Direct naar artikelinhoud

Op koers voor Nobelprijs

Fysicus François Englert moet vandaag de elfde Belgische Nobelprijswinnaar worden. Tenzij de Zweedse juryleden het Higgsdeeltje links laten liggen, omdat er te veel ontdekkers zijn.

Met enige spanning in zijn tachtigjarige lijf zal François Englert deze voormiddag naar de klok turen. Om kwart voor twaalf maakt de Zweedse Koninklijke Academie voor de Wetenschappen bekend of hij de Nobelprijs voor de fysica in ontvangst mag nemen. Het wapenfeit waarmee Englert naar deze hoogste wetenschappelijke erkenning dingt, is even allesomvattend als complex.

Al in augustus 1964 beschreef Englert, samen met zijn in 2011 overleden collega Robert Brout, een theorie waarin één specifiek deeltje alle andere deeltjes massa geeft. De twee natuurkundigen, verbonden aan de Université Libre De Bruxelles (ULB), beseften dat zij een theoretische verklaring gaven voor de wereld zoals die bestaat. Zonder dat ene deeltje bestaat niets anders: geen aarde, geen sterren, geen atomen, geen mensen en geen tijd. Zonder dat stukje waren wij en alles rondom ons gedoemd om eindeloos rond te zweven.

Een ontdekking van jewelste, dus. Maar toevallig genoeg konden niet alleen Englert en Brout op een eurekamoment rekenen. De Brit Peter Higgs schreef op bijna hetzelfde moment een soortgelijke theorie. En hoewel zijn artikel twee maanden na dat van de Belgen werd gepubliceerd, zou het stukje voortaan het Higgsdeeltje worden genoemd.

"Het wijst erop dat wij Belgen naar buiten toe zeer bescheiden zijn", zegt fysicus Nick Van Remortel (Universiteit Antwerpen). "Mochten Englert en Brout Fransen zijn, dan zouden die continu spreken van het Brout-Englert-Higgsdeeltje."

Zes kandidaten

Naast Higgs zijn er nog meer kapers op de kust. Zo zijn er drie Amerikaanse academici (Gerald Guralnik, Carl Hagen en Tom Kibble) die eveneens in 1964 een werkstuk over het deeltje uitbrachten. En er is natuurlijk het CERN, waar in totaal 6.000 wetenschappers met de deeltjesversneller LHC op zoek gingen naar het Higgsdeeltje. De machine om het te vinden kostte in totaal 6 miljard euro, maar de zoektocht werd in juli vorig jaar met succes afgesloten.

Wie de Nobelprijs ook wint, de jury komt eruit als verliezer. De prijs mag slechts gedeeld worden door drie personen, terwijl vijf academici én een wetenschappelijk instituut er aanspraak op maken. Wiskundige Jean Paul Van Bendegem (VUB): "Ik verwacht dat Englert en Higgs de prijs delen. Alleen die laatste honoreren, zou zeer grof zijn. Het allermooiste zou natuurlijk zijn als de academie Higgs, Englert en het CERN bekroont. Of, om het nog symbolischer te maken, niet het CERN, maar specifiek de deeltjesversneller."

Voor Englert valt te hopen dat de Zweden geen radicale oplossing zoeken. Zij zouden de Nobelprijs ook kunnen geven aan de Japanse ontdekker van een bepaald soort supergeleiders of aan de Zwitserse ontdekkers van planeten die draaien om andere sterren dan de zon. Maar zo'n vaart zal het volgens Van Remortel niet lopen. "Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat Higgs en Englert deze erkenning zouden mislopen. Mijn fles champagne heb ik dan ook alvast koud gezet."