Direct naar artikelinhoud

Schakeringen van schaamte

Elegante verhalen van Bart Meuleman over schaamte, passend vormgegeven als typografisch kleinood.

Verhalen.

Kijkverdriet. Het zou zomaar een titel kunnen zijn uit het weemoedige universum van Patrick Modiano. Maar Kijkverdriet bestaat echt. Het is de welluidende naam van een Vlaams natuurreservaat nabij Ravels. Helaas is Kijkverdriet een banale plek, schrijft Bart Meuleman (°1965) in het titelverhaal van zijn bundel nieuwe, autobiografische verhalen: 'Er zijn daar helemaal geen fraaie landschappen. De donkere, stugge massa van sparren en struiken ontneemt je alle zicht. Je ruikt er vooral de stikkende geur van hars.'

In Kijkverdriet verzamelt de begaafde dichter en theatermaker zes uitgebalanceerde teksten. De ene keer lees je een intrigerend tranche de vie. Dan weer een 'gebeuren van niets'. Vervolgens een schuchtere observatie waarin onderhuids van alles plaatsgrijpt.

Dit merkwaardige boekje is een delicatesse en niet alleen vanwege de bijzondere vorm. Studenten van het Plantin Instituut voor Typografie mochten zich uitleven en goten de teksten tijdens een Expert Class in een ruimhartige sabon-romanletter. Ze deden er vervolgens een zalmroze omslag met flappen rond, waarop het doek Marietta. L'odalisque romaine van Jean-Baptiste-Camille Corot prijkt. Het geheel dwingt tot voorzichtig savoureren.

Schaamte is de rode draad in deze verhalenketting. Schaamte om tekort te schieten. Schaamte uit ongemak. Schaamte tussen man en vrouw. Schaamte uit overmatige trots. Schaamte in al zijn schakeringen.

Nadat Meuleman in zijn uitstekende prozadebuut De jongste zoon (2014) een aparte invulling gaf aan de adolescentenroman, keert hij ook hier regelmatig terug naar zijn Kempische jeugd. De taal is zuiver en zorgvuldig. Er is voorzichtige ironie en zelfspot, maar ook een grote gevoeligheid.

Zwarte haartjes

Hij schrijft over de licht hooghartige, maar evengoed onzekere jongen die hij ooit was. Trots als een pauw pronkt hij met zijn nieuwe fiets, tot hij voor het oog van zijn klasgenoten een tuimelperte maakt.

In Toen Martine kwam ergert de hoofdpersoon zich aan Martine, een vriendin van zijn studentenliefde, die onverhoeds blijft overnachten. Of is er toch een vreemde bekoring? 'Martine heeft op haar bovenlip vele fijne, als met een marterharen penseel geborstelde zwarte haartjes. Niets afstotelijks. Integendeel.'

Er is de praatzieke Paul, het verre familielid dat in een inrichting belandt. Daarna zwijgt hij. 'Toen hij niet meer sprak, werd het moeilijk om met hem om te gaan.' Of die andere Paul, zijn boezemvriend Paul Verrept, vormgever, uitgever en schrijver: 'We zijn moeilijke fans van elkaar. We kennen elkaars tics te goed en we beseffen dat we ons daar nooit meer van kunnen verlossen.'

Misschien wel het mooiste verhaal is Apen schudden, het relaas van een simpele fietstocht van Antwerpen naar Turnhout, schijnbaar gelukzalig door het opduiken van het oranjetipje, een vlinder met een onooglijk oranje vlekje. Maar de route leidt naar de vader in het ziekenhuis. En dan staat er plots achteloos, als een klap in het gezicht: 'Vlekjes op de lever, zei de arts.' Deze kleine ode aan de vader blijft niettemin lichtvoetig: 'Sommige mensen doen je al glimlachen als je nog maar aan hen denkt, ook al verkeren ze in grote moeilijkheden'. Kijkverdriet is een schrander, teder boekje. Een melancholiek livre de chevet om af en toe een paar zinnen uit te hamsteren en ze op het juiste moment te herkauwen.