarde viel en duidelijk maakte dat er nog werk aan de winkel is.

Adieu, dominante positie

“De tijd van een dominante publieke omroep waarvoor het een strategische doelstelling is om zijn concurrenten van de markt te verdringen is voorbij”, verduidelijkt Van Roe. “De strijd om de gunst van de kijker, luisteraar en mobiele mediagebruiker zal doorgaan, want dat is de essentie van de publieke opdracht, maar het moet gebeuren met veel meer aandacht voor de complementaire meerwaarde van de andere actoren.” Over hoe die samenwerking er dan moet uitzien blijft Van Roe op de vlakte.

“Wat mobiele content betreft zijn er zeker mogelijkheden met kranten. En ook met de commerciële omroepen zijn er pistes mogelijk.” Ook de uitwisseling van nieuwsbeelden met krantenwebsites blijft een optie, al betekent dat wel extra concurrentie voor vtm, dat nu ook al beelden verkoopt aan sites. “Maar als er vertrouwen is tussen de verschillende partijen, kan je daar ook uitraken.”

Bovendien zijn partnerships ook wenselijk als de Vlaamse mediabedrijven niet weggedrukt willen worden door de Apples, Googles en Facebooks van deze wereld, bedrijven met veel meer mogelijkheden en middelen. Van Roe pleit er daarom voor dat Vlaanderen meer zou inzetten op op media-innovatie en dat er een globaal beleid komt waardoor omroepen, uitgevers en productiebedrijven meer gaan samenwerken.

“De mediatypes groeien naar elkaar toe,” vindt Van Roe. Al betekent dat niet dat hij geen toekomst meer ziet voor televisiezenders zoals we die vandaag kennen. “Ik geloof niet dat iedereen binnenkort à la carte zijn tv-avond zal samenstellen. Een televisienet is meer dan een catalogus van programma’s. Een net heeft ook een persoonlijkheid. De jeugd kijkt wel meer op aanvraag, maar blijft ook lineair kijken. Dit is een verhaal van en-en, niet van of-of. De radio is ook niet verdwenen door de iPod. Lineaire televisie heeft de volgende tien, vijftien jaar dus zeker nog een grote toekomst.”