Direct naar artikelinhoud

Dé film voor wie van film houdt

Het is zeker niet omdat deze krant The Artist de beste film van het jaar vind, dat hij straks ook de Oscar voor beste film zal winnen. En vice versa. Maar als dat tóch het geval zou zijn, dan zou dat meteen een historische bekroning zijn. Hollywood heeft, ondanks alle eigenliefde, die eer nog nooit aan een film over film gegeven.

In The Artist volgen we de perikelen, in de late jaren twintig, van de romantische superster George Valentin (glansrol van Jean Dujardin, die daarvoor in Cannes bekroond werd als beste acteur), die in Hollywood (dat toen nog Hollywoodland heette) de ene hit na de andere draait. Zijn populariteit is immens. Maar dan doet de geluidsfilm zijn intrede. George Valentin wil zich niet inlaten met dit soort technische nieuwlichterij en denkt dat het om een voorbijgaande gimmick gaat. Hij vergist zich. Schromelijk, want zijn carrière gaat de dieperik in. Tegelijk zien we hoe de mooie, jonge figurante Peppy Miller (rol van Bérénice Béjo) de nieuwe toast of the town wordt en op haar beurt als een romantische superster aan het Hollywoodfirmament gaat schitteren.

Ondanks de Engelstalige titel, de exotisch klinkende naam van scenarist-regisseur Michel Hazanavicius (hij werd in 1967 in Parijs geboren, maar zijn ouders zijn afkomstig uit Litouwen) en het feit dat de film integraal in Los Angeles (onder meer in de studio's van Paramount en Warner Brothers) gedraaid werd, is The Artist wel degelijk een Franse filmproductie. Op zichzelf is dat natuurlijk geen reden om The Artist tot beste film uit te roepen. Maar waarom dan wel? We lijsten vier argumenten op, maar het hadden er véél meer kunnen zijn.

1

Liefde en vakmanschap

Eerst en vooral omdat het een prachtige film is, zoals die vandaag, letterlijk en figuurlijk, niet meer gemaakt worden. The Artist is namelijk een stille film met een fantastische score (die trouwens in Brussel werd opgenomen door het Vlaams Radio Orkest, met medewerking van onder anderen Jef Neve), in prachtig zwart-wit en met ouderwets gekalligrafeerde titelkaarten in plaats van dialogen.

Op alle vlakken (fotografie, decor, kostuums, etc.) werd dit bijzonder mooie curiosum met zo veel liefde, respect, inventiviteit én vakmanschap gemaakt dat men zowaar heimwee zou krijgen naar de periode dat dit soort films aan de lopende band gedraaid werd.

2

Grappig en ontroerend

Behalve een subliem eerbetoon is de film ook nog eens erg grappig én ontroerend. Het is de grote verdienste van regisseur Michel Hazanavicius dat hij dit (melo)dramatische en tegelijk ook nostalgische gegeven enerzijds serieus neemt, terwijl hij anderzijds een speelse aanpak en een lichte toets blijft hanteren.

Ook de humor is van de betere soort, zoals dat bordje met de dwingende oproep 'Please Be Silent' dat men ergens op de achtergrond van een filmset kan zien hangen. Of de discussie tussen George Valentin en zijn vrouw Doris (rol van Penelope Ann Miller), die samengevat wordt tot een titelkaart met de dubbelzinnige vraag: 'Waarom weiger je te praten?'.

3

Moedig en riskant

Michel Hazanavicius liep er al een tijdje mee rond vooraleer hij acteur Jean Dujardin aansprak. "Ik vond het een prachtig idee, maar ik dacht niet dat het ooit zou lukken. Wie zou een stille film willen financieren, die dan ook nog eens in zwart-wit moest gedraaid worden?", vertelde Dujardin ons toen The Artist in Cannes werd voorgesteld.

Zelfs wanneer in het verhaal Hollywood helemaal in de ban is geraakt van de talkies, blijft The Artist een stille film. Er is alleen die grappige sequentie - noem het gerust een vorm van metahumor - waarin George Valentin plots opschrikt wanneer hij, in het 'echte' leven, allerlei geluiden begint te horen, zoals het rinkelen van een telefoon of het blaffen van een hond.

4

Liefde voor het medium

The Artist is een film die helemaal doordrenkt is van liefde voor het filmmedium en dus ook voor de geschiedenis ervan. Net zoals die andere Oscarkanshebber, Hugo van Martin Scorsese. Die film is een fictief verhaal over de filmpionier George Méliès, en ademt net als The Artist de sfeer van lang vervlogen tijden.

Beide films vormen als het ware een verrassend, want totaal toevallig tweeluik, met dit opmerkelijk verschil: in Hugo focust een Amerikaanse regisseur op de magische erfenis van een Franse filmpionier, namelijk Georges Méliès, terwijl een Franse regisseur van The Artist een hommage maakt aan de stillefilmperiode van de droomfabriek Hollywood.