Direct naar artikelinhoud

Het spookdorp en de Tourkaravaan

De definitieve beslissing van de Tourrit gisteren viel in een dorp dat niet bestaat. Sylvain Chavanel reed Jürgen Roelandts uit het wiel op de Col du Rosier in Hasoumont, dat niet in de gps steekt, niet op een kaart staat en geen welkomstbordje heeft. ‘Zet alsjeblief niet in de krant hoe mooi het hier wonen is’, zegt Henri Plessers als hij vanuit zijn paradijs het peloton ziet passeren. Door Brecht Decaestecker / FOTO’S TIM DIRVEN

De Ronde van Frankrijk gevolgd in Hasoumont, een dorp dat op papier niet bestaat

Er is niets in Hasoumont. Geen bakker. Geen slager. Geen krantenwinkel. No nothing. Ook niet in La Gleize, het dorp waarvan Hasoumont een gehucht is. Daar was tot voor kort een kruidenierswinkel, maar die is dicht. Nu is er enkel nog een museum over het Ardennenoffensief, een praktijk van een tandarts die er twee dagen per week consultaties heeft en één restaurant: Le Vert de Pommier, dat wordt uitgebaat door een Vlaming.

Precies aan Le Vert de Pommier draait de weg naar boven en begint de Col du Rosier. Twintig meter verder op de col ben je eigenlijk al in Hasoumont, niets meer dan één straat. En de top zelf ligt in Court, alweer een nieuw dorp. Het is dan ook de langste col van het land, zegt Renzo Van Eycken (47) uit Tremelo, die achttien jaar geleden Le Vert de Pommier uit de grond stampte in een voormalig hotel dat toen al vijftien jaar leeg stond. “De col is zesenhalve kilometer”, beweert hij. “In de Alpen lachen ze daarmee, maar in België hebben we niets langer.”

Vandaar dus dat de Col du Rosier, op zo’n vijf kilometer van de watervallen van Coo en iets minder dan twintig kilometer van het circuit van Francorchamps bijzonder populair is bij wielerliefhebbers. Van profs tot amateurs. Elk jaar rijdt het peloton erover in Luik-Bastenaken-Luik. Tijdens de Ronde van België staat hij gewoonlijk ook op de agenda, net als tijdens de Eneco-Tour. En tijdens alle andere weekends in de zomer wordt hij bereden door een paar honderd wielertoeristen.

“Twee keer per jaar is er ook een soort Luik-Bastenaken-Luik voor wielertoeristen”, zegt Henri Plessers (67). “Dan passeren tienduizend coureurs op één dag.”

Plessers vertelt het in de poort van zijn garage, waar hij samen met zijn vrouw Ghislaine Van Stiphout (66) wacht op de Tourkaravaan. Tien jaar geleden zijn ze uit Zolder hierheen verhuisd. “We zochten een dorp waar niets was, en we hebben het gevonden”, zegt Ghislaine. “We houden van rust. Het stuk grond waarop we ons huis gebouwd hebben is in Vlaanderen onbetaalbaar geworden.”

Het uitzicht evenzeer. Uit de garage van het koppel kan je eindeloos naar prachtige Arde-nse velden en groene naaldbossen kijken, met hier en daar een huis gebouwd in dikke, grote stenen. Of in hout, zoals dat van Georgette Blaes, een dametje van maar liefst 92 jaar oud.

Ze heeft zich langs de zijkant van de weg gezet, samen met haar zussen Monique (86) en Annette (77), die nu allebei in Charleroi wonen. Monique en Annette zijn op bezoek bij hun zus, die na haar huwelijk in het dorp is gaan wonen waar hun vader werd geboren. “Na drie maanden is hij met zijn ouders naar Antwerpen verhuisd”, vertelt Annette. “Daar zijn wij opgegroeid en hebben we ook de mooiste tijd van ons leven gekend, maar elke zomer gingen we met vakantie naar Hasoumont.”

In die tijd was er nog veel meer in Hasoumont dan vandaag. “Toen waren er twaalf boerderijen”, weet Marcelle De Wez (73) nog, die ook langs de kant van de weg zit. “Vroeger waren hier wel een bakker en een kapper en drie restaurants, maar die zijn allemaal verdwenen, omdat het dorp te klein was.”

Tien meter verder dan de vier oude dametjes staat Jean-Marie Michel (63) met zijn vrouw te wachten op het peloton, dat speciaal voor hem door Hasoumont rijdt, omdat het vandaag zijn verjaardag is, net als van Philippe Gilbert, trouwens. “Gisteren was het de verjaardag van Eddy Merckx”, lacht hij. “Dus zijn ze door Meise gereden. Vandaag rijden ze door mijn dorp.”

Tot zijn groot jolijt ziet Michel hoe Maxime Monfort op de Col du Rosier, vlak voor zijn tuin, Jürgen Roelandts oppeuzelt en de achtervolging op Chavanel inzet. “Maxime woont tien kilometer verder en komt hier veel trainen”, zegt Michel. “Vroeger deed Philippe Gilbert dat ook. Zijn ouders wonen hier niet ver vandaan.”

Als je hem vraagt hoeveel inwoners Hasoumont heeft, begint Henri Plessers ze op zijn vingers tellen. “Het kunnen er maximaal zestig zijn”, besluit hij. Misschien wel de helft daarvan zijn Vlamingen, die zoals hem voor de rust en de goedkopere grond naar hier verhuisd zijn. “Maar we leven allemaal samen”, zegt Jean-Marie Michel. “Nous sommes tous des Belges. De rest is politiek.”

Als je in de gps ‘Hasoumont’ intikt, krijg je geen resultaat. Zoek je het op een kaart, dan vind je niets terug. Er is geen welkomstbordje. En niemand weet hoe je het eigenlijk schrijft, met één s, of met twee. “We leven in ‘un lieu dit’”, zegt Marcelle De Wez. “Een dorp dat enkel in de gesproken taal bestaat.”