Direct naar artikelinhoud

Kunstenaars doen niet altijd wat ze willen

Censuur van kunst kan een reden zijn om sommige landen of regimes met een sceptisch oog te bekijken. Die censuur wordt zowel uitgesproken als onopvallender toegepast.

In 2012 lieten de autoriteiten in Dubai bepaalde stukken uit de Art Dubai-expo verwijderen. Zoals een schilderij dat toonde hoe een protesterende vrouw brutaal werd toegetakeld door Egyptische soldaten op het Tahrirplein in Caïro.

In Libanon werden de boeken van John Steinbeck een tijdje verboden, omdat iemand vond dat zijn naam Joods klonk.

In China werden kunstenaars die de brutaal gesmoorde protesten op het Tiananmenplein 25 jaar geleden afbeeldden, gearresteerd en ondervraagd.

In Singapore werd het werk Welcome to the Hotel Munber geweerd van de Singapore Biënnale door het Singapore Art Museum (SAM) wegens pornografisch.

In Egypte trad het hoofd van het censuurdepartement in april van dit jaar af, nadat de premier tussenkwam in de beslissing om een film al dan niet in de cinemazalen te vertonen. De censuurverantwoordelijke had de film Roh's Sweetness over een verleidelijke Libanese zangeres groen licht gegeven. Maar dat was niet naar de zin van de eerste minister, die de film alsnog uit de bioscoop weerde om "de morele waarden van onze kinderen veilig te stellen".