Direct naar artikelinhoud

'Tv zit in elke vezel van mijn lijf'

Annick Ruyts: dat is zon, zee en wegdromen maar. Dachten we. Nu komt de eeuwige reporter met Te gek, geen reis rond de wereld, maar een reis in het hoofd van de Vlaming. Een nieuw hoofdstuk in een 'stap-voor-stapcarrière' van 22 jaar. 'Je bent een tv-beest of je bent het niet en ik ben er één.'

Af en toe ziet ze Jan Decorte nog eens, in een of ander Brussels café. Dan geeft ze hem een zoen en zegt hij: "Ik volg u nog, hoor." "Ik u ook, hoor", antwoordt ze dan. Het is tweeëntwintig jaar geleden dat Annick Ruyts deelnam aan de talentenjacht Sterrenwacht en daar de theaterman interviewde. Sindsdien werkte ze zich stap voor stap op bij de VRT. De grote doorbraak kwam er in 2001, met Grenzeloze liefde, een programma over Vlamingen die Vlaanderen verlieten om bij hun grote liefde te kunnen zijn.

Vanaf dinsdag presenteert Ruyts het zesdelige Canvasprogramma Te gek, over de geestelijke gezondheid van de Vlaming. Zowel experts als mensen die te maken kregen met psychische problemen, doen hun verhaal. "Het thema is actueler ooit", zegt ze. "Dat lees ik in de krant en zie ik in mijn omgeving. Mijn twee zonen zitten in de klas met kinderen die een label als 'ADHD' hebben. Een paar van mijn vrienden zijn gecrasht."

'Wie slaat tilt? De maatschappij of wij?', vraagt u zich in de eerste aflevering af. Is onze maatschappij de grote boosdoener?

Ruyts: "De invloed van onze samenleving is inderdaad het grote verhaal dat de zes afleveringen van 'Te gek' bindt. Op een bepaald moment zei ik tegen hoogleraar psychologie Paul Verhaeghe: 'Het is net alsof ik met jou over economie aan het praten ben'. Onze neoliberale samenleving is voor hem de grote oorzaak van de psychische problemen waarmee we worstelen. Of neem de kwestie van de internering. Gerechtspsychiater Chris Dillen zegt letterlijk: 'Geïnterneerden zijn geen kiezers, waarom zou de staat er geld in steken?'

De mythe van de maakbare mens komt ook vaak terug. We denken dat we 'aan onszelf moeten werken' en laten ons leiden door wat ik 'de onzichtbare norm' noem - een norm die in ons hoofd zit en ons dicteert er goed uit te zien, hard te werken en perfecte kinderen groot te brengen."

Onwillekeurig vraag je je als kijker af wanneer jij aan de beurt bent.

"In een van mijn eerste interviews, over burn-out, zei ik stoer tegen een expert dat ik net hou van deadlines en stress. 'Let op', zei hij. 'Nu is je leven op orde, maar neem een factor weg en je staat sneller aan de andere kant dan je zou denken.'"

Heeft u vooroordelen moeten overwinnen?

"Toch wel. De eerste getuige die ik opzocht was Ine, een vrouw met borderline. Ik dacht dat ik een verwaarloosde, ongewassen vrouw in jogging zou ontmoeten, maar de vrouw die opendeed, was mooi en verzorgd. Meteen een cliché gesneuveld. Wel ben ik er, denk ik, in geslaagd gewoon te doen tegen onze getuigen, zonder medelijden. Wat wij van die mensen vragen, is ook niet niks. Vertellen over je zelfmoordpoging of je elektroshockbehandeling: het is niet evident. Respect is belangrijk. Voer veel van de mensen die wij interviewen, in een ander programma op, met een andere reporter en een andere invalshoek, en je krijgt al snel sensatie-tv. En dat soort tv maakt me ziek. Tv is zo'n sterk medium, maak daar toch geen misbruik van! Behandel de mensen die je in beeld brengt toch met een maximum aan tact en zorg. Ik word er zo kwaad van als dat niet gebeurt."

Een mens denkt spontaan aan het VT4-programma Exotische liefde.

"Twee weken geleden heb ik dat programma voor het eerst gezien. Ik dacht: 'Iets als 'Grenzeloze liefde'', maar het bleek de horrorversie. Het ziet er niet uit, de verhalen die verteld worden zijn vreselijk en het is plat gebracht."

In Te gek zegt u dat uw job een belangrijk deel van uw identiteit is. Hoe ver gaat dat?

"Als ik bezig ben met een programma, sta ik daarmee op en ga ik daarmee slapen. Tv zit in elke vezel van mijn lijf. Je bent een tv-beest of je bent het niet en ik ben er één. Ik kan me niet voorstellen iets anders te doen. Als ik niet meer op het scherm mag, ga ik wel achter de schermen werken. Ik ben me daar al een tijd mentaal op aan het voorbereiden. Ik ben achtenveertig en een vrouw: mijn tijd op het scherm is eindig. Niet dat ik nu al signalen opvang, maar je blijft maar beter realistisch."

Dit is niet het soort programma dat het grote publiek van u verwacht. Annick Ruyts, dat is toch zon, zee...?

"Het is ook geen bewuste carrièremove. Ik kies gewoon voor projecten die me aanspreken en waar ik een stuk van mezelf in kan leggen. Daar is het mij om te doen, niet om gemakkelijk succes. Daar is het mij nooit om te doen geweest.

Mijn volgende programma 'Tot aan de maan en terug', dat in het najaar van 2012 op Eén te zien zal zijn, ligt wel weer in de lijn van 'Grenzeloze liefde' en 'We Are From Belgium'. Opnieuw zoek ik Belgen in het buitenland op. Alleen neem ik deze keer iemand mee, een vriend of een familielid die er zonder mij niet zou raken omdat het een te zware of te moeilijke reis is."

Wat een geluk dat u dat soort programma's mag blijven maken. Hoe heeft u die luxepositie weten te bedingen bij de VRT?

"Ik heb geen geheim. Echt niet. Om 'Grenzeloze liefde' te mogen maken, heb ik hard moeten knokken. Op de VRT geloofde daar destijds niemand in, behalve Wim Vanseveren, de toenmalige netmanager van wat toen nog TV1 was. Ze vonden het 'te veraf'. Iemand zei zelfs: 'Het is als een programma over snoekvissen: alleen maar interessant voor snoekvissers'. De proefaflevering die ik uiteindelijk mocht maken, is wel drie keer naar het marktonderzoeksbureau Censydiam gestuurd. Telkens kreeg het een supergoede beoordeling, maar toch bleef het geloof in het programma klein. Tot het op het scherm kwam en een succes bleek.

Ik heb het stap voor stap gedaan. Het heeft lang geduurd voor ik zelf een programma wilde dragen, omdat ik steeds van mezelf vond dat ik nog niet goed genoeg was. Ik vond dat ik eerst al het werk achter de schermen onder de knie moest krijgen.

Toen ik meedeed aan 'Sterrenwacht' zeiden bijna al mijn medekandidaten dat ze een eigen talkshow wilden. Ik zei dat ik tv wilde leren maken. Ik heb collega's als kometen omhoog zien schieten, maar ook snel zien afhaken wanneer een volgend programma niet zo'n groot succes bleek. Ik ben wel altijd blijven doordoen, ook op momenten dat ik het allemaal eigenlijk niet zo leuk vond. Maar telkens dacht ik: 'Er zijn nog te veel goede verhalen die verteld moeten worden.'"