Direct naar artikelinhoud

Vergiftigd geschenk van 700 miljoen

Het terugvorderen van de zogenaamde 'excess profit rulings' zoals Europa eist, dreigt een juridisch kluwen zonder weerga te worden. Bovendien is het risico groot dat ons land in de hoofdkantoren van multinationals wordt weggezet als een onbetrouwbare partner. 'Onvoorspelbaarheid is dodelijk.'

Het terugvorderen van de 700 miljoen euro aan 'onterecht toegekende' belastingvoordelen is makkelijker gezegd dan gedaan. Er is niet alleen de vraag naar de kans op succes om die bedragen terug te krijgen. Er is ook de vraag naar rechtszekerheid op langere termijn.

De zogenaamde excess profit rulings werden een tweetal weken geleden door de Europese Commissie als illegale staatssteun weggezet. Zo'n excess profit ruling komt erop neer dat de Belgische vestiging van een internationale groep in ons land, na onderhandelingen met de rulingcommissie, alleen belastingen betaalt op de winst die het als alleenstaand bedrijf zou boeken. De winst die te danken is aan de voordelen die het heeft als onderdeel van een multinational, de excess profit, wordt niet belast. Het gaat bijvoorbeeld om schaalvoordelen, reputatie of knowhow. In tien jaar tijd werd zo een goede 2 miljard euro als niet-belaste winst geboekt bij 36 bedrijven. De gederfde belastinginkomsten moeten ze alsnog terugbetalen, eist Europa. Dat leidde de voorbije weken tot hevige consternatie, niet het minst bij de betrokken bedrijven zelf, die stelden dat ze tien jaar geleden deze ruling geheel wettelijk afsloten met de bevoegde instanties.

Juridische strijd

Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA), overweegt om in beroep te gaan tegen de beslissing van de Europese Commissie. Hij pleegt eerst volgende week nog overleg met de betrokken commissie. Europees commissaris Margrethe Vestager, die deze rulings als onwettige staatssteun wegzet, liet zelf al verstaan dat Van Overtveldt weinig bewegingsruimte heeft, maar dat hij zich altijd tot het Europees Hof van Justitie kan richten. Dat we dan vertrokken zijn voor een jarenlange juridische strijd, klopt volgens Vestager.

Hopen dat de 700 miljoen euro als manna uit de hemel in onze begrotingsschoot komt vallen, is bijgevolg naïef. Hoe mooi het ook klinkt, het zal niet gebeuren. En dat om meerdere redenen, waaronder het juridische kluwen er eentje is om U tegen te zeggen.

Zo hekelen diverse juristen de terugvordering die Europa ons land oplegt. Koen Morbée, van het kantoor Tiberghien, wijst erop dat volgens de fiscale wetgeving in ons land een terugvordering van tien jaar, zoals Europa eist, niet kan. De fiscus kan maximaal drie jaar teruggaan in de tijd, en zeven jaar bij fraude. Maar van fraude is hier hoegenaamd geen sprake. Of Europa die regels kan 'overrulen', is voer voor discussie. Er is een precedent in Spanje, waarbij Europa bakzeil haalde. Al is die zaak na jaren nog niet uitgeklaard, want Europa heeft beroep aangetekend.

In die tien jaar is ook veel veranderd. Een pak bedrijven die de rulings afsloot, is inmiddels veranderd van eigenaar. Omega Pharma, LMS International, Esco Graphics... het is maar een greep uit de lijst van bedrijven die vandaag andere eigenaars en vaak een ander management hebben dan destijds. Kun je die terugvordering dan op hen verhalen? Andermaal een juridische vraag zonder duidelijke uitkomst.

Gezichtsverlies

Christophe Goossens (van advocatenkantoor Goossens Meessen Wasserman) noemt deze uitkomst ronduit desastreus. "Een regeling die voldeed aan alle internationale verdragen en door de fiscus is toegekend na een grondige evaluatie, na zoveel jaren in twijfel trekken? Het is te betreuren dat de Commissie dit niet in rekenschap neemt." De vraag is hoe ver een dergelijke verplichting mag gaan. Kan van een lidstaat verwacht worden dat met terugwerkende kracht een wettelijke grondslag voor effectieve terugvordering wordt ingevoerd? Niemand die het vandaag met stelligheid durft te zeggen.

Juridische onzekerheid, het is iets waar je als land op de internationale scène liever niet van verdacht wordt. Van Overtveldt vreest dan ook dat ons land als onbetrouwbare partner wordt weggezet in de hoofdkantoren van multinationals. Een niet onterechte bekommernis. Internationale kranten als The New York Times of de Financial Times kopten al met titels als 'Belgium's Tax Break to Multinational Companies Is Ruled Illegal'.

Philippe De Backer, Europarlementslid voor Open Vld, zegt dat Van Overtveldt er goed aan doet door omzichtig te laveren en te onderhandelen met Europa. "Van zodra we weten wat de mogelijkheden zijn, kunnen we verder. Rechtszekerheid is een belangrijk begrip, en die multinationals hebben we nodig. Net zoals die andere bedrijven, ze zijn stuk voor stuk belangrijk voor onze open economie. Nu staan roepen over die terugvorderingen is niet verstandig." Sander Loones, N-VA-Europarlementslid: "Grote lidstaten hebben namelijk een grotere afzetmarkt en andere schaalvoordelen. Dat argument speelt des te meer in de eurozone. Aangezien de wisselkoers van een lidstaat niet meer kan schommelen, is een slim fiscaal beleid belangrijk om competitief te kunnen blijven."

In die context is de piste die minister van Economie Kris Peeters (CD&V) bewandelt, opmerkelijk. Hij stuurde een brief naar het Instituut voor Bedrijfsrevisoren, met de vraag of de rulings destijds wel werden opgenomen in de jaarrekeningen. Een niet eens zo omfloerste manier om ze mee in bad te trekken, en te voorkomen dat ons land straks aankijkt tegen een regen van claims vanuit de internationale hoofdkantoren. Koen Colpaert, woordvoerder van Peeters, ziet dat anders: "Hij stelt als bevoegd minister een aantal relevante vragen. Het is nu wachten op hun antwoorden."

Steekspel

Niet iedereen deelt die mening. "In dergelijke dossiers is het nefast om in verspreide slagorde aan te treden", zegt Stijn Decock, hoofdeconoom van Voka (Vlaams netwerk van ondernemingen). Hij stelt dat de regering niets te verwijten valt in deze verordening, en dat de getroffen bedrijven in het dossier slachtoffers zijn in een steekspel tussen Europa en België. "Net daarom hanteer je best één visie. Nu is de boodschap die je geeft aan die bedrijven wel heel diffuus."

Dat is ook de mening van Roel Spee, van Plant Location International, dat onderzoek doet naar en advies verleent aan internationale investeerders. "Dit is misschien een lastig dossier, maar de regering moet nu snel duidelijk maken dat ze wel degelijk een betrouwbare partner is. Betrouwbaarheid en voorspelbaarheid, dat zijn de twee voornaamste factoren die een investeerder vraagt. Hoge loonkosten, hoge energiefacturen, dat kan allemaal ingecalculeerd worden in een investeringsdossier. Maar onvoorspelbaarheid is dodelijk."

De vraag of multinationals een andere behandeling verdienen, is zo oud als de straat. Dat zo'n multinational - in tegenstelling tot een lokale kmo - niet op zichzelf staat, is een ongemakkelijke waarheid. Is het al niet in termen van tewerkstelling, dan wel in toegevoegde waarde. Roel Spee: "Tal van toeleveranciers hangen vast aan een multinational. En dus is de tewerkstelling vaak een multiplicerende factor."

Het begrip 'rechtszekerheid' valt ook herhaaldelijk. Wat gisteren nog was toegelaten, wordt vandaag niet meer aanvaard en wordt morgen bestreden als de wetgever zo beslist. Dat is het spel van de democratie. De manier waarop, is dat echter minder, zegt Pieter Timmermans van het VBO, het Verbond van Belgische Ondernemingen. Ons land doet in wezen niets anders dan pakweg Luxemburg, Nederland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Luxemburg is met ruim 5.000 rulingdossiers allicht Europees kampioen. En net zoals in die landen kan de regeling niet worden gepubliceerd als het gevaar bestaat dat door de openbaarmaking strategische informatie wordt prijsgegeven.

Het Zweedse Atlas Copco legt intussen een provisie aan van zowat 300 miljoen euro, voor het geval ze moeten terugbetalen. Maar topman Ronnie Leten uitte openlijk zijn twijfels over de langetermijnvisie van de groep in ons land. Zo'n 3.000 mensen werken hier voor de Zweedse machinebouwer. Andere bedrijven kijken vooralsnog de kat uit de boom, in afwachting van meer duidelijkheid. Zij hebben twee maanden de tijd om op eigen houtje een zaak aan te spannen bij het Europees Hof.

Zo'n onverhoopt cadeau van 700 miljoen euro lijkt meer op een vergiftigd geschenk. Niet allen dreigt een jarenlange procedureslag, ook de kans op imagoschade is ontzettend groot.