Direct naar artikelinhoud

'Bedrijven onderschatten dreiging van spionnen'

Het Belgische bedrijfsleven onderschat de dreiging van economische spionage en rapporteert incidenten onvoldoende. Dat zeggen de hoofden van de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst.

Alain Winants, hoofd van de burgerlijke Staatsveiligheid, en generaal Eddy Testelmans, hoofd van de militaire inlichtingendienst ADIV, uitten hun bezorgdheid tijdens de voorstelling vanSpionage, doelwit Brussel, het nieuwe boek van onderzoeksjournalist Kristof Clerix over de activiteiten van Oost-Europese spionnen die tijdens de Koude Oorlog actief waren in ons land.

Clerix onthult onder meer hoe ook in de jaren tachtig economische spionage een topprioriteit was voor de KGB, een probleem dat na de val van de Muur volgens Winants en Testelmans exponentieel toenam.

Volgens de Staatsveiligheid zijn vandaag 45 van de 150 diplomaten op de Russische ambassade inlichtingenofficieren, die zich richten op de EU, de NAVO én economisch-wetenschappelijke doelwitten.

De Staatsveiligheid en de ADIV voeren een ongelijke strijd. Testelmans: "Inlichtingendiensten moeten ons wetenschappelijk en economische potentieel beschermen. Dat is een zeer omvangrijke opdracht voor twee diensten met beperkte middelen." Winants: "We zijn met te weinig en staan voor een enorme taak. We hebben meer gespecialiseerd personeel nodig."

Diepe zucht

Beide diensten hebben elk slechts 650 agenten, terwijl Brussel 288 diplomatieke vertegenwoordigingen kent met potentiële spionnen.

Volgens Testelmans zijn bedrijven zich onvoldoende bewust van de gevaren. "Als wij bedrijven vragen hoe ze hun werknemers screenen of hoe veilig hun computernetwerk is horen we meestal een lange stilte of een diepe zucht", zegt hij.

"Het wordt hoog tijd dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Wij moeten meer sensibiliseren, maar we hebben steun nodig van andere staatsdepartementen en vooral van de bedrijven zelf."

Volgens Winants hindert het gebrek aan medewerking vanuit de bedrijfswereld nu de strijd tegen de spionnen. "Wij merken dat bedrijven die het slachtoffer werden van economische spionage dat niet aangeven omdat ze vrezen dat het aanmelden van incidenten erger is voor hun concurrentiepositie dan de hacking zelf. Het is noodzakelijk dat ze elk incident melden." De inlichtingendiensten zijn grote voorstander van publiek-private samenwerking om het probleem met vereende krachten aan te pakken.

Bij de Belgische Internationale Kamer van Koophandel gaat men akkoord. "Momenteel schrijven we een cyberveiligheidsgids voor Belgische bedrijven", zegt een woordvoerder. "Daarin staat onder meer hoe incidenten kunnen worden gerapporteerd en geven we ook een checklist met 80 aandachtspunten voor de IT-afdelingen van bedrijven."