Direct naar artikelinhoud

Bourgeois zet druk op Iran over VUB'er

De Iraanse ambassadeur in ons land zegt dat de terdoodveroordeling van Ahmadreza Djalali, de Iraanse VUB-wetenschapper die in zijn thuisland in de gevangenis zit, nog niet definitief is. 'Hij zal een eerlijk proces krijgen.' Dat is de uitkomst van een gesprek met minister-president Geert Bourgeois.

Volgens de Iraanse ambassadeur in België is de situatie van Djalali, die al sinds april 2016 vastzit in zijn thuisland (DM 03/02), minder precair dan aangenomen. Dat zegt Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA), die gisterochtend een onderhoud had met de ambassadeur.

"Hij heeft bevestigd dat Djalali in voorhechtenis zit, al weet hij naar eigen zeggen niet waarvan hij beschuldigd wordt. Op dit moment is er nog geen finaal vonnis, benadrukte de ambassadeur. Het onderzoek loopt nog. Dat is belangrijk", stelt Bourgeois. "Volgens hem zou Djalali een advocaat en een onafhankelijk proces krijgen. Mocht er toch een doodvonnis worden uitgesproken, dan kan hij nog in beroep gaan."

Dat Djalali in tegenstelling tot eerdere berichten nog niet definitief ter dood veroordeeld is, wordt ook bevestigd door onderzoek dat Amnesty International de afgelopen dagen gevoerd heeft in Iran. Maar dat hij een eerlijk proces zal krijgen, daar is de mensenrechtenorganisatie nog niet zo zeker van. "Het is positief dat de ambassadeur zegt dat het wel zo zal zijn, helaas kennen wij voorbeelden genoeg die het tegendeel bewijzen", zegt directeur Wies De Graeve van Amnesty International Vlaanderen.

Beruchte rechter

"Bovendien: als hij een eerlijk proces zou krijgen, waarom heeft dat dan nog niet plaatsgevonden? Hij zit al zo lang vast, wordt slecht behandeld, onder druk gezet en er is na al die tijd nog steeds geen officiële tenlastelegging. Dat baart ons grote zorgen." Amnesty International richt dan ook een spoedactie op met de eis Djalali vrij te laten, tenzij hij officieel in beschuldiging gesteld wordt van een internationaal erkend misdrijf en een eerlijk proces krijgt. Een online petitie om hem vrij te krijgen, die opgezet werd door vrienden, had gisteravond al ruim 170.000 handtekeningen.

Dat hij recht heeft op een advocaat, stelt Amnesty allerminst gerust. Djalali heeft immers een advocaat, die geen contact mag hebben met zijn cliënt. Bij bepaalde strafzaken, waaronder degene waarin de doodstraf gevorderd wordt, zoals bij Djalali, wordt door het Iraanse gerecht een advocaat toegewezen. Volgens Djalali's vrouw Vida Meh wordt de zaak van haar man ook nog behandeld door Abolqasem Salavati, een rechter die berucht is omdat hij vaak de doodstraf uitspreekt. Zijn bijnaam: Iran's Hanging Judge.

Bourgeois benadrukt dat hij de Iraanse ambassadeur gezegd heeft dat de doodstraf indruist tegen onze principes. "Hij heeft beloofd die bezorgdheid over te brengen in Teheran."

De minister-president is niet de enige die diplomatieke druk uitoefent. Ook minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) volgt de zaak al een tijdje op. Het enige wat zijn kabinet voorlopig kwijt wil, is dat de contacten lopen. Ook de Vertegenwoordiging van de Europese Unie in Iran neemt het dossier ter harte. Zijn zaak wordt beschouwd als een mensenrechtendossier en valt onder de mensenrechtendialoog die de Europese Unie met andere landen voert.

Zweden, het land waar Djalali en zijn familie wonen, voert eveneens intensief campagne voor zijn vrijlating. De Zweedse premier is volgende week op staatsbezoek in Iran en zal de zaak dan bepleiten.

Bourgeois zegt dat hij nog eens apart met de Iraanse ambassadeur sprak omdat het dossier hem na aan het hart ligt. Hij kent de man overigens van een eerder staatsbezoek.