Direct naar artikelinhoud

'Minutenlang moest ik die piraat om mijn leven smeken'

Ruim twee maanden van permanente angst op duizenden kilometers van huis hebben James Law (41), scheepsspecialist uit Blankenberge, niet klein gekregen. Voor het eerst doet hij zijn relaas over de kaping door Somalische piraten van de Pompeï in de lente van 2009. Barbara Debusschere

aterdag 18 april 2009. Samen met negen anderen vaart James Law op de steenstorter Pompeï vanuit Dubai richting de Seychellen, met als eindbestemming Durban, Zuid-Afrika. Law en zijn gezin kennen het klappen van de zweep. De West-Vlaming werkt al elf jaar voor baggergigant DEME en weet, net zoals zijn vrouw Inge en zijn twee zonen, wat het is om weken van huis te zijn.

Die ochtend ontwaakt Law echter te midden van een nachtmerrie. Iets over zeven slagen twee onooglijke bootjes erin de Pompeï te naderen en te enteren in de Golf van Aden, op bijna 200 kilometer van de de Seychellen. Gewapende mannen zijn vliegensvlug aan boord geklauterd. Somalische piraten. De schrik van de moderne zeevaarder. Law had nog tegen Inge gezegd dat hij hoopte dat die passage langs de piratenzone snel achter de rug zou zijn.

Nu kijkt hij recht in de ogen van opmerkelijk jonge, zenuwachtige Somalische piraten, de ene met een handgeweer, de andere met een machinegeweer. In totaal zijn ze met elf. Een waarschuwingsschot scheert rakelings langs het hoofd van de eerste stuurman. Het is het begin van een zenuwslopende kaping vol ontbering en psychologische terreur die liefst 71 dagen duurt.

Law heeft nog de reflex om enkele kostbare spullen onder zijn matras te verstoppen. Tevergeefs, alles wat los of vast zit zouden de piraten pikken. Wat ze niet meegristen was het dagboek dat Law bijhield en dat hij onder zijn matras en in het valse plafond boven zijn kooi verstopte. Het leest als het filmscript voor een thriller. "Ik was niet van plan een dagboek bij te houden. Dat is niets voor mij", zegt de bloednuchtere Law. "Wel dacht ik dat het belangrijk was details bij te houden. Op den duur merkte ik dat ik niet anders kon dan alle angsten, frustratie en wanhoop daarin te verwerken. Het was therapie tijdens de kaping. Daardoor ben ik niet compleet gekraakt."

Hebt u dan het moment aangevoeld waarop u zou gaan kraken?

Law: "Een van de mentaal zwaarste momenten kwam snel. De piraten namen al onze waardevolle spullen af. Mijn polshorloge had ik echter niet willen afgeven. Een van hen pikte dat niet. Hij wist precies waar het lag. Ik smeet het woedend voor hem op de grond. Dat was een enorme stommiteit. Hij gaf opdracht me te doden. Minutenlang smeekte ik om mijn leven. Plots was het voorbij. Ik ben door het oog van de naald gekropen. Ik had toen door dat het zeer gevaarlijk is de anderen door jou toedoen in gevaar te brengen. Vanaf dat moment heb ik er alles aan gedaan om zo weinig mogelijk op te vallen."

De slapeloosheid, de onderhandelingen over het losgeld die niet vorderen, de explosieve sfeer, geen contact met de familie en de fysieke ontberingen lijken een recept om meteen tilt te slaan. Hoe hielden jullie het uit?

"Iedereen reageerde anders. De kapitein en de eerste stuurman stonden onder immense druk. Zij en nog twee anderen moesten verplicht op de brug zijn en daar ook slapen. Ze voelden constant de aanwezigheid van die gewapende gekken, die soms flipten door een stom misverstand omdat we elkaar nauwelijks verstonden. Ongeveer om de vier dagen kwam er een Somaliër die Engels sprak en die met ons bedrijf onderhandelde via onze kapitein. Ze vroegen 6 miljoen dollar. Ondertussen sliepen we nauwelijks door de stress, was het snikheet, was het schip een stal, kregen we geen enkel contact met de buitenwereld en raakten water, voedsel en brandstof op.

"Een van ons begon door te slaan. Hij dacht dat hij plots perfect Somalisch verstond en meende overal moordcomplotten tegen hem gericht te ontwaren in de gesprekken tussen de piraten. Griezelig om te zien. Ik dwong mezelf in een dagelijkse structuur: opstaan, koffie drinken, schoonmaken, boeken lezen in de zon, films bekijken, eten, slapen. Op den duur schreef ik ook in mijn dagboek en deed ik lichaamsoefeningen. Zo overleefde ik. Ik trok me op den duur ook niets meer aan van de onderhandelingen en de spanningen daarover."

Waarom niet? Uw leven hing er van af.

"Het was niet vol te houden. Iedere keer dat ik de hoop had dat de onderhandelingen tot iets aan het leiden waren, liep het weer met een sisser af. Het leek alsof ons bedrijf niet geïnteresseerd was in ons. Ik voelde woede en frustratie. Een van de grootste ondernemingen ter wereld die net een deal van 500 miljoen gesloten had, had geen 2,2 miljoen over voor ons. Ondertussen hadden de piraten hun prijs tot dat bedrag laten zakken. Ik dacht dat we dan vrij waren, maar het sleepte nog een maand aan."

U werkt nu als kapitein voor DEME. Hoe is die relatie met dat bedrijf en met deze job hersteld van dit trauma?

"Nadien heb ik vernomen hoeveel inspanningen het bedrijf deed om ons vrij te krijgen. Op het schip hadden wij maar een versie van de feiten. Ook de manier waarop ze mijn gezin steunden was prachtig. Dat heeft mijn vrouw, die zich al die tijd zeer kranig heeft gehouden, enorm geholpen. En wat mezelf betreft: de zee is mijn leven. De herinneringen zijn gruwelijk maar ik laat ze zoveel mogelijk achter me. Ik ben na de vrijlating meteen in onze bouw gevlogen. Mijn ene zoon was plots een puber geworden. Ik had de handen vol. En er waren kosten en verantwoordelijkheden en ik ben nu eenmaal hiervoor opgeleid, dus niet veel later ben ik opnieuw vertrokken. Maar ik mijd voortaan wel de Golf van Aden. Bij DEME passen ze daar dan een mouw aan."

Dagboek van een kaping, 71 dagen in handen van Somalische piraten. James Law. Uitgeverij Van Halewyck.