Direct naar artikelinhoud

Beter dan een verre vriend

Het gebeurt niet elke dag dat je een cd in handen krijgt waar je al bij de eerste beluistering zodanig aan verslingerd raakt dat je er twee jaar later nog wekelijks naar luistert. Dat was niettemin het geval met Rocky (komt altijd terug), de eerste cd van Buurman die meteen een heel eigen klankkleur toevoegde aan de Nederlandstalige popmuziek. Op Mount Everest slaat het Limburgse gezelschap een andere weg in, maar de songs hebben gelukkig niet aan diepgang ingeboet.

Mount Everest is nog geen dertig seconden bezig of je hoort al dat de groep een ingrijpende metamorfose heeft ondergaan. Twee jaar intensief touren heeft tot een grootsere, robuustere sound geleid. Maar net zo goed: tot meer intimiteit. Er duiken genoeg instrumenten op om een heel orkest mee te bevoorraden, maar net zo goed is één enkele piano of een spaarzaam aangeslagen gitaar soms genoeg om een krop in de keel uit te lokken. En die ontroering, daar draait het om bij Buurman. Vreugde. Melancholie. Geluk. Weemoed. Heimwee. En soms al die dingen tegelijk. Noem een emotie en ze komt aan bod.

Geert Verdickt is dan ook een songschrijver die de kunst verstaat om een verhaal te vertellen dat zich als een film voor je ogen ontrolt. Neem ‘London Stansted’, een van de twaalf songs op de cd waar je onmogelijk onverschillig bij kan blijven. Op de ring van Brussel rijdt een auto naar Zaventem. Daarin: twee mensen die noodgedwongen afscheid moeten nemen. Voor altijd of voor even. Dat komen we niet te weten. Maar je ziet ze wel voor je zitten, daar achter dat stuur. Je voelt hoe hun hart samenkrimpt als ze uit de auto stapt en hem met nog een laatste kushand achter zich laat.

En zo roept elk nummer nieuwe beelden op. Van jongens die voorbijrazen op hun brommers. Van dromen op het strand van Casablanca. Van het meisje op de bus naar school die toen al wist dat ze rockster wilde zijn. Over de stem van de overleden zanger die sindsdien een tikje verweesder uit de radio klinkt. Vaak zijn het close-ups van het gewone leven, die met zo’n heldere lens in beeld worden gebracht dat elk detail zich haarscherp op je netvlies aftekent. Dat, en de vaststelling dat elk nummer een eigen geluid, een eigen instrumentarium krijgt aangemeten, zorgt ervoor dat Mount Everest nooit eenvormig wordt, en je tot het laatste nummer op het puntje van je stoel laat zitten. Dat er ook mooie namen acte de presence geven - Admiral Freebee, Noordkaapgitarist Lars Van Bambost - is leuk, maar al bij al blijft Buurman ook op eigen kracht overeind.

Met Mount Everest heeft Buurman immers datgene gedaan waar we de groep eerlijk gezegd zelf niet toe in staat hadden geacht: dat nagenoeg perfecte debuut van twee jaar geleden nog overtreffen. Of er een nieuwe ‘Middellandse Zee’‚ opstaat, wilde u weten? Of iets dat even pakkend is als ‘God, Ik en Marjon’? Ja en ja. Maar dan helemaal anders. Omdat stilstaan achteruitgaan is. En deze Buurman zich, meer nog dan vroeger, thuis voelt in een huis met vele kamers.

(Universal)

BUURMAN

Mount Everest