Direct naar artikelinhoud

Koning word je niet voor je plezier

In dit land worden koningen betreurd wanneer ze gaan, maar zelden toegejuicht wanneer ze komen

Wat is dat toch met de gekroonde hoofden dit jaar? Eerst was er de tiara in Rome, dan de Nederlandse kroon, vervolgens die van Qatar en nu de koning der Belgen. Er zijn geen Delphines of curiekardinalen nodig, geen wedstrijden tussen Maxima en Mathilde, geen pikante insinuaties, om de arbeidsvreugde van een vorst te vergallen. Een blik op het Belgische politieke patchwork volstaat om bij voorbaat de handdoek in de ring te gooien.

Koning word je niet voor je plezier. En je blijft het in het geval van Albert tot je 79 jaar bent, ver voorbij de pensioengerechtigde leeftijd. Strafstudie, want in tegenstelling tot wat gemakzuchtig wordt aangenomen is het tegenwoordig hard werken tussen en tijdens de banketten en recepties, ontvangsten en bezoeken.

Dus hoort ook royalty-watching meer te zijn dan het overbrieven van smeuïge wissewasjes uit de amoureuze of kinderkeuken. Al hebben koningen in de beschaafde wereld geen of weinig politieke macht, machteloos zijn ze niet. Zelfs in verstokte republieken zwaaien de deuren open wanneer de prins een handelsmissie aanvoert. Weinigen betwisten dat de Belgische monarchie haar invloed aanwendt voor het algemeen belang. Hooguit is hun belang verschillend.

Boudewijn was liever ingenieur geweest. Albert dacht dat hij het nooit zou worden en eeuwig kon blijven reizen. Filip werd ervoor klaargestoomd maar kreeg elf jaar geleden in deze krant een mokerslag van de voormalige grootmaarschalk Herman Liebaers nog wel, die later zei dat hij niet helemaal correct was geciteerd.

Vlotte jongen

"Hij kan het niet" ging een eigen leven leiden, al corrigeerde Liebaers dat drie jaar later in een interview met De Standaard. "Wie Filip goed kent, weet dat zijn schuchterheid niet langer een hinderpaal is om die moeilijke rol te vervullen", zei de oude, erudiete hoveling die ook een flapuit was.

Ondanks zijn schuchterheid liet de kroonprins zich soms tot een boude uitspraak verleiden. Die werd telkens breed uitgesmeerd, geïnterpreteerd als een bevestiging van zijn ongeschiktheid en gretig aangegrepen om het debat over de monarchie te heropenen. Consensusjournalistiek deed de rest. Men hoeft geen sterrenwichelaar te zijn om te voorspellen wat er gebeurt mochten de kinderen van de toekomstige koning zich op Facebook of Twitter wagen.

Je zou voor minder last krijgen van plankenkoorts. Was Filip niet de gijzelaar geweest van zijn toekomstige functie en dus ook minder verkrampt, dan had het volk al jaren alleen een efficiënte ambassadeur, weetgierige boekenliefhebber en goede huisvader gezien. Maar moet een koning dan een vlotte jongen zijn? Voor wie het koningschap toevalt is het geen pretje, niet meer een spelletje schaak met confraters.

Canapédiplomatie

Ik mocht de prins enkele weken geleden ontmoeten. Hij bleek beter op de hoogte van de internationale politiek dan vele verkozenen des volks, peilde dieper en toonde in feilloos Nederlands zijn bezorgdheid over de suggestie dat de monarchie ondemocratisch zou zijn. Ook koning Albert had het daarover in zijn abdicatietoespraak.

De monarchie is een anomalie bij consensus. De feiten tonen aan dat Europese, Arabische en andere monarchieën bakens van stabiliteit zijn in bewogen tijden en - voor zover het de Europese vorstenhuizen betreft - garanten van de democratie, de vrijheden en zelfs de welvaart.

De discussie over het democratische karakter van de constitutionele monarchie is aantoonbaar achterhaald. Er valt iets voor te zeggen dat iemand tot zekere leeftijd (prins Charles is 65!) wordt klaargesudderd om de natie te belichamen. Had Mitterrand geweten dat hij president zou worden, hij had de canapédiplomatie, dat rustig ritselen ver weg van de flitsende camera's en liefst tot profijt van 't algemeen, nog vaardiger beoefend.

Wie van de toekomstige koning hulp verwacht voor het opblazen van dit land van melk en honing met zijn rotklimaat vergist zich natuurlijk. Tot zijn grondwettelijke contract behoort de belofte om het ongeschonden te bewaren. De meeste Belgen steunen hem. De hardnekkigste vijanden van de monarchie zijn dan ook in het separatistische kamp te zoeken. Dat staat niet klaar om de straat te veroveren.

Heksenketel

Misschien is het moment rijp om in te zien dat deze crisistijd vraagt om de krachten te bundelen in plaats van ze - grotendeels tegen de zin van de bevolking in - te blijven verkwanselen in een even heilloos als uitzichtloos communautair dispuut dat de politieke klasse al bijna een halve eeuw verlamt en toekomstkansen onbenut laat.

Het moment van de troonsafstand is goed gekozen. Ver genoeg verwijderd van de nakende strijd om de moeder van alle verkiezingen en de heksenketel die daarop kan volgen. In de luwte van de zomer. Op de nationale feestdag.

De revolutie van 1830 begon onder de strijdkreet 'à bas le fromage'. Elke liefhebber van Franse en zelfs Nederlandse en Belgische kazen zal toegeven dat de meeste Belgen die leus nooit zijn vergeten. Het is een kwestie van welbegrepen eigenbelang om de toekomstige vorst niet alleen veel geluk en uitmuntende raadgevers maar ook sterkte en wijsheid toe te wensen en een beetje geluk in zijn baan.

Het koningschap is een uitputtingssport waarin ervaring cruciaal staat. Het stelt, zoals alle andere sporten, steeds hogere eisen. Dat Filip in conditie is, bewees hij in de laatste marathon van Brussel. Wat zal het volk van dit zotte, rotverwende land van zijn vorst nog meer verlangen dan een goed stel hersenen, sportiviteit, evenwicht, betrokkenheid en empathie, ernst en inzicht, een zorg om het landsbelang?

Het is niet eens een ramp dat Filip geen vrolijke Frans is, al is hij niet van humor gespeend. Het is een Belgische paradox dat hem zijn toewijding en plichtsbesef worden aangewreven, terwijl dat juist de kwaliteiten zijn die men bovenal van een staatshoofd verlangt.

Filip is grotendeels nog een onbekende. Daar komt weldra verandering in wanneer hij staatshoofd wordt van een land waar koningen worden betreurd wanneer ze gaan maar zelden worden toegejuicht wanneer ze komen.